Prof. dr. Dorret Boomsma, verbonden aan de vakgroep biologische psychologie van de VU, was vanaf het eerste uur betrokken bij het Nederlands Tweeling Register (NTR). Ze kwam in 1985 naar de Amsterdamse universiteit voor haar promotieonderzoek. Het onderwerp: erfelijke invloeden op het risico voor hart- en vaataandoeningen. Dit was de eerste studie met meerlingen op de afdeling en er deden alleen Amsterdamse twee- en drielingen aan mee. Een paar jaar later, in 1987, kregen plannen voor het NTR op initiatief van haar begeleider, prof. dr. Orlebeke, vaste vorm.

Erfelijkheidsonderzoek met tweelingen bestond al langer, maar de uitkomsten wisselden per studie. Rond 1970 werd de oorzaak duidelijk: statistici becijferen dat als wetenschappers onderscheid willen maken tussen erfelijke factoren en omgevingsfactoren, ze honderden of zelfs duizenden tweelingparen nodig hebben (zie kader). Het geeft aan waar de schoen wringt: bij eerdere studies waren de onderzoeksgroepen te klein om heldere conclusies te kunnen trekken.

Maar hoe kom je aan zo veel tweelingen?

Hoe het NTR ontstond en waarom wetenschappers graag onderzoek doen met tweelingen is te lezen in het Reformatorisch Dagblad van zaterdag 2 februari.