„Bultrug Johannes wordt seculier kerstverhaal”
Bultrug Johannes is overleden. Ds. P. L. D. Visser heeft zich verbaasd over de hype rond het dier, zo schrijft hij in De Wekker (orgaan van de Christelijke Gereformeerde Kerken). „Zo wordt het verhaal van de bultrug Johannes tot een seculier kerstverhaal. Een verhaal over een onschuldige walvis, de goedheid zelf, in een gebroken wereld.”
„De historicus Peter Giesen geeft in de Volkskrant een duiding die te denken geeft. In het seculiere Nederland is de grens tussen mens en dier vervaagd, stelt hij. Dieren krijgen menselijke trekken, mensen verdierlijken. Biologen vertellen ons immers dat de mens niets meer is dan een zoogdier, de uitkomst van blinde, evolutionaire processen. En een hersenonderzoeker als prof. Dick Swaab leert ons dat ons bewustzijn slechts het resultaat is van biochemische processen in de hersenen. Wij zijn daarom niet meer dan –zij het dan ingewikkelde– biologische machines.
Toen Nederland nog gestempeld werd door een christelijk wereldbeeld lag dat anders. De mens werd gezien als hoofd van de schepping. Hij was geschapen naar het evenbeeld van God, anders dan het dier, aldus Giesen. Dat denken is voorbij. Het is verdrongen door het evolutionisme, waarbij er geen principieel, hoogstens een gradueel verschil is tussen mens en dier. Dat maakt dan ook dat menselijke categorieën op bultrug Johannes toegepast kunnen worden. Het woordgebruik is veelzeggend: er is sprake van „euthanasie” (niet van inslapen), uiteindelijk „overlijdt” het dier (in plaats van doodgaan) en ten slotte volgt de „stille tocht”, als een seculiere wake voor een gestorvene.
Er is nog iets anders in het spel, waarop Giesen ook wijst. Het dier is bij uitstek onschuldig. Van mensen kun je nog zeggen, wanneer ze in problemen komen, dat het hun eigen schuld is. Beter nadenken, een voorzichtiger aanpak, minder risico nemen – dat zijn maatregelen die een mens kan nemen. Bultrug Johannes is echter de onschuld in eigen persoon. Puur slachtoffer van de omstandigheden.
In een corrupte, gebroken wereld, waar kinderen omkomen door schietpartijen op scholen, waar jongeren een scheidsrechter doodslaan of door pesten tot wanhoop gedreven, zich van het leven beroven – in zo’n wereld symboliseert het dier pure onschuld. Een restant van wat in de oude Griekse filosofie verum, bonum, pulchrum heet: het ware, het goede en het schone. In de christelijke theologie konden deze termen verbonden worden aan de God van de Bijbel. Maar in de platte wereld waarin wij nu leven, de wereld waaruit God weggedacht is en alleen het hier en nu overblijft, wijst de onschuld van het dier als één van de weinige monumenten van het transcendente, nog omhoog. Omhoog, weg van een corrupte wereld, waar zo bitter weinig waarheid, goedheid en schoonheid te vinden is.
Weinig zaken wijzen nog omhoog in een platte wereld. Naast het onschuldige dier is misschien nog het onschuldige kind te noemen, of de kunst en de kunstenaar, die het hier en nu overstijgen en zo een vorm van zin verlenen aan een zinloos bestaan.
Zo wordt het verhaal van de bultrug Johannes tot een seculier kerstverhaal. Een verhaal over een onschuldige walvis, de goedheid zelf, in een gebroken wereld. Over Sea Shepherd dat, als eenmaal een herder uit Efrata’s veld, het dier komt vereren. Het gaat deze advent over boze wetenschappers die, als belichaamden zij koning Herodes, het dier dood willen hebben, als we Lenie ’t Hart mogen geloven. Zelfs de naam van het dier verwijst naar Kerst: Johannes – de Heere is genadig.
Het aangrijpende vind ik dat Johannes, die dood op de Razende Bol ligt, niet meer doet dan naar de totale zinloosheid van het bestaan wijzen. In deze gebroken wereld kan het onschuldige dier ons niet verlossen. Het kan ons niet verheffen tot een rijk bestaan van waarheid, goedheid en schoonheid.”