Kerken in Amerika erkennen elkaars doop
AUSTIN – Een vijftal kerken in de Verenigde Staten hebben dinsdag een document ondertekend waarin ze elkaars doop erkennen.
Na zes jaar overleg tekenden afgevaardigden van de Rooms-Katholieke Kerk van Amerika, de Reformed Church, de Presbyterian Church (PCUSA), de Christian Reformed Church en de United Church of Christ dinsdagavond een verklaring van wederzijdse erkenning van de doop tijdens een dankdienst in de kathedraal St. Mary’s in de Texaanse stad Austin. De dienst viel onder verantwoordelijkheid van de Amerikaanse kerkenkoepel The Christian Churches Together, een organisatie uit 2001 die kerken bij elkaar wil brengen. Dat maakte de Christian Post woensdag bekend.
Het document luidt als volgt: „Samen bevestigen we dat door het sacrament van de doop een persoon waarlijk is opgenomen in het lichaam van Christus (1 Kor. 12:13 en 27, Ef. 1:22 en 23), de kerk. De doop bevestigt de band van eenheid die bestaat tussen allen die deel uitmaken van het lichaam van Christus, en die is daarom de sacramentale basis voor onze inspanningen om te komen tot zichtbare eenheid. Wij verheugen ons in het algemeen geloof dat we delen en bevestigen dat in dit document. Wij zien in dat de weg naar volledige, zichtbare eenheid afhangt van openheid voor Gods genade en ootmoed voor de werking van Gods Geest onder ons.”
Ds. Joel Boot van de Christian Reformed Church, een gereformeerde kerk met Nederlandse wortels, zei dankbaar te zijn dat een stap is gezet in de richting van christelijke eenheid „over een centraal element in ons geloof.” De gezamenlijke verklaring houdt volgens hem in dat de kerk respect toont voor de dooppraktijk in andere kerken en dat een kerklid, dat overstapt naar een andere kerk, niet opnieuw hoeft te worden gedoopt.
Hij sprak ook over zijn achtergrond en de stap tot eenheid. „Het deel [van de kerk] waar ik geboren ben, verklaarde krachtig en verdedigde de goddelijke eenheid en de daaruit voortvloeiende eenheid van Zijn lichaam. Maar ook kozen we ervoor onszelf te omschrijven in woorden wat we niet zijn, wie we niet waren, en met wie we het niet eens waren en geen eenheid konden hebben.”
Toch bleef de wens tot eenwording levend en is het strikte afbakenen van de eigen grenzen langzaam afgenomen. Ds. Boot citeerde uit Efeze 4: „Één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is.”