Gomarus in Gorinchem start beroepenschool
De Gomarus in Gorinchem begint een beroepenschool. Vmbo’ers ”basis” en ”kader” maken al in de brugklas kennis met achttien verschillende beroepen, zodat ze gemakkelijker tot een keuze kunnen komen.
Om de vier weken gaan de leerlingen van de Gomarusscholengemeenschap in een nieuw vak aan de slag, zoals voedingsassistent, elektricien, winkelmedewerker, installateur, schilder, verzorgende of timmerman. Vervolgens kiezen de leerlingen aan het eind van het eerste jaar van de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg een sector. „Ze hebben door een breed programma in klas 1 dan inmiddels voldoende bagage om een doordachte keuze te maken”, zeggen G. J. Bouman, projectleider van de beroepenschool, en de vmbo-teamleiders M. Broere en T. van Sligtenhorst. In het tweede jaar gaan de leerlingen aan de slag binnen de sector van hun keuze.
Voor het kennismaken met de achttien beroepen worden in het eerste cursusjaar twee dagdelen per week gereserveerd. „Deze leerlingen willen graag met hun handen aan het werk. Daarvoor krijgen ze de ruimte. In de huidige opzet is het soms moeilijk om de leerlingen tijdens de eerste twee jaar gemotiveerd te houden. Het begint na het tweede jaar leuk te worden, omdat ze dan echt in het beroep van hun keuze bezig zijn. Dat moment gaan we vervroegen. We willen leerlingen zo snel mogelijk op de juiste plaats hebben.”
Praktijk
De invoering van de beroepenschool betekent een verdere verbetering van het vmbo. „De nog vrij jonge beroepsafdeling heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. De kwaliteit van het onderwijs is toegenomen en willen we blijven verbeteren. De voortdurende vraag is daarbij: hoe combineren we ”oog hebben voor de leerling” met ”voorbereiden op de maatschappij”? Daarom laten we de leerlingen zich eerder en breder oriënteren op de beroepen, zodat ze gemakkelijker tot een betere keuze kunnen komen.
Veel vmbo’ers weten al vrij vroeg wat ze willen worden. Voor hen duurt de basisvorming eigenlijk te lang. Met de nieuwe opzet hopen we hun motivatie te verbeteren: we beginnen eerder met de praktijk, en in de theorie maken we keuzes.”
De beroepenoriëntatie is nu te zeer versnipperd, zeggen de drie docenten. „We gaan die concentreren in blokken van vier uur, zodat leerlingen een hele morgen of middag met een beroep bezig zijn. Daardoor is er ook meer gelegenheid voor gastlessen, excursies en bedrijfsbezoeken. Zo komt voor het beroep winkelmedewerker iemand een training geven in het omgaan met agressie.”
Gevarieerd
Jongens en meisjes volgen hetzelfde programma. „Een breed, gevarieerd oriëntatietraject is door de overheid verplicht. Maar zestien uur is te overzien als een bepaald beroep je niet aanspreekt. Bovendien worden er steeds twee beroepen naast elkaar gegeven.”
Voor de beroepenschool worden drie lokalen ingericht. ”Mijn beroep”-lokalen worden die genoemd.
Elke leerling krijgt een portfolio, waarin afbeeldingen van zijn of haar werk voor de verschillende beroepen worden opgenomen. Als een beroep is behandeld, evalueert elke leerling of het beroep bij hem of haar past. „Dat geeft leerlingen, ouders en leraren inzicht in wat iemand kan en wil.”
Overheidseisen
De beroepenschool wordt volgend cursusjaar ingevoerd. Op 22 januari wordt een voorlichtingsavond gehouden.
De eerste lichting vmbo’ers die op deze wijze worden opgeleid, studeert dan in 2017 af. „Dat is het jaar waarin de overheid in het vmbo een nieuw examenprogramma invoert. Daarin wordt het aanbod aan beroepsgerichte vakken inhoudelijk versmald. Dat gaat vaak ten koste van het niveau, en dat laatste willen we nu juist niet. Door invoering van de beroepenschool kunnen we eerder aan de beroepsgerichte vakken beginnen en ontstaat er meer ruimte in de bovenbouw voor de theorievakken. De expressievakken handvaardigheid, tekenen en muziek worden meer in ”Mijn beroep” geïntegreerd.”
Volgens de nieuwe exameneisen wordt slechts een deel van het schoolprogramma centraal getoetst. Dat biedt scholen de mogelijkheid om keuzes te maken die aansluiten bij hun omgeving. „In onze regio is voor het vak techniek bijvoorbeeld de scheepsbouw in beeld, terwijl dat in andere streken van het land helemaal niet aan de orde is.”
Eigen aanpak
De Gomarus oriënteerde zich op andere scholen, maar koos een eigen opzet. „Een aantal scholen heeft het Vakcollege ingevoerd, naar het voorbeeld van België, waar de ambachtsschool weer is opgetuigd”, zeggen Bouman, Broere en Van Sligtenhorst. „Het Vakcollege wordt centraal aangestuurd. De locatie De Swaef van het Wartburg College in Rotterdam heeft het beroepencollege opgezet. De Gomarus kiest met de beroepenschool voor een iets andere invulling. Wij confronteren onze leerlingen in het eerste jaar met achttien concrete beroepen en van daaruit komt de leerling in een sector terecht.” Momenteel zijn op de Gomarus de sectoren zorg en welzijn, economie en techniek aanwezig.”
Gompy
Docenten schrijven –in duo’s– lesbrieven voor de nieuwe opzet. „Voor elk beroep is een logo ontworpen, met daarin een mannetje dat we Gompy hebben genoemd, met een knipoog naar de naam van de school. Gompy komt in het lesmateriaal steeds terug.”
De veranderde opzet van de beroepsopleiding op het vmbo moet ook de aansluiting op het middelbaar beroepsonderwijs verbeteren. „Mbo-scholen hanteren vaak het uitgangspunt: Laten vmbo-scholen maar zorgen dat leerlingen in de theorievakken voldoende niveau hebben, dan zorgen wij in het mbo wel voor de beroepsopleiding. Wij willen in het vmbo echter al een goed praktijkniveau bijbrengen. Een groot aantal leerlingen gaat op zestienjarige leeftijd al werken –in bbl-trajecten–, en ook de anderen houd je alleen goed gemotiveerd als ze al vroeg met hun beroep aan de slag kunnen.”