Wat begon als een conflict over het censureren van een hoofdredactioneel commentaar van het in Guangzhou gevestigde Zuidelijke Weekblad is in korte tijd uitgegroeid tot het brandpunt van de publieke roep om meer vrijheid van informatie.

In het hoofdredactioneel commentaar werd opgeroepen tot politieke hervormingen. Onder druk van de censuur werd het artikel ingetrokken en vervangen door een lofzang op de Communistische Partij. Diverse journalisten van het Zuidelijke Weekblad verzetten zich tegen het besluit en legden hun werk neer. Zij zagen zich al snel gesteund door academici, die in een open brief aandrongen op minder censuur.

Bij de burelen van het tijdschrift verzamelden zich dinsdag voor de tweede opeenvolgende dag honderden mensen. Met protestborden en gezang eisten zij meer persvrijheid en andere democratische hervormingen. Al snel verschenen ook partijaanhangers ten tonele die met Chinese vlaggen zwaaiden en het verbale gevecht opzochten.

Ook op internet maakt de kwestie de tongen los. Op verscheidene microblogs spreken journalisten, academici, ondernemers en beroemdheden hun steun uit voor het weekblad. „Een woord van waarheid is meer waard dan de hele wereld”, citeerde actrice Yao Chen de Russische auteur en Nobelprijswinnaar Aleksandr Solzjenitsyn.

Al vlug deed ook op internet de censuur haar intrede. Verwijzingen naar het woord ‘zuidelijk’ werden bijvoorbeeld geblokkeerd. Vijftien journalisten merkten dat zij niets meer op internet konden plaatsen. Accounts bleken verwijderd. De schrijver en activist Wu Wei, die maandag nog deelnam aan de demonstraties, kon zijn huis dinsdag niet verlaten. Bij de deur stonden twee man op wacht.