Ook ”meditatief moment” is Bijbelse prediking
Het zou geen kerkdienst worden en evenmin een preek. Het ging om een meditatief moment… En dat mocht de dominee doen.
Draaiboek
Plechtigheden. Ze waren er in de afgelopen weken. En ze zullen er in de loop van dit jaar ook weer zijn. Ter herdenking van grote gebeurtenissen. Een terugblik op indrukwekkende incidenten – van groot verdriet of van diepe vreugde. Van nationaal of van plaatselijk belang. Openbare bijeenkomsten. Onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur. Of van een seculiere stichting. Bijeenkomsten met decorum zijn het. Strak georganiseerd. Het draaiboek geeft het aantal beschikbare minuten exact aan. Ieder moet in het gelid. Muziek is er. En woorden moeten er zijn. Als een van de woordvoeders is ook de dominee uitgenodigd. Nee, geen kerkdienst wordt verwacht! En ook geen preek! Het gaat om een meditatief moment.
Dienaar
Wie is hij eigenlijk, die dominee? Wat maakt hem tot degene die spreken moet? Eerst maar wie hij niet is. Hij is niet de man met de vlotte babbel die van spreken zijn beroep heeft gemaakt. Evenmin is hij zoiets als een dichter des vaderlands, maar dan in proza en op kleiner schaal, die zijn spreekproduct op bestelling aflevert. En nog minder is hij degene die zijn talent bij uitstek hanteert om binnenste snaren te raken en zielenroerselen te bespelen. Al met al: kies hem niet uit om schoonklinkende en vrijblijvende meditatieve woorden te spreken.
Wie hij wel is? Wie hij althans hoort te zijn? Dominee, zo wordt hij doorgaans genoemd: heer. Maar dat is geen goede aanduiding. Dat typeert hem niet in zijn taak en roeping. Beter is het om hem gewoon ”dienaar” te noemen. Een dienaar is hij. Dienaar van het Woord. Dienaar van het Woord van God.
Het is riskant zo’n dienaar te spreken te vragen. Tenminste, als het er een is die zich ervan bewust is dienaar, dienstknecht te zijn. Want een knecht is in dienst van zijn Meester. En voor alles wat die knecht doet en spreekt, is hij verantwoording aan zijn Meester schuldig. Wat hij zegt, moet gezegd zijn namens zijn Meester. Alleen dan zal hij het met het gezag van zijn Heere en Meester kunnen zeggen.
Lastgeving
Dat betekent dat van deze dienaar niet gevergd mag worden dat hij zeggen gaat wat je graag wilt. Hij heeft een andere Opdrachtgever. Naar Hem moet hij luisteren. Want er is hem alles aan gelegen dat hij met een goed geweten zeggen kan: „Alzo spreekt mijn Meester!”
Die Heere heeft Zijn dienaren ook een strikte lastgeving verstrekt. Voor geen tweeërlei uitleg vatbaar. Een boodschap die in oude tijden gold en die onverminderd in latere tijden klinken moet: „Zeg de rechtvaardige dat het hem wel zal gaan. Wee de goddeloze; het zal hem kwalijk gaan!” Trouwens, toen de Meester Zelf in deze wereld preekte, deed Hij het evenzo! Altijd met twee woorden. En met de lading van een ultieme ernst. Zou dan de dienaar nu een ander geluid horen laten? Hij durft het niet en hij wil het niet en hij zal het niet. Voor welk forum hij ook staat.
Troost
„Nou nou, dat is wel strikt zeg! Is het dan zo verkeerd bij bepaalde openbare gelegenheden te volstaan met een meditatief moment? Een woord van milde en troostende meditatie?” Nee, zeker niet. Als we maar bedenken wat meditatie, overdenking, in Bijbelse zin is. Mediteren is niet het doen langs komen van een stroom van prettige en opbouwende waarheden. Dat is de Bijbelse overdenking niet. De meditatie heeft geen autonomie in zichzelf. De meditatie put haar gedachten uit een bron buiten zichzelf. Namelijk uit het Woord van God. Het is dat Woord van God waarvan een van de apostelen zegt dat we er goed aan doen er acht op te geven, namelijk als op een licht dat schijnt in een duistere plaats.
„Geen kerkdienst, dominee, en ook geen preek!” zeiden ze in een klein dorp onlangs. „Alleen maar een meditatief moment.” Het is een misvatting. De Bijbelse meditatie is prediking! Prediking van Christus, de Rots van het behoud. Voor wie volstaat met het bouwen op zand een dwaasheid. Maar zaligheid voor wie het geheim verstaat en niet buiten die Rots kan. Zo is er ruimte voor de echte troost. Dan mogen de slagregens neervallen, dan mogen de waterstromen komen en de winden waaien. Ze vallen tegen het huis aan, maar het is niet gevallen. Want het is op de Rots gegrond.
Het watersnoodnummer van de Waarheidsvriend gaf enige aandacht aan de pas overleden dr. Gerrit de Kruijf. Mij trof de volgende uitspraak van hem. „Wij moeten het aandurven voor de preek te staan, onze eer en onze schande. En die preek moet uitstralen, dat wij in onze woorden op Iemand hopen!” Hetzelfde artikel noemt ook de naam van Theodorus van der Groe. Deze schreef ooit: „De leraars mogen hun prediking niet het minste veranderen. Maar zij moeten standvastig in de mogendheid des Heeren voortgaan!”