PKN: Pionieren begint bij dorpskerk zelf
UTRECHT – Het idee van een „missionair masterplan” voor dorpskerken vindt geen gehoor bij de Protestantse Kerk in Nederland. De Protestantse Kerk is ,,helemaal geen voorstander van het landelijk uitrollen van masterplannen”, laat ds. Hans van Ark, hoofd van het programma Missionair werk en kerkgroei, weten.
Prof. dr. Stefan Paas, hoogleraar kerkplanting en –vernieuwing aan de VU, pleitte onlangs voor een dergelijk masterplan „van zoveel mogelijk kerkgenootschappen samen” in De Nieuwe Koers (voorheen CV.Koers). De kerk op het platteland krimpt snel, stelt Paas. Hij vindt dat elk kerkgenootschap moet besluiten in welke dorpen het over twintig jaar nog present wil zijn.
Van Ark denkt daar anders over. Hij benadrukt dat de verantwoordelijkheid bij de plaatselijke gemeentes zelf ligt. Daarnaast zet de Protestantse Kerk sterk in op regionale samenwerking. „Daar waar dorpskerken zelfstandig niet meer kunnen bestaan, kunnen ze gezamenlijk wel toekomst hebben.”
Projectgroep
Er is al een aantal projecten op dit gebied gestart, aldus Van Ark. „Inmiddels is er binnen de Protestantse Kerk een projectgroep die deze initiatieven begeleidt. Plaatselijke gemeenten kunnen er soms ook financiering voor krijgen vanuit de Solidariteitskas.”
Het percentage dat Stefan Paas noemt –dat binnen twintig jaar pakweg 70 procent van de PKN-gemeenten zal sluiten– is volgens van Ark „veel te hoog.” „We zitten inderdaad in een neergang. In de Protestantse Kerk hebben we te maken met een gemiddelde uitstroom van 2,5 procent per jaar. Maar dat betekent nog niet dat 70 procent van de gemeenten binnen twintig jaar sluit. Dat percentage is niet gebaseerd op de feiten.”
Pioniersplekken
Stefan Paas pleitte in De Nieuwe Koers ook voor het opzetten van „kleinschalige pioniersprojecten in dorpen.” Dat juicht ds. Hans van Ark toe. „We zetten als Protestantse Kerk in op honderd nieuwe pioniersplekken in de komende vier jaren. Uitdrukkelijk ook in dorpsgemeentes. Maar niet uitgerold vanuit Utrecht. Het initiatief moet altijd uit de plaatselijke gemeente zelf komen. We stimuleren hen om met voorstellen en ideeën te komen. Wij willen dat vervolgens graag faciliteren.”
Het feit dat grote steden verder zijn met pionieren dan plattelandsgemeenten, herkent Van Ark. „Misschien dat in steden soms wat meer know how is, en dat de urgentie er eerder werd gevoeld. De Protestantse Gemeente Amsterdam is een prachtig voorbeeld waar die ”sense of urgency” de aanleiding was om het roer een aantal jaar geleden radicaal om te gooien. Daarvan worden nu de vruchten geplukt. Als eerste grote stad in Nederland is de uitstroom vorig jaar bijna tot nul gedaald. In vergelijking met een gemiddelde uitstroom van 2,5 procent.”