PThU houdt diesviering; „Keer je tegen kloof in samenleving”
AMSTERDAM – In de samenleving ontstaat een „groeiende kloof” tussen hoog en laag opgeleiden. Beide groepen hebben echter een missie voor elkaar, zo stelde prof. dr. Mechteld Jansen donderdag tijdens een lezing in de Thomaskerk in Amsterdam.
De lezing vond plaats in het kader van de diesviering van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU).
In haar referaat hekelde prof. Jansen de „diplomakloof.” Volgens de Amsterdamse missiologe dreigen de beide groepen van elkaars leven en elkaars levensvisies, ook religieus, te vervreemden. Jansen: „In de hoogtijdagen van de verzuiling troffen hoog en laag opgeleiden elkaar nog in de kerk of de (sport)vereniging, maar die ontmoetingen zijn schaarser geworden.”
De samenleving dient zich hier niet bij neer te leggen, vervolgde ze. „Hoog en laag opgeleiden hebben, zeker wanneer zij zich iets gelegen laten liggen aan de christelijke traditie, een missie voor elkaar.”
Hoog opgeleiden hebben, aldus Jansen, „de roeping hoop te bieden aan het volk als geheel en aan de meest kwetsbaren in het bijzonder. Wat betreft het geloof, moet het volk niet voorgesteld worden als een irrationeel kind. Het is gevaarlijk om het denken en het gevoel te gaan verdelen over denkende elite en voelend volk.”
Aan de andere kant heeft het volk een boodschap voor de elite, zo benadrukte de Amsterdamse missiologe. Het volk houdt de elite een spiegel voor, daar waar het ”elitisme” toeslaat. Dat elitisme bestaat tegenwoordig in een vaak meewarig neerzien op „het volk dat nog zo dapper in de weer is met God.” Een dergelijke houding wordt bekritiseerd door het volk.
Prof. Jansen: „Het is gemakkelijk om als theologen ten strijde te trekken tegen populisme enerzijds en tegen elitisme anderzijds. Daar zijn we allemaal tegen. Het is veel moeilijker om eerlijk toe te geven dat er dwars door alle religies heen (niet alleen in de christelijke kerk) soms ook een flinke diplomakloof gaapt. De kunst is om te laten zien dat hoog en laag opgeleiden elkaar beter niet geheel uit de weg kunnen gaan.”