NIEUWERKERK A/D IJSSEL – „Ze waren ons vergeten”, zo zeggen de voormalige binnenvaartschippers Cor Heuvelman (81) en Hannes van Vliet (88) na bijna zestig jaar. Ze doelen daarmee op hun grote aandeel in de geslaagde reddingsoperatie om het gat bij de Groenendijk in Nieuwerkerk aan den IJssel te dichten bij de watersnood van 1 februari 1953.
De Ouderkerkse schipper Arie Evegroen manoeuvreerde toen zijn schip De Twee Gebroeders in de dijk en kreeg daarvoor alle lof. „Maar zonder Heuvelman had Evegroen het nooit gered”, vertelt de uit Ouderkerk aan den IJssel afkomstige Van Vliet.
Regelmatig praten de goede vrienden, samen goed voor 110 dienstjaren in de binnenvaart, met elkaar over de aangrijpendste gebeurtenis uit hun schippersleven. Hun gedachten gaan ook nu weer terug naar hun bijzondere en bizarre opdracht in die ijskoude nacht en ochtend van 1 februari. Heuvelman voer toentertijd met zijn vader op het schip Inconstant en lag voor reparatie in Ouderkerk. Van Vliet lag thuis voor de wal aan de IJssellaan. Beiden zagen al van tevoren dat het dat etmaal zou gaan spoken. „We zagen het onheil ’s avonds al aankomen. Het was zeer hoog water, terwijl het laag water moest zijn. En het moest nog vloed worden. Bovendien was het een noordwesterstorm. We zijn de hele nacht wakker gebleven”, aldus de twee.
Het schip van de Krimpense familie Heuvelman lag die zaterdagavond met nog twee andere schepen aan de kant, waaronder de 18 meter lange aak van Evegroen. Uit voorzorg vanwege het zware weer voeren de drie gezamenlijk naar de overkant in de haven aan de Kortenoord bij Nieuwerkerk. „Toen kwam burgemeester Vogelaar ons ’s morgens vroeg vertellen dat een van de schepen naar het gat in de dijk moest varen. Aangezien de twee andere schepen, 38 meter lang en 300 ton zwaar, te fors waren, viel de keuze op het schip van Evegroen.”
Met gevaar voor eigen leven diende de 22-jarige Heuvelman zich zonder aarzelen aan om Evegroen te helpen het schip naar de plek des onheils te loodsen. „Gevaar kende ik toen nog niet. Ik ben op het water geboren en net als een boer altijd met het weer bezig. Ik heb veel zware weersomstandigheden meegemaakt. Je weet niet anders. Je groeit ermee op.”
Heuvelman begreep wel dat hij niet voor een alledaagse klusje de deur uit moest. „Het stormde. Het water was hoog. En het was berekoud. Ik ben met die Evegroen meegegaan, die ik overigens helemaal niet kende. Het zou zeer moeilijk worden, maar we moesten het proberen. We namen wel onze eigen roeiboot mee als reddingboot voor onszelf.”
Evegroen wilde en kon het volgens de twee eigenlijk niet. „Maar ja, het was zijn scheepje, zijn eigendom”, zegt Heuvelman. „En toen Evegroen bij de doorbraak aankwam, zonk de moed helemaal in de schoenen. Hij besefte dat het schip door het gat de polder in kon slaan. Desondanks moesten we het proberen.”
Op advies van Heuvelman voer Evegroen in de wind op tegen de dijk aan. „De voorkant van het schip werd in de dijk geplaatst. Om te voorkomen dat deze zou wegschieten, gooide ik vanaf de kop een touwtje naar de vele mensen die al op de dijk stonden. Ze hielden zo de kop vast.”
Vervolgens zwenkte het achtersteven van het schip naar het gat. De natuur en de (weers)omstandigheden deden de rest. „Het schip klapte als een sluisdeur tegen de kant en zoog zich –door de enorme stroming– in het gat. Het leek alsof het scheepje er precies voor gemaakt was. Het bleef aan weerskanten prachtig hangen. We hadden geen meter over.”
Na een lange dag zwoegen onder erbarmelijke omstandigheden verdwenen Heuvelman en Van Vliet in de anonimiteit. Bijna 56 jaar na dato werden de twee voormalige binnenvaartschippers alsnog geëerd voor hun heldendaden. Op 7 januari 2009 kreeg het vergeten duo uit handen van de Nieuwerkerker burgemeester Bonthuis een zilveren medaille van de Stichting Carnegie Heldenfonds omgehangen. Door hun bijdrage aan het redden van de dijk werden duizenden mensenlevens in het achterland gespaard.