In de middaghandel noteerde de Dow-Jonesindex 0,8 procent hoger op 13275 punten. De S&P 500 klom 0,9 procent tot 1431 punten, dicht bij het hoogste punt sinds oktober. Technologie-index Nasdaq kreeg er 1,4 procent bij.

De Nasdaq schoot omhoog door onder meer Apple, die er 3,1 procent bij kreeg na een week van winstnemingen. Ook Texas Instruments kreeg er 3,8 procent bij nadat het bedrijf maandag de winstverwachting naar boven had bijgesteld.

Maandag kwamen er ook wat positieve berichten over de onderhandelingen over de begrotingscrisis. De Republikeinen zouden bereid zijn wat water bij de wijn te doen om de zogeheten ‘fiscal cliff’ te voorkomen. Concrete aanwijzingen van vooruitgang in de gesprekken waren er niet. Dinsdag liet de Republikeinse onderhandelaar John Boehner weten nog steeds ‘hoopvol’ te zijn dat er voor het einde van het jaar een akkoord over de begrotingsproblemen zal worden bereikt.

„Op onze gemankeerde manier zou er misschien wel sprake van enige vooruitgang kunnen zijn”, aldus een Amerikaanse analist. „Ze praten tenminste en dat betekent dat er iets gebeurt”.

Opvallende stijger was AIG, die bijna 5 procent er bij kreeg. De Amerikaanse overheid trekt zich met de verkoop van haar resterende aandelen geheel terug uit de verzekeraar, die tijdens de kredietcrisis met 182 miljard dollar aan staatssteun werd gered. De steunoperatie voor AIG, ooit ’s werelds grootste verzekeraar, was zeer omstreden, maar heeft uiteindelijk wel tot winst voor de Amerikaanse schatkist geleid.

De euro was 1,3005 dollar waard, tegen 1,2990 dollar bij het sluiten van de Europese aandelenbeurzen. De prijs van Amerikaanse olie bleef vlak op 85,56 dollar per vat. Brentolie werd 0,3 procent duurder.