Commentaar: Vergeten christenen
In politieke betogen, krantencommentaren en inmiddels ook de geschiedenisboeken wordt gesproken over de Arabische lente. Dat is de naam voor de golf van democratisering die de laatste jaren over een aantal Arabische landen spoelde. Oude machthebbers, vaak dictators, moesten het veld ruimen en nieuwe regeringen traden aan.
Omdat deze nieuwe machthebbers voortgekomen waren uit het volk, kregen de vrijgevochten landen snel het etiket ”democratisch” opgeplakt. De mensheid leek vooruitgang te hebben geboekt. De Arabische volken blij, de waakhonden van de democratische rechtsstaat ook blij.
Inmiddels is wel duidelijk dat deze volken niet zo vrijgevochten zijn en van de regen in de drup terecht zijn gekomen. Met ingehouden adem kijkt de internationale gemeenschap toe hoe de nieuwe machthebbers op soms ondemocratische wijze hun wil opleggen aan de burgers in hun land. De dictators hebben dan wel de aftocht moeten blazen, de dictatuur is nog niet verdwenen. Belangrijkste verandering is dat het militair tenue vervangen is door de djellaba.
Duidelijk is dat het bewind van een militaire of politieke dictator zondermeer moet worden afgewezen. Een dergelijk bewind heeft als basisprincipe mensen te krenken. Maar een les is ook dat westerse landen met een lange democratische traditie niet moeten veronderstellen dat er na het verdwijnen van een militair getinte dictatuur zomaar een democratie komt. Veel volken zijn daar niet aan (direct) aan toe. Men kan zich zelfs afvragen of de democratische staatsvorm in bepaalde culturen ook de beste is. Uiteindelijk is dat een westers model dat past in veel landen, maar niet overal.
Blijft natuurlijk dat ieder mens een aantal universele rechten heeft. Ook al is er binnen sommige kringen bezwaar tegen de term mensenrechten, niet kan worden ontkend dat er in het intermenselijk verkeer fundamentele rechten zijn die ieder dient te respecteren. Daar moet elk bewind ook op worden getoetst. Helder is dat de nieuwe machthebbers in de Arabische landen die toets niet kunnen doorstaan.
Dat is in ieder geval duidelijk op het punt van de godsdienstvrijheid in landen waar de Arabische lente aanbrak. Na het vertrek van de dictators krijgen fanatieke moslims –inderdaad: voortkomend uit het volk– steeds meer de macht in handen. Dat is duidelijk het geval in Egypte, dat dreigt ook in Syrië. Daardoor komen christenen steeds meer in de knel.
Het gevolg is dat steeds meer christenen emigreren naar westerse landen, waar zij zich veilig en geaccepteerd weten. Het effect daarvan is weer dat de groep achterblijvers kleiner wordt, waardoor hun stem steeds minder wordt gehoord en zij verder in de hoek gedrukt (kunnen) worden.
Deze stille exodus lijkt nauwelijks de aandacht te trekken van de internationale gemeenschap. In de contacten met de Arabische landen wordt deze problematiek maar heel beperkt aan de orde gesteld. Met als gevolg dat sommige christenen in de Arabische landen zich verraden voelen en over de resultaten van de Arabische lente bijzonder teleurgesteld zijn. Eerlijk gezegd: wel heel begrijpelijk.