Opinie

Laat SGP zich niet meevoeren met emancipatiegolf

De SGP dient het voorbeeld van de drie vrienden van Daniël te volgen en niet te buigen voor het afgodsbeeld van de emancipatie, stelt ds. G. Hoogerland.

Ds. G. Hoogerland
5 February 2013 14:56Gewijzigd op 15 November 2020 01:46

In het dal van Dura staat een gouden beeld hoog opgericht. Allen moeten knielen voor dat gouden beeld. Wie het niet doet, wacht de vurige oven. De muziek klinkt indringend. De roep weerklinkt: ”Knielt!” De massa valt neer voor het gouden beeld. Drie jongelingen blijven staan. Het zijn dienstknechten van de allerhoogste God. Ze bezwijken niet onder druk van de massa en onder de dreigementen van de vurige oven. Wat een getuigenis!

In Nederland staat het beeld van de emancipatie hoog opgericht. Allen moeten knielen. Zo niet, dan weg ermee. De muziek klinkt, de muziek van de emancipatiebeweging, de muziek van het Clara Wichmann Instituut. Het bevel klinkt, van de Nederlandse rechter, van de Raad van State, van de regering, van het Europese hof. Het bevel wacht op een antwoord: buigen, of Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen.

De Staatkundig Gereformeerde Partij heeft een standpunt ingenomen. Binnenkort zal dit standpunt al of niet worden bekrachtigd door de algemene vergadering. Het passieve kiesrecht zal formeel wel of niet worden opengesteld voor vrouwen. Het Nederlandse volk kijkt toe. Zullen de SGP’ers knielen? De reformatorische gezindte wordt op de proef gesteld. Nog niet zo lang geleden had de SGP een sleutelpositie in de politiek en behaalde ze een ongedachte verkiezingsuitslag. Nu is er de vuurproef. De Heere, Die uit de hemel neerziet en ons in die beproeving brengt, ziet toe.

Met zorg hebben we kennisgenomen van het standpunt van het hoofdbestuur; ook al hebben we begrip voor de uiterst moeilijke positie waarin het zich bevindt. Met nog meer zorg en ook met droefheid vernemen we dat een groot deel van onze gezindte er geen moeite (meer) mee heeft om te knielen voor dit gouden beeld en zo het passieve vrouwenkiesrecht te aanvaarden of in elk geval een compromis te accepteren.

Misschien omdat men zich in de gronden waarop in het verleden dit kiesrecht zo krachtig is afgewezen, niet meer kan vinden. Misschien omdat men redeneert dat door wat toe te geven de stem van de SGP nog kan blijven klinken in Nederland. Misschien omdat men eigen voordeel hoger acht dan het gehoorzamen aan Gods Woord. Maar ten diepste is elk compromis een verloochening van het aloude principiële standpunt, een breuk met onze voorgeslachten, die dit standpunt met volle overtuiging handhaafden. Het is een prijsgeven van Gods Woord en een buigen voor de eis van het Clara Wichmann Instituut in plaats van een onvoorwaardelijk buigen voor God.

Er zijn mensen die beven bij de gedachte dat wij zullen gaan buigen voor het gouden beeld. Mensen die door alles heen begeren die genade te mogen beoefenen om met de jongelingen te zeggen: „U zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen eren.” Mensen die begeren in praktijk te brengen wat in onze Heidelberger staat geschreven „(…) alzo, dat ik eer van alle schepselen afga, en die varen late, dan dat ik in het allerminste tegen Zijn wil doe.” (HC zondag 34)

Maar wat als het gevolg daarvan zou zijn dat de SGP verboden werd? Wat zouden die jongelingen daarop hebben geantwoord? Hebben ze geredeneerd: Als we nu eens een klein beetje meebuigen en de koning is wat toegeeflijk, dan kunnen we nog zo veel betekenen voor de koning en het hof en misschien wel voor ons volk? Ze redeneerden niet. Ze gehoorzaamden alleen. En zijn ze er beschaamd mee uitgekomen? Heeft God niet Zelf voor Zijn eer gezorgd?

Zou een gedwongen vertrek van de drie mannen uit de Tweede Kamer niet een getuigenis zijn voor heel Nederland dat er nog een volk is dat Gode meer gehoorzaamt dan de mensen? Zou dat niet meer respect afdwingen en bovenal: zou dat niet meer tot eer van de allerhoogste God zijn, dan het meebuigen met de knielende massa? En als we dan tot onze droefheid moeten waarnemen dat het getrouwe Bijbelse getuigenis in ons land tot zwijgen gebracht werd, is het dan niet Nederland zelf die die stem het zwijgen heeft opgelegd? Zou dat niet een ernstig oordeel zijn voor ons volk, een oordeel dat het zelf over zich heeft gehaald?

De Zoon van God verscheen aan deze drie jongelingen in de oven. Zijn ze beschaamd uitgekomen? Kwam God niet juist aan Zijn eer door de stipte gehoorzaamheid van Zijn dienstknechten? De Heere geve ons die genade om staande te blijven. Hij gedenke ons arme land en volk. Hij gedenke onze reformatorische gezindte in deze uiterst ernstige tijd.

Ons geweten dringt ertoe deze waarschuwing te schrijven. Niet om het beter te weten. Niet om te polariseren. Maar we vrezen dat, door een stap te zetten in de richting van de emancipatiebeweging, God een stap van ons terug zal doen. Dat we wel onze positie als partij behouden, maar dat we Gods gunst kwijtraken. Een aangrijpende gedachte. De Heere geve ons door alles heen elkaar niet los te laten, maar elkaar neer te leggen aan de genadetroon.

De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Stolwijk.

Meer over
SGP onder vuur

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer