„Vier herdenking Heidelberger niet in Gouda”
De keuze van de organisatie om de ‘verjaardag’ van de Heidelbergse Catechismus te vieren in de Sint-Jan in Gouda getuigt van weinig historisch besef en respect, stelt dr. P. H. A. M. Abels.
’t Kan verkeren zei Bredero al. Uitgerekend in de kerk en de stad waar de bevolking na de doorvoering van de Reformatie de eerste halve eeuw niets moest hebben van de Heidelbergse Catechismus maar de voorkeur gaf aan een eigen catechismus, wordt op zaterdag plechtig gevierd dat dit calvinistische leerboek exact 450 jaar geleden door keurvorst Frederik van de Palts officieel werd aangenomen.
De Heidelbergse Catechismus, geschreven door Zacharias Ursinus en Caspar Olevianus, is al sinds het begin van de Reformatie in de Nederlanden door opeenvolgende synodes voorgeschreven als methode om kerkgangers de gereformeerde leer op systematische wijze in te scherpen. Vanouds diende dat te gebeuren door middel van zogeheten catechismuspredikaties op de zondagmiddag.
De predikanten van Gouda, daarin gesteund en gedekt door het stadsbestuur, waren echter bang voor een ”gereformeerde inquisitie” en allergisch voor alle vormen van gewetensdwang. Liever streefden zij naar een brede volkskerk, door aan gelovigen geen strikte eisen te stellen voor het kerklidmaatschap. Om dat te bevorderen schreven zij hun eigen Goudse Catechismus, die door tegenstanders weer smalend werd aangeduid als een schoen die iedereen past.
Ongeveer een halve eeuw hield deze Goudse eigenzinnigheid stand, in weerwil van felle kritiek van gereformeerde synodes en gereformeerd gezinde overheden.
Alleen met behulp van een machtsgreep van het leger van prins Maurits kon er uiteindelijk een eind gemaakt worden aan deze Goudse vrijheid. Hij omsingelde in 1618 het stadhuis, dwong het stadsbestuur tot aftreden en bracht gereformeerde geestverwanten op de kussens. Ruim 6000 Gouwenaren raakten daardoor kerkelijk dakloos. De drie predikanten van de Sint-Janskerk werden afgezet en naar het buitenland gedeporteerd.
Onder luide protesten van het kerkvolk werden daarna alleen nog orthodox-gereformeerde predikanten op de preekstoel toegelaten, die nu ook in Gouda de Heidelbergse Catechismus gingen gebruiken.
Uitgerekend op deze plek, waar orthodoxie en vrijzinnigheid in de Nederlanden het hevigst op elkaar botsen –en bijna letterlijk dansend op de grafsteen van de geestelijk vader van de Goudse Catechismus, Herman Herbers– viert reformatorisch Nederland nu triomfantelijk het 450-jarig bestaan van zijn leerboek. Je zou van de organisatoren iets meer historisch besef (en respect voor de geschiedenis) verwachten.
De auteur is historicus en woont in Gouda.