Mensensmokkel gaat ondergronds
Criminele bendes in Europa trekken zich terug uit bordelen en bars om te voorkomen dat de vrouwen die door hen uit Oost-Europa naar het Westen zijn gesmokkeld -waar ze gedwongen worden de prostitutie in te gaan- daar door de politie opgespoord kunnen worden. Dat heeft de voorzitter van de commissie voor mensensmokkel van het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa, Helga Konrad, dinsdag gezegd.
De georganiseerde misdaad biedt de prostituees steeds vaker aan vanuit particuliere huizen en via de telefoon. „Invallen van de politie in bars en bordelen zijn niet meer effectief omdat de slachtoffers worden overgebracht naar privé-locaties waar we geen toegang toe hebben”, zei Konrad. „Het aantal ontdekte slachtoffers loopt hard terug omdat de mensensmokkel ondergronds gaat.”
De autoriteiten konden vorig jaar maar 20 procent vinden van het vermoedelijke aantal vrouwen dat als seksslaaf wordt geëxploiteerd, volgens het rapport dat Konrad dinsdag aan de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Wenen presenteerde. Het Stabiliteitspact werd in 1999 op initiatief van de Europese Unie gesticht en wordt geleid door de OVSE. De commissie van Konrad begon de mensensmokkel in 2000 te onderzoeken.
In het eerste rapport van de commissie staan concrete cijfers over de mensensmokkel in Zuidoost-Europa. Van de 5000 bij de commissie bekende slachtoffers komt het merendeel uit Albanië, Moldavië, Roemenië en Bulgarije. Slechts 10 procent werd naar het buitenland ontvoerd. „De meeste slachtoffers verlaten hun land vrijwillig”, zei Konrad. „Ze worden vaak gerekruteerd door kennissen.”
Volgens het rapport gaan bijna alle slachtoffers thuis weg omdat zij de verhalen van de smokkelaars over goedbetaalde banen in het Westen geloven. De meesten zijn dan ook laag opgeleid en verkeren nog in hun tienerjaren als ze gerekruteerd worden en vervolgens gedwongen worden de prostitutie in te gaan; 85 procent van de slachtoffers uit Albanië en Kosovo hadden hun middelbare school niet afgemaakt.
Konrad riep de non-gouvernementele organisaties op een grotere rol te spelen bij het contact maken met slachtoffers en het helpen van hen zonder justitie en politie daarbij in te schakelen. „Het zal meer slachtoffers overhalen zich te melden”, zei ze.
Het hoofd van het Stabiliteitspact, Erhard Busek, zei dat het belangrijk is om de Balkan niet te zien als de belangrijkste bron van misdaad zoals mensensmokkel. „We moeten naar de consumenten kijken”, zei Busek. „En die zitten niet in Zuidoost-Europa maar verder westwaarts.”