„Griekse deal nog altijd ver weg”
BERLIJN – Het is nog lang niet duidelijk of de eurolanden volgende week wel een akkoord kunnen sluiten over de verstrekking van het volgende aandeel hulpleningen aan Griekenland. Dat viel gisteren op te maken uit reacties op de mislukte eurovergadering van de voorgaande nacht.
Volgens bij de onderhandelingen betrokken bronnen zit er nog altijd een groot verschil in de opvattingen van het IMF en die van de eurolanden over de houdbaarheid van de Griekse schuld.
Het IMF dringt bij de eurolanden aan op schuldverlichting voor Griekenland, zodat de schuld van het noodlijdende land in 2020 kan dalen tot 120 procent van het bruto binnenlands product. De eurolanden zien daar niets in en willen Griekenland liever tot 2022 de tijd geven om dat doel te bereiken.
De Duitse bondskanselier Merkel en haar minister van Financiën Schäuble probeerden optimistisch te blijven. Volgens Schäuble zal Griekenland in ieder geval eigen schulden opkopen tegen een prijs die aanzienlijk lager is dan de oorspronkelijke waarde. Duitsland pleit ervoor de Grieken daarvoor 10 miljard euro extra te lenen uit het bestaande Europese noodfonds EFSF.
Duitsland en andere landen willen volgens hem verder de rentes op noodleningen voor Griekenland verlagen. Het is goed mogelijk dat verschillende landen op verschillende manieren gaan bijdragen, aldus de minister.
Merkel werd in het Duitse parlement stevig onder vuur genomen door de oppositie. „Als we het idee hebben dat we voor de gek worden gehouden, dan steken we volgende keer geen helpende hand meer toe”, stelde SPD-leider Steinbrück.