Spotlight: Tommy Wieringa’s en Shusaku Endo’s geloof
Shusaku Endo en Tommy Wieringa schreven –met een halve eeuw tussenruimte– ieder een indrukwekkende roman over de rol die geloof in mensenlevens speelt. Gaat het om houvast vinden, of gaat het om loslaten?
Een groepje mensen trekt door de steppe, hongerig, koud, op zoek naar een nieuw vaderland. Dag na dag, totdat ze in levende geraamten veranderd zijn. Ze vertrouwen elkaar niet, maar ze blijven bij elkaar omdat een groep altijd beter is dan een individu. Toch is er één die uitgestoten wordt: de zwarte man uit Afrika. En langzamerhand wordt alles wat verkeerd gaat aan hem toegeschreven – totdat de rest van het groep het niet langer verdragen kan en hem in de nacht van het leven berooft.
Maar daarmee begint het pas. De dode zwarte man lijkt over magische krachten te beschikken. Hij laat het gezelschap niet los, hij zorgt dat ze bij hem terugkomen, stuurt hen dromen over de richting die ze moeten volgen – reden waarom ze besluiten zijn afgehakte hoofd mee op reis te nemen. En ja, dat brengt geluk, want ze komen uiteindelijk in de bewoonde wereld aan, al is die wereld niet wat ze ervan verwacht hadden: de mensensmokkelaars die hen over de grens zouden brengen, hebben hen gewoon in eigen land achtergelaten. Maar het hoofd kunnen ze niet loslaten. Na hun lange en vergeefse woestijnreis klemmen ze zich eraan vast, al kan de politieman Pontus Beg natuurlijk niet anders dan hen gevangenzetten en vragen stellen over het hoofd.
Pontus Beg raakt gefascineerd door het verhaal dat ze hem vertellen, temeer omdat hij zelf óók op zoek is naar zijn wortels, naar een groep om bij te horen en een religie om zich aan vast te klemmen. Hij heeft juist ontdekt dat zijn moeder vroeger altijd een Joods liefdesliedje voor hem zong, en dat ze een Joodse kandelaar in huis had, en dus denkt hij dat hij een Jood is. Te bewijzen valt het niet, maar dat hij het wil worden is genoeg, het gaat immers om de weg die je in het leven kiest. Religie geeft houvast: een richting die je gaan moet, een groep om bij te horen, een vaderland om naar te verlangen, dagelijkse doelen om te bereiken, identiteit.
Het is een fascinerend verhaal dat Tommy Wieringa vertelt, heel anders dan zijn vorige boeken. Het is misschien wat afstandelijk geschreven, maar het geeft precies weer hoe hij tegen geloof aankijkt. Geloof is iets waaraan mensen zich vastklemmen, uit angst. Ze weten best dat ze het religieuze verhaal zelf verzinnen, maar ze hebben er belang bij omdat het houvast geeft, en dus wordt het groter en groter en laten ze zich er uiteindelijk helemaal door leiden.
Heel anders is dat in de prachtige roman ”Stilte” van de Japanse schrijver Shusaku Endo, in 1966 verschenen en nu voor het eerst sinds lange tijd weer in het Nederlands verkrijgbaar. Bij Endo gaat het om een geloof dat juist hevig botst met het eigenbelang en de menselijke angst, en dat dus niet zomaar verzonnen kan zijn om mensen houvast te geven – integendeel, het kost alles omdat het echter dan echt is.
Endo, christen in een niet-christelijk land, heeft zich zijn leven lang met het thema van de botsende culturen beziggehouden. Zeker ook in deze klassiek geworden roman, waarin hij put uit de Japanse kerkgeschiedenis – een erfenis die nog altijd onder de kleine christelijke minderheid voortleeft.
Al vanaf 1549 bracht de rooms-katholieke missionaris Franciscus Xaverius het Evangelie in Japan. Binnen dertig jaar waren er honderdduizenden christenen, en dat maakte de autoriteiten bang voor de invloeden van de westerse cultuur, die automatisch met het christendom meekwamen. In de loop van de zeventiende eeuw moesten alle missionarissen daarom Japan verlaten. De gelovigen werden wreed gemarteld, gedwongen hun geloof af te zweren door op een plank met afbeelding van Christus te trappen, of anders terechtgesteld. Dat is de historische situatie waarin Endo zijn verhaal zich laat afspelen, de keus waarvoor zijn hoofdpersoon zich gesteld ziet.
Endo zet enorm aan het denken over wat het ware martelaarschap nu precies is. Wat is wérkelijk christelijk, je geloof uiterlijk verloochenen en daarmee andere mensen in leven houden, of heroïsch met z’n allen ten onder gaan omdat het uiteindelijk toch gaat om het eeuwige leven? Misschien hebben wij westerlingen wel een te Germaans idee van martelaarschap: trots blijven, nooit je hoofd buigen, geen angst laten zien en je leven overhebben voor je geloof. Niet voor niets pasten de eerste zendelingen in onze streken hun beschrijving van Christus aan om de Germanen te bereiken: geen lijdende man van smarten, maar een ridder te paard die Jeruzalem binnentrekt.
Op diezelfde manier wil Endo het gezicht van het christendom begrijpelijk maken voor Japanners, en daarbij zijn lijden, liefde en genade de kernwoorden. Hij heeft vaak gezegd dat hij een „beter passende jas” voor het christendom in Japan zou willen ontwerpen. Voor mensen die in een boeddhistische cultuur zijn opgevoed is het aanknopingspunt niet schuld, maar mislukking en schaamte – ze kunnen zich het best identificeren met iemand die „met ons meelijdt” en „medelijden heeft met onze zwakheden.” Voor Endo zelf was het meest cruciaal de onuitputtelijke liefde van Jezus, zelfs voor mensen die Hem verraden hadden. Het echte wonder in dit boek is dan ook niet dat de omstandigheden veranderen, maar dat het gezicht van God –letterlijk– verandert op het moment dat de afvallige hoofdpersoon op het punt staat zijn voet op de plank met afbeelding van Christus te zetten.
Het gaat hier om ondoorgrondelijke en onbegrijpelijke gebeurtenissen, terwijl God lijkt te zwijgen (vandaar de titel ”Stilte”). Maar daarmee geeft Endo precies aan wat écht geloof is: niet het houvast zoeken, wonderen beleven en gemeenschap ervaren dat bij Tommy Wieringa centraal staat, maar het lijden en liefhebben dat alles kost, dat dwars tegen alle eigenbelang en menselijke behoefte ingaat en soms geen enkele zin lijkt te hebben, maar dat voortvloeit uit de bron: de genade van God.
”Dit zijn de namen”, Tommy Wieringa; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 234 7269 8; 302 blz.; € 19,90. ”Stilte”, Shusaku Endo; vert. C. M. Steegers-Groeneveld; uitg. Kok, Utrecht, 2012; ISBN 978 90 435 2062 1; 240 blz.; € 17,95.