Binnenland

Slager en Zwemer over gevolgen watersnood

Na de watersnood heeft Zeeland zich snel ontwikkeld. Rechte wegen, tractoren, fatsoenlijke huizen en mobiliteit. Het is wrang dat Zeeland mede door de ramp waarbij zulke grote verliezen zijn geleden er flink vooruit op is gegaan.

Henk van den Berge en Ben Provoost
1 February 2013 06:39Gewijzigd op 15 November 2020 01:42
De regering geeft de getroffen bedrijven geld om er bovenop te komen. Boeren vervangen hun verdronken paarden door tractoren. Foto ANP
De regering geeft de getroffen bedrijven geld om er bovenop te komen. Boeren vervangen hun verdronken paarden door tractoren. Foto ANP

Journalist Kees Slager (1938) is daar stellig over. Historicus dr. Jan Zwemer nuanceert dat beeld. „Ook zonder watersnood was Zeeland geworden tot wat het nu is. Je kunt hooguit zeggen dat de ramp als katalysator heeft gefungeerd.”

Gebrek aan kennis kan Slager niet ontzegd worden. Hij is een autoriteit op het gebied van de watersnood. Drie boeken wijdde de oud-journalist van Het Vrije Volk aan 1953. In 1992 zag zijn publicatie ”De ramp. Een reconstructie van de watersnood van 1953” het licht. Ruim tien jaar later beleefde het boek, zoals in het woord vooraf staat, „een herziening en uitbreiding.” Zijn jongste pennenvrucht over de ramp van 1953 verscheen drie jaar geleden en draagt de bescheiden maar veelzeggende titel ”Watersnood”.

Zelf maakte Slager als jonge tiener de watersnood bewust mee. Naar zijn zeggen was de ramp een groot avontuur. „Ik ben opgegroeid in Scherpenisse, een dorpje op het Zeeuwse eiland Tholen dat niet werd getroffen. Ook in mijn directe familie waren geen slachtoffers te betreuren. Als 14-jarig jochie beleefde ik februari 1953 als een tijd van spanning en avontuur. Ik viel van de ene sensatie in de andere. Een dag na de watersnood dropten vliegtuigen voedsel boven ons dorp. En toen ik anderhalve week later weer naar de hbs moest in Bergen op Zoom, reed er in plaats van een buslijndienst een DUKW, een amfibievoertuig.”

Behalve avontuur zag Slager ook de harde werkelijkheid onder ogen. „Zondagmiddag 1 februari ging ik met een groepje vrienden over de dijk naar Sint Maartensdijk. We liepen met onze rug naar de wind. Het waaide zo hard dat onze adem er letterlijk door werd afgesneden. Toen we eindelijk op het marktplein in het dorp aankwamen, troffen we hinnikende paarden, mekkerende schapen en blatende geiten aan. In de straten was het een chaos. We sloten ons aan bij een groepje mensen die het nieuws via de radio op de voet volgden. Na een tijdje stopte er een auto. Toen het portier werd geopend, zagen wij een deken met daaronder het lichaam van iemand die verdronken was. Onze plannen om ook nog een kijkje te nemen in Stavenisse waren als sneeuw voor de zon verdwenen.”

Kansen

Zuidwest-Nederland huilt na de watersnood om de vele slachtoffers en de enorme ravage die het water heeft aangericht. Veel tijd om bij de pakken neer te zitten is er echter niet. Er is werk aan de winkel, veel werk. Voor arbeiders breken er betere tijden aan. Slager: „Mijn vader kreeg kansen en greep die ook. Hij richtte een eigen bedrijfje op. Veel arbeiders volgden zijn voorbeeld. De volkswijsheid ”wie voor een dubbeltje geboren wordt, wordt nooit een kwartje” ging niet langer meer op.”

De landbouw ontwikkelt zich na de ramp snel. Er was al sprake van mechanisatie, maar om de getroffen bedrijven er bovenop te helpen geeft de regering extra steun voor de aanschaf van machines. De duizenden paarden die door de watersnood zijn verdronken, worden vervangen door tractoren. De herverkaveling heeft ingrijpende gevolgen voor het landschap. Polders worden heringericht, kromme dijkjes en kronkelwegen rechtgetrokken. Was vroeger alleen de straat rond de kerk verhard, enkele jaren na de watersnood lag er zelfs op de polderwegen asfalt.

Slager: „Het aanzien van de polder veranderde ingrijpend. Overal doemden nieuwe huizen op, compleet met keuken en douche. Moderne boerenbedrijven rezen als paddenstoelen uit de grond. Sommige dorpen kregen zelfs een bedrijventerrein. Het traditionele landschap begon steeds meer op de Flevopolder te lijken. De watersnood heeft de moderniteit met kracht Zeeland ingeslingerd.”

Deltawerken

De ontwikkeling gaat verder in de jaren zestig van de vorige eeuw. Met de watersnood nog vers in het geheugen is de gedachte aan een nieuwe ramp voor velen een schrikbeeld. Daardoor komen de plannen voor de Deltawerken in een stroomversnelling. Met de aanleg van de Grevelingendam worden de noordelijke Zeeuwse eilanden met het vasteland van Zuid-Holland verbonden. Dit heeft grote gevolgen voor het woon-werkverkeer. Slager: „Hierdoor gingen veel landarbeiders ’s winters in de Rotterdamse haven werken. In mijn jeugd had ieder bedrijf in de haven een eigen bus waarmee arbeiders tussen huis en werk pendelden.”

Het toerisme speelt dankbaar in op de toegenomen mobiliteit. „Op de koppen van de Zeeuwse eilanden had je altijd al vakantiegangers, maar door de dammen steeg de recreatie tot enorme proporties. Grote drommen toeristen streken neer langs de Zeeuwse wateren. In plaatsen als Renesse, Haamstede en Bruinisse werden grote vakantieparken aangelegd”, aldus Slager.

Ook de Zeeuwen ontdekken nu de schoonheid van hun eigen gebied. Na eeuwen van strijd met het water verandert door de Deltawerken de zee van een vijand in een bondgenoot, stelt historicus Zwemer. „De traditionele Zeeuw stond altijd met de rug naar de zee. Telkens opnieuw was er de dreiging van het water. Bovendien was hij altijd aan het werk. De moderne Zeeuw daarentegen kende welvaart en vrije tijd. Daardoor veranderde de mentaliteit. Langzaam kwam er een zwemcultuur op gang. Zeeuwen werden meer genieters.” Slager zegt grijnzend: „Zeeuwen zijn normale Nederlanders geworden.”

Tweede Wereldoorlog

In tegenstelling tot Slager meent Zwemer dat de moderniteit en de welvaart in Zeeland niet direct kunnen worden toegeschreven aan de watersnood. Liever legt de historicus de vinger bij de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. „Na de oorlog was er veel werk. Nederland dacht maar aan één ding: wederopbouw. De regering voer een linkse koers en bemoeide zich met de loonvorming. De staat wilde zo veel mogelijk mensen aan het werk krijgen. Dat maakte de positie van de werknemers sterker ten opzichte van hun werkgever. Langzaam kregen ook de arbeiders wat geld te besteden.”

Zwemer ziet de watersnood eerder als versneller dan als veroorzaker van het proces van modernisering. „Als de watersnood er niet was geweest, had de moderniteit Zeeland ook wel bereikt. Nu ging het alleen wat sneller. Neem West- en Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Het eerste gebied werd getroffen door de watersnood. Het tweede niet. Toch zie je in beide gebieden dezelfde moderniseringsprocessen. Je kunt die beweging dus moeilijk aan de watersnood toeschrijven. Heel Nederland werd in de jaren zestig van de vorige eeuw overspoeld door een welvaartsgolf.”

Geloof

Hebben de watersnood en de daaropvolgende decennia van modernisering zijn sporen getrokken in het religieuze leven van de Zeeuwen? Zwemer meent van wel. „De eerste periode na de ramp zaten de kerken voller dan anders. Op sommige plaatsen viel de kerkelijke gescheidenheid tijdelijk weg. Soms kwam dat doordat het eigen kerkgebouw verwoest was en er weinig anders opzat dan een gezamenlijke dienst te organiseren. Ook kwam het voor dat het aantal overgebleven mensen in een dorp zo klein was geworden dat men om die reden met elkaar optrok.”

Een bijzondere vorm van oecumene beleven leden van behoudende kerken op Tholen. Door evacuatie verblijven veel inwoners van het eiland tijdelijk in het rooms-katholieke Brabant. „Voor veel Tholenaren betekende dit verblijf een cultuurschok. Zij waren opgevoed met het idee dat de rooms-katholieke kerk afgodische trekken vertoonde. Nu kwamen zij in aanraking met rooms-katholieke medemensen die hen over het algemeen erg gastvrij ontvingen. Er ontstonden vriendschappen en velen dachten voortaan heel wat positiever over de rooms-katholieken.”

Geknutsel

Hoewel de Deltawerken het veiligheidsgevoel van de bevolking hebben verhoogd, is er ook meer oog gekomen voor de nadelen ervan voor de flora en fauna in het water. „Het geknutsel aan de natuur zorgt voor onverwachte gevolgen”, zegt Slager. „De slikken en schorren in de Oosterschelde dreigen bijvoorbeeld te verdwijnen. Maar we moeten ook niet doorslaan naar de andere kant. Op verschillende plaatsen worden binnendijks nieuwe natuurgebieden aangelegd, maar die zijn vaak zo saai als ik weet niet wat. Dat zijn stadse fratsen. Het land is van oudsher ingepolderd voor landbouwgrond. Dat hoort bij de identiteit van Zeeland.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer