Kässmann heeft moeite met ”O hoofd vol bloed en wonden”
Ouder worden, scheiden, lijden ervaren: thema’s waarover mensen niet makkelijk praten. Margot Kässmann doet dat wel en schreef een bestseller die nu in het Nederlands is vertaald. De kern: „God kent het lijden.”
Duitslands bekendste theologe (zie kader) was afgelopen weekend in Amsterdam voor de promotie van haar boek ”Midden in het leven” (uitg. Meinema). Zondag ging ze voor in de Oude Lutherse Kerk in Amsterdam. In haar hotel neemt ze de dag ervoor even de tijd voor een gesprek.
Wat is het geheim van dit boek?
„De enige verklaring die ik heb, is dat veel christelijke vrouwen van boven de veertig dezelfde vragen hebben over de balans vinden, zoals tussen kinderen die het huis uitgaan en ouders die oud worden. Mijn leven is begrensd, hoe kan ik de laatste twintig, dertig jaar bewust leven? Heeft mijn leven zin? Ik heb ook veel reacties gekregen waarin vrouwen zeggen: het las alsof ik met mijn vriendin aan het praten was.”
Maar er zijn natuurlijk meer boeken die deze thema’s aansnijden.
„Vroeger was het vanzelfsprekend dat het christelijk geloof iets met de dagelijkse praktijk te maken had, maar nu niet meer. Ik probeer het weer met zaken te verbinden; met de opvoeding, of als ik ziek word, of als mijn huwelijk vastloopt. Het geloof is geen kwestie van wat wel en niet mag, een opgeheven vinger die van boven komt en zegt: zo moet je leven. Die toon probeer ik te vermijden. Ik zeg: zo kun je leven en zo kan geloof ook heel positief, als kracht in je leven werken.”
Wat wilde u de lezers vooral meegeven?
„Verstop je niet met je geloof en schaam je er niet voor dat je christen bent, maar leef het bewust uit. Het christendom is een religie die heel goed bij het dagelijks leven past. Ik heb de indruk dat in de West-Europese maatschappij veel mensen zich ervoor schamen dat ze geloven. Daar heb je het niet over, je wilt er niet op aangekeken worden dat je dat nodig hebt. De verlichte mens denkt dat hij God niet nodig heeft. Maar de mens heeft niet genoeg aan zichzelf, dat blijkt wel als er problemen komen die ze niet aankunnen.”
Is het geloof er voor u dan voor de crisismomenten?
„Zo zie ik het niet. Ik heb laatst drie uur gesproken met een vrouw wier dochter van 28 zelfmoord had gepleegd. Ze was in een absolute levenscrisis en kon het niet begrijpen. Onze maatschappij vermijdt de dood. Dat je zou kunnen sterven, dat zou niet zo moeten zijn. Maar het christendom kan met het sterven omgaan als zijnde een deel van het leven. Dat helpt. Als mensen kanker krijgen, hoor ik hen vaak zeggen: waarom ik? Maar we zouden eigenlijk moeten zeggen: waarom ik niet? De statistieken laten zien dat het best waarschijnlijk is dat ik kanker krijg.”
Een van uw recensenten schreef dat u eigenlijk altijd zegt dat het geen probleem is om problemen te hebben. Dat het normaal is.
„Is dat zo? Misschien wel, ja. Het troost en bemoedigt velen bij het lezen van mijn boeken om te zien dat zelfs Margot Kässmann, die als bisschop toch heel succesvol was, problemen heeft. Veel mensen verzwijgen hun problemen, ook christenen. Alsof je door het geloof geen problemen mag hebben. Ze hebben moeilijke kinderen en ze zwijgen erover. Men moet succes hebben. Maar succes is niet iets wat zou moeten tellen voor christenen. Jezus was totaal niet succesvol. Hij faalde, al op Zijn drieëndertigste werd Hij terechtgesteld. En de eerste volgelingen hadden de eerste ronde van de talentenjacht Idols ook nooit gehaald. De een verraadt Jezus, de ander was misschien een prostituee. Het was geen succesvolle club.”
U hebt zelf ervaren wat het is om te scheiden. Welke raad geeft u aan hen van wie het huwelijk dreigt vast te lopen?
„In de eerste plaats: doe er alles aan om bij elkaar te blijven. Je moet er absoluut voor vechten. Als ik hoor van mensen die al na twee jaar huwelijk gaan scheiden…
Maar in de tweede plaats, als je gesprek om samen te blijven toch mislukt, bedenk dan dat het niet het einde van alles is. Je kunt ook alleen leven, dat is niet hetzelfde als eenzaam zijn. Je kunt een nieuw begin maken. Vaak hebben mensen het gevoel dat alles aan levensplannen kapotgegaan is. Maar er komt een tijd dat je weer zult lachen. Dat vind ik belangrijk om in zulke tijden te zeggen.”
U schrijft ook over het lijden; u heeft ermee te maken gehad toen zich bij u borstkanker openbaarde. U gelooft niet dat lijden ooit een straf kan zijn. Hoe ervaart u het dan wel, als christen?
„Ik geloof inderdaad niet dat er een samenhang is tussen dat wat je doet en dat wat je overkomt. Want Jezus heeft mensen genezen en liet Zich aanraken door de bloedvloeiende vrouw. Nooit weigerde Hij te genezen. Alsof zieken minder door God geliefd zouden worden. Alsof Hij alleen een God is van de gezonden en succesvollen, zoals het soms in pseudoreligie in Amerika wordt voorgesteld. Jezus heeft geleden, dus God kent Zelf het lijden en het falen. En als God het kent, kan ik me heel anders aan Hem toevertrouwen. Ik ben er dan mee in God opgenomen. Ik word boos als mensen door het lijden zeggen: nu kan ik niet meer in God geloven. Geloof verhindert het lijden niet, het is niet iets magisch. Juist als ik lijd, kan ik in God geloven, omdat God het lijden kent. Dat geeft er een heel andere kleur aan.”
Maar heeft het kruis ook iets te maken met onze zonden? Is het onze verzoening met God?
„Daarover is in Duitsland momenteel veel debat. Ik heb zelf moeite met de offertheologie, met een lied als ”O hoofd vol bloed en wonden”, met de gedachte dat Christus moet lijden omdat ik zo zondig ben. Dat heeft mensen denk ik ook vaak een schuldgevoel gegeven. We mogen geloven dat God ons hoe dan ook liefheeft en leven toezegt. Dat is de evangelische rechtvaardigingsleer.
Verzoening betekent voor mij dat God toont dat deze wereld niet godverlaten is, ondanks al het lijden. Ik kan het „voor mij”, dat Christus voor mij gestorven is, alleen zien als een signaal dat God mijn lijden kent. Maar dat mijn zonden God aan het kruis gebracht zouden hebben, dat is voor mij een deprimerend godsbeeld. Ik kan me dat niet voorstellen.”
Maar was dat niet precies de kern van Luthers theologie? U bent ambassadeur van de Reformatieherdenking.
„Er is onlangs een biografie over Luther verschenen waarin de auteur, Heinz Schilling, heel goed laat zien in wat voor waanzinnige angst Luther leefde door de tijdgeest van toen. Dat sloeg bij hem om in een diep Godsvertrouwen. Hij begreep dat hij niets kon presteren wat hem voor God rechtvaardig zou maken, maar dat hij ook niet zo slecht kon zijn dat daardoor iets zou veranderen in Gods verhouding tot hem. Dat is de vrijheid.”
Maar deze rechtvaardigingsleer is toch voor Luther op de een of andere manier gefundeerd in het werk van Christus?
„Het gaat om het godsbeeld. Een God Die Zijn eigen Zoon bloedig offert, is dat een godsbeeld dat voor mij leidend kan zijn? Ik spreek overigens liever over overgave dan over offer. Christus’ overgave heeft het onnodig gemaakt dat mensen nog voor hun geloof moeten sterven. Er zijn geen nieuwe slachtoffers nodig. Maar zoals ik zei, het is bij ons momenteel een enorm theologisch debat waarbij de emoties vaak hoog oplopen.
Een God Die Zelf het lijden kent en onmachtig blijft te midden van het geweld van de wereld, die kan ik aannemen. Overigens is dat een moeilijk punt in het oecumenisch gesprek met andere godsdiensten. Moslims begrijpen dit totaal niet. Met Bonhoeffer zeg ik dat het de uitdaging voor de theologie is om de onmacht en de almacht van God samen te brengen en te houden. Dat is heel moeilijk. Er blijft ook altijd een verborgen God, zoals Luther zegt. We kunnen alleen begrijpen wat we van Jezus zien.”
U verbindt in uw boek het uit huis gaan van de kinderen met de gelijkenis van de verloren zoon. Past dat op die manier? Wat is de Bijbel voor u?
„Het levensboek, waarin mensen hun geloofservaring hebben opgeschreven. Ik moet zeggen dat ik de historisch-kritische methode heel behulpzaam vind. We hoeven niet altijd bang te zijn of we de Bijbel wel goed begrepen hebben. We kunnen denk ik gewoon de verhalen lezen en zien hoe die inwerken op onze levens.”
Gelooft u ook dat Bijbel openbaring is?
„God heeft de Bijbel niet geschreven, als een dictaat uit de hemel. Het is een boek dat de geloofservaring van mensen schildert.”
Maar zijn we dan uiteindelijk toch niet met elkaar alleen?
„Nee, want mensen hebben God wel als sprekend, als levend ervaren. Ze hebben bemoediging van God ontvangen. Hoe God is kunnen we zien uit de gelijkenissen van Jezus. Zoals een wijnboer, die… Zoals een herder, die… Maar Wie God is, dat weten we pas op de dag dat alles geopenbaard zal worden.”
Het eeuwige leven.
„Ik geloof erin, maar we zullen verrast zijn over hoe het zal zijn.”
U bent op allerlei niveaus werkzaam geweest in de EKD. Hoe gaat het verder met de Duitse vaderlandse kerk?
„De kerk zal zich moeten inzetten om op heel basaal niveau het geloof weer door te geven, de verhalen, de gebeden, de rituelen. Dat is de grote uitdaging, want er is een enorme afbraak van de traditie. De kerk zal maatschappelijk voorlopig nog wel een grote rol blijven spelen, want ze wordt telkens weer bevraagd op ethische thema’s. We verliezen wel aan betekenis, maar met Luther zeg ik: Wij zijn het niet die de kerk bewaren, onze voorvaderen waren het niet, maar God is het Die de kerk draagt. Dat zal niet veranderen.”
Margot Kässmann (54) geldt als de bekendste theologe van Duitsland. Ze promoveerde op een studie over de oecumene en schreef tientallen boeken, waaronder meerdere bestsellers; van haar boek ”In der Mitte des Lebens” verschenen 432.000 exemplaren en vertalingen in het Frans, Italiaans, Koreaans en onlangs in het Nederlands. De directe en open manier waarop ze geloof en dagelijks leven met elkaar verbindt, maakt haar een graag geziene gast op radio en tv. Met haar vaak linkse stellingnames heeft ze veel invloed: toen ze de Duitse bijdrage aan de oorlog in Afghanistan veroordeelde, laaiden de emoties en het debat hierover hoog op. Ze heeft vier dochters en scheidde in 2007.
Kässmann werd in 2009 met grote meerderheid gekozen tot eerste vrouwelijke raadsvoorzitter, de hoogste bisschop van de Evangelische Kirche in Deutschland (EKD), als opvolgster van Wolfgang Huber. Na vier maanden trad ze echter weer terug, nadat ze in haar woonplaats Hannover in haar auto was aangehouden met te veel alcohol in haar bloed. Ze verwierf door deze stap veel krediet. Redacteur Lodewijk Dros van dagblad Trouw noemde Kässmann iemand van de „buitencategorie.” „Een ster die met haar snelle ontslag graaiende bankiers, wegkijkende bisschoppen en miskleunende politici beschaamde.” Kässmann zelf zei na het incident dat ze „niet dieper kon vallen dan in Gods hand.” In een interview hekelde ze de neiging van media om bij alles terug te grijpen op dit incident: „Ik kan toch niet alleen worden vastgelegd op die vier minuten van mijn leven.”
Kässmann heeft ook critici; men verwijt haar een te vlakke theologie, een te snelle exegese en een te simplistische politieke stellingname. Momenteel is de theologe en predikante ambassadeur voor de herdenking van 500 jaar Reformatie.