Kerk & religie

Augustinus, beeldenstormer in neerhalen Godsbeelden

GOUDA – Augustinus had een bepaalde weerzin tegen te concrete beeldvorming over God. De beste weg om God te leren kennen is volgens de kerkvader om stil te staan bij de praktijk van de liefde.

Van een medewerker
14 January 2013 08:59Gewijzigd op 15 November 2020 01:18

Dat zei dr. Paul van Geest vrijdag in Gouda, bij de eerste van vier lezingen over Reformatie en kunst, georganiseerd door Driestar Educatief in samenwerking met stichting Refo500. Van Geest, hoogleraar augustijnse studies aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, beet het spits af met een lezing over ”Augustinus als beeldenstormer”.

De hoogleraar ging vooral 
in op hoe Augustinus dacht 
over de verhouding van spreken en beeldvorming over God tot hoe God in werkelijkheid is. 
„Hij beseft dat achter en onder de woorden die wij uitspreken altijd iets eigenlijkers schuilgaat. Zijn taal toont onzekerheid, want God is altijd groter dan we denken. We kunnen God niet in woorden vatten.”

Zo werd de kerkvader tot een „verbale beeldenstormer”, aldus Van Geest. De oorzaken daarvan zoekt hij in Augustinus’ ontwikkelingsgang: „De kerkvader haakte in zijn jonge jaren af van het rooms-katholieke geloof, omdat hij dat veel te simplistisch vond vergeleken bij de klassieke literatuur die hij ging lezen voor zijn studie retorica. Hij kon niet geloven in een God die de aarde als een soort voetbank gebruikte en raakte vervreemd van de Bijbel.”

Augustinus stelde voor zichzelf vast dat spreken over God altijd gebeurt in „een spanning tussen bevestiging en ontkenning.” Van Geest: „Enerzijds mogen we bijvoorbeeld bevestigen dat God goed is, maar anderzijds moeten we dan tegelijk ontkennen dat God op dezelfde manier goed is als mensen goed zijn. Want God is altijd groter en meer dan wij. Een volwassen gelovige gaat volgens Augustinus op een goede manier met deze spanning om.”

De beste manier om God „op het spoor te komen” is echter volgens Augustinus niet gelegen in „woorden of beelden”, aldus de hoogleraar. „Je moet volgens hem vooral reflecteren op wat het is om lief te hebben. Degene die liefheeft kent God, want God is liefde.”

Van Geest, zelf rooms-katholiek, prees in zijn lezing de paus, omdat die in een van zijn schrijvens een gezegde van Augustinus aanhaalde. „De paus citeert diens gezegde dat wat we begrepen hebben niet God is. Dat vind ik getuigen van lef. Want vaak spreekt de kerk juist stellig: zo is het en niet anders. Door het zo open te laten lijkt de paus zijn eigen positie haast te ondermijnen. Hij laat de mensen in een heilzaam soort onzekerheid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer