„Scholier blijft zitten door sociale media”
AMSTERDAM – Altijd online, altijd contact. De smartphone en sociale media eisen hun tol. Het aantal leerlingen dat blijft zitten –of afzakt naar een lager schoolniveau– neemt fors toe, constateert Justine Pardoen. „De situatie is niet rooskleurig.”
De ervaring van leraren en ouders is duidelijk. „Het aantal zittenblijvers neemt toe en het gebruik van sociale media neemt toe. Leerlingen kunnen zich minder goed concentreren vanwege de afleiding door internet”, stelt Justine Pardoen, hoofdredacteur van Ouders-Online. „Meer fouten, minder huiswerk.”
Harde cijfers over de toename van het aantal zittenblijvers door Hyves, Facebook en Twitter ontbreken vooralsnog. „De link tussen beide is op grond van ervaring echter duidelijk”, betoogt Pardoen.
„Al ruim twee jaar hoor ik op informatieavonden bezorgde ouders en leerkrachten over de multitaskende generatie. Ze zien dat kinderen niet veel anders meer doen dan communiceren via sociale media, waardoor ze zich slechter kunnen concentreren, minder huiswerk maken en meer huiswerkbegeleiding nodig hebben.”
De Onderwijsinspectie werkt sinds maart aan een onderzoek naar de relatie tussen zittenbijven en het gebruik van sociale media. Pardoen juicht dat toe. „We kunnen gaan zitten wachten tot de resultaten er zijn, maar we kunnen ook nu al aan de slag.”
Morgen begint de Week van de Mediawijsheid. Dan verschijnt ook het boek ”Focus!” van Pardoen over „sociale media als grote afleider.” De auteur geeft daarin per hoofdstuk een aantal vragen voor jongeren om hun mediagebruik tegen het licht te houden.
De hoofdredacteur van Ouders-Online wijst erop niet tegen sociale media te zijn, maar pleit voor verantwoord gebruik. „Zit iemand te wachten op het eerste telefoontje van de liefde van zijn leven, dan legt hij tijdens huiswerk zijn telefoon onder handbereik. In andere gevallen kan iedereen best zonder.”
Volgens Pardoen zijn er weinig betrokkenen die de negatieve invloed van toenemend mediagebruik op de schoolprestaties niet herkennen. „Je kunt niet met twee dingen tegelijk bezig zijn. Je verbruikt twee keer zo veel energie, maar je krijgt twee zo weinig licht. Alsof een gloeilamp van 100 watt slechts 50 watt geeft.”
Scholen die leerlingen een hele dag verbieden een blik te werpen op hun smartphone, nemen jongeren én hun leefwereld niet serieus. „Sociale media zijn de levensader voor leerlingen, hun levensadem. Je kunt dat ontkennen, maar het is een feit.”
Een verbod werkt daarom niet, vindt Pardoen. „Verbieden is een achterhoedegevecht. Je kunt een leerling onmogelijk een hele dag afsluiten van zijn telefoon. Dat is zó moeilijk voor een puber. Dan wordt het ook een gevecht. Jongeren krijgen het gevoel afgesloten te zijn van de buitenwereld.”
Jongeren kunnen zich slechts 25 minuten achtereen concentreren, zegt Pardoen, verwijzend naar wetenschappelijk onderzoek. „Sommige leerkrachten lassen daarom tijdens hun les een Twitterpauze van vijf minuten in.” De hoofdredacteur van OudersOnline wil niet direct zeggen dat dit een wenselijke oplossing is. „Iedereen is echter bezig het wiel uit te vinden.”
De beste manier is, volgens Pardoen, met leerlingen in gesprek te gaan, hun te leren omgaan met sociale media. „Ouders en scholen moeten jongeren leren hun internetgebruik te managen. Ze moeten getraind worden, door reflectie in te bouwen.
Dé manier is met elkaar te praten. Leerlingen moeten letterlijk stilstaan bij hun gedrag. Psychiaters waarschuwen ervoor dat, als jongeren niet leren omgaan met sociale media, we straks dertigers krijgen met puberhersenen.”
Pardoen noemt de situatie niet rooskleurig. „Docenten beklagen zich erover dat jongeren niet meer nadenken, niet meer weten wat ze willen. Iedereen weet het, maar we staan er te weinig bij stil.”