Die boodschap gaf dr. Kees Boele woensdagmiddag mee bij zijn afscheid als voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE).

„Het hoger beroepsonderwijs moet bijdragen aan de economie. Daar wordt veel over gepraat. In het rijtje van de topsectoren komen ggz-instellingen, ziekenhuizen en kerken niet voor”, zei Boele.

Volgens hem hebben hogescholen hun taak „verengd” tot opleiden. „Het is zelfs een pre als je ondernemerschapsonderwijs aanbiedt. Maar als ik in het ziekenhuis lig, heb ik geen behoefte aan een manager die met z’n MBA-diploma bezig is, maar aan een deskundige, liefdevolle verpleegkundige.”

Volgens Boele maakt „een aanzwellende hoeveelheid literatuur duidelijk dat onderwijs onderwijzen moet blijven.” Hogescholen kunnen zich wat hem betreft „de moeite besparen” om zich eenzijdig op topsectoren te richten. „De meest succesvolle ondernemers hebben 0,0 opleiding gehad. Denk aan Martin Schröder, Freddy Heineken, Hans Breukhoven van Free Record Shop en zakenman Hennie van der Most. De laatste zegt over zichzelf: „Waar ik mijn ideeën vandaan heb, weet ik niet.” In ieder geval niet uit het onderwijs, want dat heeft hij na de lagere school niet meer gehad.”

De afgelopen negen jaar heeft Boele op de CHE veel aandacht gevraagd voor de vormende waarde van hoger onderwijs. „Iemand zei ooit: Als kwaliteit meetbaar is, is het kwantiteit geworden. Een uitspraak om over na te denken. En liefde tot de student is wat anders dan service aan een klant. Maar het is slechts een kwestie van tijd en het hele hbo zal dit ontdekt hebben.”

Ter gelegenheid van zijn afscheid kreeg Boele de medaille van verdienste van de gemeente Ede. Ook werd het boek ”Vuur dat vuur ontsteekt” gepresenteerd met 25 artikelen van CHE-medewerkers over leiderschap, vorming en onderwijs.

Op 1 december begint Boele als voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Hij blijft lid van het dagelijks bestuur van de HBO-raad.