„Herstel eurozone vergt tijd”
FRANKFURT – De rust in de eurozone is voorlopig teruggekeerd, maar het zal nog heel lang duren voordat de grote verschillen tussen de eurolanden zijn opgelost. Dat stelt de gerenommeerde Duitse econoom Hans-Werner Sinn in een dinsdag gepubliceerd artikel in de Duitse krant Frankfurter Allgemeine Zeitung.
De lonen en prijzen in het zuiden moeten nog aanzienlijk dalen, terwijl de prijzen in Duitsland flink omhoog zullen moeten om de muntunie weer in evenwicht te krijgen, aldus Sinn.
Volgens de econoom moeten zuidelijke landen als Griekenland, Portugal en Spanje hun prijsniveau de komende jaren met zo’n 30 procent zien te verlagen ten opzichte van het gemiddelde in de eurozone, terwijl Frankrijk 20 procent goedkoper moet worden. Het prijsniveau in Duitsland zou daarentegen met zo’n 20 procent moeten stijgen.
Sinds de invoering van de euro zijn de lonen en prijzen in de zuidelijke eurolanden veel te hard gestegen, waardoor landen als Spanje en Griekenland zich uit de markt hebben geprijsd, stelt Sinn. Volgens de econoom is in die situatie nog altijd bijzonder weinig veranderd.
Om tot het nieuwe evenwicht te komen, moet de inflatie in de verschillende eurolanden de komende tien jaar sterk uiteenlopen. Om een situatie met structureel dalende prijzen (deflatie) in het zuiden te voorkomen, zou het gemiddelde prijspeil in Duitsland in die periode jaarlijks met 5,5 procent moeten stijgen, terwijl de inflatie in de eurozone dan gemiddeld 3,6 procent zou moeten zijn.
Als een deflatie van jaarlijks 1,3 procent in Spanje wordt toegestaan, zou de Duitse inflatie jaarlijks nog altijd 4,1 procent moeten bedragen, rekent Sinn voor. De inflatie in Frankrijk moet dan tien jaar lang stabiel blijven. „Hoe dan ook wacht er een bijzonder moeilijke periode van aanpassingen in Zuid-Europa en Frankrijk, die de bevolking van die landen voor een grote uitdaging stelt. Van de noodzakelijke prijsverlagingen is vooralsnog bijna niets terechtgekomen.”
De Duitse industrie verwacht intussen dat de Duitse economie vanaf het voorjaar een opleving zal laten zien, na een zwak begin van het jaar. Voor heel 2013 rekent de Duitse brancheorganisatie voor de industrie, BDI, op een groei van 0,8 procent, terwijl de Duitse regering van een groei van 0,4 procent uitgaat. Dat liet de nieuwe BDI-president, Ulrich Grillo, dinsdag weten.
„Het eerste kwartaal van 2013 zal weliswaar zwak zijn, maar het BDI ziet goede kansen dat de Duitse economie in de loop van het jaar duidelijk aan vaart zal winnen. Voor heel 2013 zijn wij optimistisch”, aldus Grillo, die begin dit jaar aantrad.
Volgens de BDI-voorzitter zal de groei vooral worden gedreven door de export. De branchevereniging rekent voor dit jaar op een exporttoename van minstens 3 procent. Dat zal ook bijdragen aan hogere investeringen door Duitse ondernemingen.