Bonhoeffer kende de seculiere kilte
ZWOLLE – Dat de naam van de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer ook in orthodox-protestantse kring doordringt, is geen geheim meer. Dat komt mede omdat Bonhoeffer een zelfde tegenwind voelde als christenen nu.
Dat stelde prof. dr. G. C. den Hertog woensdag in een lezing over Bonhoeffer in Zwolle: „We ondervinden de gure wind van het moderne levensgevoel en hebben in hem iemand die dat al veel eerder kende dan wij. In die kille wind vond hij Christus, zonder de wereld waar hij uit voortkwam te verloochenen.”
De christelijke gereformeerde hoogleraar dogmatiek en ethiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) hield woensdag in Zwolle de eerste van vier lezingen over Bonhoeffer als „profeet van de 21e eeuw.”
De serie wordt georganiseerd door het platform AKZ+.
Prof. Den Hertog gaf een schets van de jonge Bonhoeffer, maar begon zijn lezing door te memoreren hoe de theoloog lange tijd min of meer verdacht was. „Was hij niet zo iemand die de weg had gebaand naar vrijzinnige theologie? En de God-is-doodtheologen liepen toch met hem weg? Er zat een luchtje aan Bonhoeffer, en een gereformeerd mens liep met een boogje om hem heen.”
Inmiddels is door het omvangrijke Bonhoefferonderzoek duidelijk geworden dat Bonhoeffer tot zijn dood in 1945 „een zeer orthodox theoloog” bleef. Zo sprak hij in zijn laatste gedicht over „goede machten”, engelen, die hem omringden en over de lof die uit de gevangenis opklonk tot God. Zelf werd prof. Den Hertog al vroeg gegrepen door Bonhoeffers boek ”Navolging”. „Dat heeft mij in mijn kraag gepakt. Een buitengewoon heftig boek.”
De hoogleraar schetste Bonhoeffer als een „voornaam” mens, geworteld in de hogere kringen in Berlijn. „Zijn vader was hoogleraar in de psychiatrie. Anders dan zijn collega Sig-mund Freud in Wenen wilde hij niets weten van een onbewustedriftenleven, maar bleef hij helemaal op de verlichte lijn van de mens als rationeel wezen.” Bonhoeffers moeder was meer godsdienstig ingesteld, maar het gezin zag zelden een kerk vanbinnen. De kinderen werden thuis gedoopt.
Vanuit zijn achtergrond in de intellectuele elite heeft Bonhoeffer altijd een afkeer gehad van „slechte apologetiek.” „Hij wilde zijn streng denkende vader en agnostische broer eerlijk in de ogen kunnen blijven kijken en niet het geloof proberen te redden door een paar trucjes uit te halen. We moeten ons complete verstand op de Bijbel kunnen loslaten. God kan daartegen. Hij moet het niet hebben van onze zwakheid, maar zoekt ons in onze kracht.”
Toen de bewakers later in Bonhoeffers gevangenis bij een bombardement bij hem aanklopten en om gebed vroegen, gaf die dan ook niet thuis. „Hij pakte dan zijn horloge en zei: Over tien minuten is het over, wegwezen jullie. Overdag zijn jullie ook zo fier. God moet het niet hebben van een bombardement.”
Bij een boek als dat van de arts en neurobioloog Swaab over de bepaaldheid van ons gedrag door onze hersenen moeten we daarom niet op zoek gaan naar gaatjes in de redenering, of onszelf redden door te zeggen dat ons verstand soms ophoudt, aldus prof. Den Hertog. „Het is niet vroom om te zeggen: Nu houd ik maar even op met denken.”
Het is die houding die de theoloog en verzetsman Bonhoeffer ook nu weer aansprekend maakt. „We zien een ontwikkeling van vervreemding van het christelijk geloof. Het knaagt aan ons. Bonhoeffer heeft iets gezien van die nieuwe tijd en is toch niet, zoals zo velen vandaag, het geloof kwijtgeraakt. Hij is gevonden door het Evangelie. Het kan dus: modern mens en christen tegelijk.”
Overigens kwam het voor Bonhoeffer volgens zijn eigen woorden pas tot een levend geloof in Christus door een bezoek aan Amerika. „Hier hoorde hij zwarte predikers die op de man af vroegen of hij Jezus kende. Toen is hij echt christen geworden en zocht hij naar de weg van de navolging.”