Zweden herdenkt Anna Lindh
Zweedse en buitenlandse politici hebben vrijdag in het stadhuis van Stockholm een rouwbijeenkomst bijgewoond voor de vorige week vermoorde minister van Buitenlandse Zaken Anna Lindh. Een verzoek van de politie om een 35-jarige verdachte die deze week is opgepakt nog een week in voorarrest te mogen houden, werd door de rechter ingewilligd.
Zo’n 1300 genodigden woonden de herdenkingsplechtigheid bij die Lindhs sociaal-democratische partij had georganiseerd in de zaal van het stadhuis waar elk jaar het Nobelprijzen-banket wordt gehouden. Onder de aanwezigen waren de Zweedse koning Carl XVI Gustaaf, EU-voorzitter Romano Prodi en de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, De Hoop Scheffer.
Er werd gesproken door premier Göran Persson, de Griekse minister van Buitenlandse Zaken George Papandreou en EU-commissaris voor Buitenlandse Betrekkingen Chris Patten. „Wij zullen de herinnering aan Anna bij ons dragen als een onzichtbare schat, om er kracht aan te ontlenen”, zei een zichtbaar aangedane Persson.
Lindh kwam tijdens haar ministerschap, dat zij vanaf 1998 heeft bekleed, veel in het buitenland en had veel contacten in de diplomatieke wereld. „Een vrouw die de wereld beminde en door de wereld werd bemind”, zei Patten. Lindh was een ongewone diplomaat, zei de EU-commissaris. „Anna had er geen moeite mee ethiek en buitenlands beleid in één zin te noemen.”
De omgeving van het stadhuis was voor verkeer afgesloten, op daken waren scherpschutters gestationeerd, op de kanalen mochten alleen politieboten varen en boven de stad gold een vliegverbod. De intensieve beveiliging vormde een scherp contrast met de omstandigheden waaronder Lindh werd doodgestoken - winkelend met een vriendin, zonder enige vorm van bewaking.
Elders in de stad bleven gewone mensen bloemen leggen bij de plekken waar Lindh mee is verbonden. Bij het warenhuis waar zij op 10 september werd gestoken, stonden vrijdag honderden mensen in de rij om haar de laatste eer te bewijzen. De berg bloemen die bij het gebouw is neergelegd sinds Lindh daags na de aanval aan haar verwondingen bezweek, is bijna niet meer te overzien.
Volgens de politie is er reden om de 35-jarige verdachte die deze week werd opgepakt, nog een week in voorlopige hechtenis te houden. Binnen die periode moet de openbaar aanklager met nieuw bewijsmateriaal tegen Per Olof Svensson op de proppen komen, zoals de uitkomsten van vergelijkend DNA-onderzoek.
De politie is bang dat de man zal vluchten of het onderzoek zal bemoeilijken als hij op vrije voeten wordt gesteld. De politie deed opnieuw een beroep op het publiek om met informatie te komen. Er zijn nog zeker vijf andere verdachten die aan het profiel beantwoorden dat de politie van de dader heeft opgesteld.
De advocaat van de gearresteerde man ontkende dat zijn cliënt bij de moord op Lindh betrokken is geweest en zei niet onder de indruk te zijn van de bewijslast tot nu toe. De advocaat mag zich evenmin als de officier van justitie uitlaten over bewijzen, waaronder de uitslag van DNA-onderzoek dat deze week is uitgevoerd. De politie is ook weinig mededeelzaam.
Voordat de rechter uitspraak deed, werd de verdachte voorgeleid. Zijn hoofd en schouders waren bedekt met een deken en hij zei niets.