Kerk & religie

„Eerbied voor God onder druk door verplatting”

PUTTEN – „Er is een tendens gaande dat we Jezus ontdoen van Zijn goddelijke eigenschappen en Hem slechts tot mens maken. Hij heet dan vriend, hulp, held, trooster of maatje. Ik noem dat een verplatting van het belijden van Christus en van eerbied voor God.”

Van een medewerker
27 October 2012 18:30Gewijzigd op 14 November 2020 23:57
Bondsdag Hervormde Mannenverenigingen. Foto RD
Bondsdag Hervormde Mannenverenigingen. Foto RD

Dat zei ds. M. Messemaker, predikant te Woudenberg, zaterdag in Putten, waar hij sprak op de Bondsdag van Hervormde Mannenverenigingen op Gereformeerde Grondslag. De Bonsdag had als thema: ”Ik geloof in God de Zoon”. Ds. Messemaker sprak over ”De Persoon van Jezus”. In de middagbijeenkomst sprak ds. J. Westerink, christelijk gereformeerd emeritus predikant te Urk, over ”Het werk van Christus”.

De vermenselijking van de Persoon van Jezus, krijgt steeds meer voet aan de grond. Op een vraag of dat een gevolg is van de prediking, antwoordde ds. Messemaker, dat de prediking daartoe geen aanleiding moet geven. „Misschien wordt Christus soms te lievig voorgesteld”, zei hij. „De vraag wie Jezus is voor u is, kan pas echt beantwoord worden als we eerst weten wie Hij is.”

Volgens ds. Messemaker wordt in de geschiedenis van de kerk, tot vandaag de dag toe, zowel het mens-zijn als het God-zijn van Jezus ernstig in twijfel getrokken. „Als Christus van Zijn mens-zijn beroofd dreigt te worden, kan Hij ons volkomen offer niet zijn. En in Zijn God-zijn ligt onze zaligheid. Als dat wordt betwijfeld, zou Hij de last van de toorn van God tegen de zonde van het menselijk geslacht niet hebben kunnen dragen. Deze twee naturen, de menselijke en de goddelijke, moeten beide het volle pond krijgen. In het geloof houden we de Godheid van Christus en Zijn mensheid bij elkaar en richten we ons op Hem, tot Wie Thomas in aanbidding uitriep: Mijn Heere en mijn God! Met deze belijdenis op de lippen wordt een zondaar zalig”, aldus ds. Messemaker.

Sprekend in de middagbijeenkomst over het werk van Christus, noemde ds. Westerink dat van een volheid en een omvang die niet is af te meten. „Met de gevleugelde woorden van de koningin van Scheba is de helft ervan mij niet aangezegd.” De Naam ”Zaligmaker” omvat volgens hem Zijn hele werk. De Naam Christus of Gezalfde plaatst Hem in het verband van de goddelijke Drie-eenheid. „Christus verricht Zijn werk als Gezondene door de Vader en de Gezalfde met de Heilige Geest.” Het is niet goed deze drie uit elkaar te halen, terwijl het tegelijk tekort doet aan het werk van Christus wanneer we deze drie helemaal in elkaar op laten gaan, vervolgde ds. Westerink.

Sprekend over de ambten van Christus, noemde de emeritus predikant uit Urk, het profetisch ambt van Christus en de toeleidende weg. „Een toeleidende weg is nodig vanwege de afstand die er van nature is tussen God en de gevallen mens”, zo zei hij.

Waar het hem om ging was de vraag welke plaats Christus heeft op die weg. Hij hoort wel eens de vraag: wanneer mag ik tot Christus gaan? En vooral: wanneer heb ik genoeg zondekennis en ben ik ver genoeg gevorderd in zelfkennis?

Volgens ds. Westerink hem dreigt hier het gevaar van een boodschap die voorwaardelijk wordt. Wanneer de prediking blijft staan bij de toeleidende weg, is dat niet genoeg. De weg gaat verder, waarop Jezus als Profeet stap voor stap verder leidt, besloot ds. Westerink.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer