Opinie

Dr. Ben Wentsel: Catechismus beste vorm voor belijden geloof

De catechismusvorm is een heel geschikte manier om het belijden van het geloof te verwoorden, juist ook voor onze tijd, schrijft dr. B. Wentsel.

21 January 2013 18:15Gewijzigd op 15 November 2020 01:28
„Ik hoop dat de kerken in een belijdenisgeschrift nog eens ingaan op de uitdaging van het ietsisme, secularisme, religieuze vaagheid, islam en echtscheidingsfrequentie”  Foto ANP
„Ik hoop dat de kerken in een belijdenisgeschrift nog eens ingaan op de uitdaging van het ietsisme, secularisme, religieuze vaagheid, islam en echtscheidingsfrequentie” Foto ANP

Het catechismusmodel is een heel geschikte vorm voor het belijden van het christelijk geloof. Heel het leven verloopt immers in tweegesprekken. „Mag ik even die schaar van u?” „Jazeker, als ik hem maar terugkrijg!” Ik geef ook de voorkeur aan het catechismusmodel omdat een vraag ons tot nadenken stemt; u moet zelf het antwoord trachten te vinden.

Dat doe ik verder omdat de vraagsteller een duidelijk antwoord verwacht; hij wil niet met een kluitje in het riet gestuurd worden; de leraar mag zich niet in vage antwoorden verhullen maar moet leidinggeven, houvast en zekerheid geven en een duidelijke weg wijzen. Bij andere modellen lopen we het gevaar om rond de hete brij te draaien door voor en tegen naast elkaar te stellen.

Maarten Luther heeft dit model ingevoerd voor het hele volk en ook voor nieuwe herders/leraren die toen nog niet goed opgeleid waren. De andere reformatoren namen dit over. Calvijn schreef twee catechismussen, in 1536 en 1541. De laatste staat bekend als de Geneefse. Hij werd belijdenis van de Waalse kerk en is te vinden in ”De belijdenisgeschriften voor de Protestantse Kerk in Nederland” (uitg. Boekencentrum 2004, tweede druk 2010), dat ieder gemeentelid geregeld dient te raadplegen.

Concreet kwam ik ertoe het catechismusmodel te gebruiken, toen prof. J. Hoek zijn mening gaf over mijn ”Hij-is-er-bij. Handboek voor bijbelse geloofsleer” (2006). Hij vond dit nogal moeilijk voor studenten. Ik schrok ervan. Toen besloot ik het nog eens over te doen in een vraag-en-antwoordmodel in twee vormen. De kleine catechismus van 142 bladzijden is voor ieder te volgen, grote van 735 bladzijden gaat dieper in op de problemen, ook op de geschiedenis van het antisemitisme, waarvan weinigen iets weten.

Ik betrapte me erop dat ik zelf beide catechismussen geregeld ter hand nam en er geboeid in ging zitten lezen. Ik vroeg me af: hoe komt dit, daar ik dit bij vorige geschriften niet zo gauw deed? Ik verklaar dit uit de methode. Ik begon steeds met een gesprek met de Allerhoogste. Een auteur staat als hij schrijft op een hoog geconcentreerd, eerbiedig niveau van denken en voelen en wil graag weer tot dat niveau terug. Vandaar dat ik blijf lezen, ook al weet ik wat er komt.

Een jongen vroeg mij: „Waarom vindt u een catechismus eigenlijk nodig, we hebben de Bijbel toch?” Daar moest ik toch weer even over nadenken. Mijn antwoord valt uiteen in vier gezichtspunten.

Drie Formulieren

Ten eerste is niet iedereen bij machte hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Een catechismus geeft de hoofdzaken van Gods werk volgens de Bijbel weer.

Ten tweede voegde de eerste gemeente zich al naar de leer van de apostelen als norm en uitgangspunt. Er is volgens het Nieuwe Testament al een vast patroon van denken.

Ten derde doen er zich geregeld stromingen en dwalingen voor waarop de kerk een antwoord dient te geven. Ik trachtte te antwoorden op de uitdaging van het ietsisme en secularisme, religieuze vaagheid, islam en echtscheidingsfrequentie. Ik hoop dat de kerken nog eens ingaan op deze vragen in een belijdenisgeschrift. Zijn de Drie Formulieren dan niet voldoende? Zij zijn kernachtig, Bijbels en gaan in op de vragen van hun tijd. Spijtig is dat velen ze niet meer kennen; waarom snap ik niet. Omdat ze uit de tijd zijn? Het constante daarin is veel groter dan het wisselende. Akkoord: onze tijd kent weer andere uitdagingen, maar dat betekent niet dat we het werk van de Heilige Geest in de kerk in het verleden mogen verachten, foei!

Ten vierde moeten we op deze uitdagingen geen solistisch, eigen antwoord geven. We mogen en moeten samen met alle heiligen belijden wat goed is en mogen en moeten duidelijk afwijzen wat fout is. De ambtelijke kerk moet daaraan leidinggeven. Het is grof als iemand beweert dat de Vader van Jezus Christus een hersenspinsel is. Zo iemand beledigt Hem, bovendien schept hij zijn eigen god. Hij is dus een afgodendienaar; Nederland is vol van afgodendienaren die de Wetenschap of Materie aanbidden. De profeten lieten het volk kiezen tussen Jahweh of de Baäls. Kiest u, Nederlanders, wie u dienen wilt: uw buik en loopbaan en iets als doel en afgod of de Vader van onze Heer Jezus Christus.

De auteur is gereformeerd emeritus predikant en publiceerde onder meer een dogmatiek en diverse catechismussen (zie benwentsel.nl).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer