Vrijheid én beknotting in ex-Sovjet-Unie
Evangeliseren onder barre omstandigheden, nieuwe vrijheid om het Evangelie te verkondigen; maar ook druk en tegenwerking in Centraal-Aziatische landen. „In het spanningsveld van ongekende mogelijkheden voor het Evangelie en toenemende vervolging opereert stichting Friedensstimme”, zei medewerker Edwin Baelde zaterdag, tijdens de jaarlijkse ontmoetingsdag van Friedensstimme in Barneveld. Zo’n 1200 bezoekers woonden de bijeenkomst bij.
Twee evangelisten uit de voormalige Sovjet-Unie stonden in het middelpunt: Sergej Jelisejev uit Siberië en Radzjan Bajzjigitov uit Kazachstan. Sergej vertelde hoe hij zijn werk als evangelist doet vanuit Kansk, een smerige stad die zich bezig houdt met oorlogsindustrie. De gemeente die eerst uit enkele oude vrouwen bestond, is gegroeid en gemeenteleden staan nu te dringen om in de dorpen het Evangelie te verkondigen.
Sergej dankte de aanwezigen voor de vele Bijbels die zijn gemeente uit Nederland ontvangt. „Er zijn veel Bijbels en literatuur beschikbaar, maar als men in de dorpen komt, blijkt hoeveel tekorten er nog zijn. Soms hebben mensen echter wel Bijbels, maar ontbreekt het aan honger om die te lezen.”
Radzjan Bajzjigitov vertelde dat hij voor dit bezoek aan Nederland nooit westerse christenen had ontmoet. Wonend in het oostelijk deel van Kazachstan, dicht bij de Chinese grens en voorganger in een gemeente van nog maar vier leden, is hij bezig het Evangelie in de wijde omtrek te verkondigen. De vrijheid in dit deel van het land is relatief groot, maar in andere delen van Kazachstan worden samenkomsten verstoord en voorgangers beboet.
Friedensstimme riep de aanwezigen zaterdag op een handtekening te plaatsen ter ondersteuning van een voorganger in Aktobe, die anderhalve week geleden werd veroordeeld tot een boete van negen maandsalarissen en die het gebod kreeg opgelegd gedurende een halfjaar alle activiteiten stop te zetten.
De relatieve vrijheid in Oost-Kazachstan noemde Radzjan een stilte voor de storm - een geestelijke storm. „Er zijn zo veel plekken in Kazachstan waar men nog nooit van de Heere heeft gehoord. Wij zijn bezig met het strooien van het zaad en nog niet toe aan het oogsten. Maar dat gebeurt in andere delen wel.”
In een powerpointpresentatie werd een impressie gegeven van het evangelisatiewerk in Nadym, een industriestad boven de poolcirkel, vanwaaruit de omringende rendiervolken van de Nentsen bezocht worden. Baelde gaf een overzicht van de situatie van de godsdienstvrijheid in Centraal-Azië. In de verschillende republieken wonen 50 miljoen mensen, overwegend moslims. De islam heeft eerder een culturele dan een religieuze waarde, want praktische religieuze activiteiten zijn ook onder moslims verboden. De situatie in Turkmenistan is nog steeds het ergst. „De overwegend jonge gemeenten stralen echter levenskracht uit en dragen vrijmoedig het Evangelie uit. Waar de vervolging toeneemt, nemen de gemeenten toe”, aldus Baelde, die een recente doopplechtigheid van zes mensen meldde, ergens in Turkmenistan.
In zijn openingswoord zei voorzitter G. Thijssen dat het steeds moeilijker is om de Naam van Christus te belijden, vooral in de moslimlanden. Ds. H. van den Belt, hervormd predikant in Delft, herinnerde aan de oude tegenstelling tussen west en oost, kapitalisme en communisme. „We waren bedacht op het gevaar vanuit het oosten, maar we hadden het gevaar in het westen niet in de gaten. Het christendom is in onze landen verder afgekalfd. Er is maar één tegenstelling: het Koninkrijk van Christus en dat van de wereld. De enge weg loopt dwars over de brede weg.
In moslimlanden is geen plaats voor christenen. Christenen worden in moslimlanden niet vervolgd omdat ze christenen zijn, maar omdat ze anderen voor Christus willen winnen. Dat is het beslissende punt. Zouden wij dan ook vervolgd worden?”