Licht van over de grens
Hooguit twee jaar, en Nederland kan het licht niet langer laten branden. Import van elektriciteit wordt dan een harde noodzaak om in de binnenlandse behoefte te kunnen voorzien. Als oorzaak ziet onderzoeksbureau Cap Gemini Ernst & Young de afname van de bestaande overcapaciteit in de productie, terwijl de vraag naar stroom almaar blijft stijgen.
De marktprijs van vrij verhandelbare stroom zal hierdoor exploderen, voorspelt Cap Gemini Ernst & Young in het dinsdag verschenen rapport ”Trends in Energy 2002”. „Het effect hiervan op de prijs van vrij verhandelbare stroom laat zich raden. Het verder uit bedrijf nemen van opwekcapaciteit (zoals de discussie rond de kerncentrale in Borssele) is dan nauwelijks meer een vraag.”
In het rapport staat dat het importeren van stroom vanaf 2004 niet langer slechts een middel is om voor minder geld energie in te kopen. Door de snel slinkende overcapaciteit kunnen de Nederlandse centrales op den duur niet meer aan de binnenlandse vraag voldoen. Voor een belangrijk deel is deze overcapaciteit noodzakelijk om een ongestoorde energievoorziening te garanderen.
Met dat oogmerk trof Nederland ooit voorzieningen voor import-/exportcapaciteit via een aantal connectoren met België en Duitsland. Nieuwe investeringen in uitbreiding van distributie en opwekking van energie blijven nodig, stellen de onderzoekers. Zij tekenen daarbij aan dat onzekerheid rond regelgeving en een eenzijdige druk op kosten een ongunstig investeringsklimaat creëren.
De energiecrisis in Californië (dat begin vorig jaar met een gebrek aan productiecapaciteit kampte) heeft een impuls gegeven aan het zoeken naar manieren om op een doelmatiger wijze elektriciteit te produceren, te transporteren en op te slaan. Het rapport stelt dat een combinatie van nieuwe vindingen (zoals brandstofceltechnologie en zogeheten microwarmtekracht) met reeds gangbare technieken (zoals zonne-energie) huishoudens onafhankelijker kan maken van de centrale energievoorziening en de bijkomende transportcapaciteit.
Aan de Nederlandse consumenten lijkt de stroomproblematiek goeddeels voorbij te gaan. Cap Gemini Ernst & Young constateert een geringe betrokkenheid. „Elektriciteit moet het gewoon doen en daarmee basta, lijkt tot op heden de gangbare opvatting.” Of de liberalisering consumenten ertoe zal aanzetten van leverancier te veranderen, hangt af van de hoogte van prijsverschillen. Onderzoek in Engeland, Wales en Duitsland heeft uitgewezen dat de drempel bij een prijsverschil van 10 procent ligt.
De ervaringen in Nederland rond groene stroom (sinds juli vorig jaar is de markt hiervoor vrij) ondersteunen de verwachting dat circa een op de tien consumenten meteen zal overstappen. Het rapport signaleert dat de elektriciteitssector de implicaties hiervan vooralsnog sterk onderschat. „Gezien de omvang van dit marktsegment in aantallen, zal het voor de aanbieders en netwerkbedrijven een enorme opgaaf zijn een dergelijk aantal ”switchers” foutloos te bedienen. Vertragingen en foute afrekeningen zijn elders eerder regel dan uitzondering gebleken.”
In de zakelijke hoek laat de belangstelling eveneens te wensen over. Per 1 januari dit jaar is de markt vrijgegeven voor kleine en middengrote bedrijven. „Aanbieders van stroom doen er van alles aan zich te profileren. Van meedenken met ondernemers, via aanbieders van een breed dienstenpakket tot -lijkt het wel- het kiezen van het profiel van ’milieuactivist’. Ondanks deze toegenomen aandacht is er onder veel bedrijven nog weinig activiteit te bespeuren richting leverancier om betere prijs- en leveringsvoorwaarden te bedingen”, aldus het rapport.
Toch verwachten de onderzoekers op grond van ervaring dat middelgrote bedrijven, waaronder de grootwinkelbedrijven en middelgrote industriële ondernemingen, al dit jaar kunnen gaan profiteren van prijsdalingen tot wel 30 procent. Er is een ”maar”: „Het vertrouwen dat de toezichthouder DTe vanuit zijn regulerende functie deze prijsvoordelen ook aan de resterende kleine bedrijven en consumenten kan doorgeven, is er onvoldoende.”