De Reformatie: rechtzetten wat er mis is
Ik herinner mij een Reformatieherdenking bijna dertig jaar geleden met als thema ”Het is mis”. De spreker gaf goedbedoeld aan waar het mis zat in de ”roomse” mis, hetgeen alle aanwezigen, voor zover ik ze kende, al wel wisten. De boodschap was duidelijk: bij Rome was het mis, wij zaten goed, en zo keerde ik met een voldaan gevoel naar huis.
Inmiddels is dat gevoel wel verdwenen en vraag ik mij af of Hervormingsdag-mensen nog wel weten waar het in de Reformatie om ging en wat je er vandaag mee moet.
„Het ging om het Woord. En dat leidde tot de daad”, zo begint de Duitse kerkhistoricus Thomas Kaufmann zijn verzamelde studies over de Reformatie. In dit dikke en inhoudsrijke werk laat Kaufmann duidelijk zien wat die combinatie van Woord en daad betekende, en dat het alleen in die volgorde tot een reformatie kon komen.
De studies van Kaufmann zijn altijd doorwrocht en rijk aan citaten, en de rode draad is steeds de overtuiging dat, bij alle politieke en maatschappelijke factoren, de factor theologie fundamenteel en beslissend is geweest. Luthers Woordtheologie zorgde ervoor dat er meer gebeurde dan de hervormingspogingen van Wycliff en Hus bewerkstelligden. Luthers visie op de genade zorgde voor een geheel andere verhouding tussen God en mens, en dat was precies het punt waarop de tegenstellingen tussen Rome en Reformatie onoverbrugbaar bleken. De visie van Kenneth Appold, hoogleraar Reformatiegeschiedenis aan Princeton Theological Seminary, is in feite dezelfde, ook al verwoordt hij het op een andere manier. Appold publiceerde een korte geschiedenis van de Reformatie en is erin geslaagd een beknopt, maar toch vrij compleet overzicht van de Reformatie te geven. Ook hij wijst op de doorslaggevende betekenis van Luthers theologie, hoewel deze niet zo zou zijn aangeslagen zonder factoren die met economie, politiek en onderwijs te maken hadden. „Theology mattered” (theologie deed ertoe), aldus Appold, en daarmee legt hij de vinger bij een element dat in het recente onderzoek nogal eens vergeten werd, maar nu aan een comeback bezig is.
De Reformatie is wel eens voorgesteld als een augustiniaans reveil. Het zou gaan om een herleving van Augustinus’ visie op genade en kerk. Dat klinkt mooi, ware het niet dat men zich van rooms-katholieke zijde destijds eveneens op Augustinus beriep en niet duidelijk werd aan wiens kant de kerkvader eigenlijk stond. Arnoud Visser, hoogleraar vroegmoderne letterkunde, publiceerde over de receptie van Augustinus een boek waarin hij mooi laat zien hoe de productie van diens geschriften instrument in de kerkelijke strijd werd. Het humanistische ideaal van terugkeer naar de bronnen zorgde daardoor ook voor verwarring.
Interessant in Vissers boek is ook om te zien hoe intellectuele autoriteit destijds functioneerde: „Want Augustinus heeft gezegd…” Wat dat betreft houdt Visser ons ook een spiegel voor, want tot op vandaag worden kerkvaders geciteerd om preken en meditaties meer gezag te geven.
Heinrich Bullinger, die na Zwingli de leidende man in de Zwitserse Reformatie werd, ging nog een stap verder terug. Eerst vergeleek hij de bestaande theologische opvattingen met die van de kerkvaders en kwam tot de conclusie dat de kerk van Augustinus en andere kerkvaders was afgeweken. Maar toen hij eenmaal de kerkvaders las, ontdekte hij de Bijbel en maakte de stap naar de oorspronkelijke bron. Dat was voor hem dan ook de kern van de Reformatie: terug naar de Schrift.
In zijn indrukwekkende dissertatie van in totaal 1110 pagina’s beschrijft de Zwitserse theoloog Christian Moser de bijdrage die Bullinger leverde aan de kennis van de Reformatie. Bullinger publiceerde een meerdelig overzicht van de geschiedenis van de Hervorming. Moser beschrijft welke bronnen hij daarvoor gebruikte en voegde aan zijn dissertatie een zeer grondige editie toe van belangrijke werken van Bullinger. Voor Bullinger was de Reformatie meer dan een terugkeer naar Augustinus. Het was een ingrijpen van Godswege omdat Hij de kerk terug wilde voeren naar haar bron. Daarom sprak Bullinger ook van de ”Dignität des Ereignisses”: geschiedenis is Gods werk en daarom hebben historische feiten een eigen waardigheid. Bullinger probeerde objectief te blijven, aldus Moser, maar juist dat hield voor hem in dat de feiten toonden hoe God Zelf in de Reformatie werkzaam was.
Word je er nu christelijker van als je voor de Reformatie kiest? De bekende Amerikaanse Reformatiedeskundige Scott Hendrix heeft in zijn publicaties steeds de stelling verdedigd dat alle bewegingen binnen de Reformatie een gemeenschappelijk doel hadden. Lutheranen, gereformeerden en dopers wilden Europa meer authentiek christelijk maken. Allen streefden naar een samenleving op Bijbelse grondslag en werden zo vooral gedreven door de geloofsovertuiging dat Gods Woord voor de maatschappij de beste basis en norm is.
In een bundel studies onder redactie van Anna Marie Johnson en John A. Maxfield geven negentien experts hun visie op deze these. Daaruit ontstaat een boeiend palet van reformatorische motieven en pogingen. Niet iedereen is het met Hendrix eens. Zo wordt erop gewezen dat er velen waren die zich uit heel wat minder christelijke overwegingen met de Reformatie bezighielden.
De stelling van Hendrix gaat in ieder geval wel op voor het graafschap Moers, het gebied aan de Rijn in de buurt van Duisburg, niet ver over de Nederlandse grens. De Duitse historicus Joachim Daebel beschreef de geschiedenis van de Reformatie van het graafschap en geeft antwoord op de vraag hoe dit gebied in zo’n rooms-katholieke omgeving de weg van ‘paaps’ naar luthers ging, om daarna gereformeerd te worden. Die reformatie was vooral een actie van de graven; zij zochten inderdaad naar wegen om het kerkelijke en maatschappelijke leven christelijker te maken. De interessante figuur van Graf Hermann von Neuenahr (1520-1578) speelde daarbij een beslissende rol.
De graven hadden dat natuurlijk ook kunnen proberen dat doel via de besluiten van het concilie van Trente of via lutherse kerkpolitiek te bereiken, maar het calvinisme leek hen wat dat betreft toch effectiever en vooral Bijbelser te zijn. Daebel heeft de ontwikkelingen in dit rijk geïllustreerde boek helder beschreven en op deze manier wordt ook duidelijk dat er destijds op veel gebieden inderdaad nogal wat mis was dat rechtgezet moest worden. Dat inzicht weer te ontvangen is vandaag zowel Rome als Reformatie toe te wensen.
”Der Anfang der Reformation”, Thomas Kaufmann; uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 3 16 150771 7; 676 blz.; € 139,-; ”The Reformation. A brief history”, Kenneth G. Appold; uitg. Wiley-Blackwell, Hoboken, New Jersey; ISBN 978 1 4051 1749 4; 204 blz.; £ 50,-; ”Reading Augustine in the Reformation”, Arnoud S. Q. Visser; uitg. Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 976593 5; 242 blz.; £ 45,-; ”Die Dignität des Ereignisses. Studien zu Heinrich Bullingers Reformationsgeschichtsschreibung”, Christian Moser; Brill, Leiden; ISBN 978 90 04 22978 5; 1110 blz.; 2 dl.; € 210,-; ”The Reformation as Christianization”, Anna Marie Johnson and John A. Maxfield; uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 3 16 151723 5; 430 blz.; € 109,-; ”Die Reformation in der Grafschaft Moers 1527-1581”, Joachim Daebel; uitg. Neukirchener Verlag, Neukirchen-Vluyn; ISBN 978 3 7887 2592 1; 272 blz.; € 24,99.