Analyse: Europese Centrale Bank belandt in alarmerende situatie
FRANKFURT – Beleggers bejubelden donderdag de wijze waarop de Europese Centrale Bank de schuldencrisis in de eurozone te lijf wil gaan. Buurland Duitsland betreurt juist de stap waarmee de bank de strikte scheiding tussen geldbeleid en politiek vaarwel zegt.
Enkele minuten voordat ECB-president Draghi donderdagmiddag een van de belangrijkste beslissingen in de dertienjarige geschiedenis van de centrale bank bekendmaakte, ging op het ECB-hoofdkantoor het alarm af en stoof de ”Feurwehr Frankfurt” het ECB-gebouw binnen.
Het bleek loos alarm, maar de grapjes waren niet van de lucht. Zou Jens Weidmann, voorzitter van de Duitse Bundesbank en fél tegenstander van Draghi’s plannen, uit woede de alarmknop hebben beroerd, of erger?
ECB-president Draghi had tot Duits ongenoegen vorige maand al aangekondigd alles uit de kast te zullen halen om de euro, die volgens hem „onomkeerbaar” is, van een ondergang te redden. Donderdag toonde hij de wereld de ”bazooka” waarop de financiële markten al tijdenlang wachten. De ECB zal „ongelimiteerd” schulden opkopen van kwakkelende eurolanden als Spanje en Italië. Dat moet de rente in die landen drukken, zodat de staatsschuld er draaglijk blijft en de economie er een hap lucht kan nemen.
Schieten met zijn wapen doet Draghi echter nog niet en daarin onderscheidt het nieuwe programma –met de naam Outright Monetary Transactions – zich van de eerdere ECB-schuldopkoopprogramma’s. Nieuwe noodsteun zal de ECB pas geven onder de voorwaarde dat ontvangende landen aankloppen voor steun bij de Europese noodfondsen (het tijdelijke EFSF en zijn permanente vervanger ESM) en zich onderwerpen aan hervormingseisen, waarop ook het IMF zal toezien.
Door er een een-tweetje met de politiek van te maken zoekt de ongekozen ECB de grenzen op van zijn onafhankelijkheid en scheert hij tevens langs de grenzen van zijn mandaat, dat het direct financieren van staatsschuld van eurolanden verbiedt. Volgens de Bundesbank gaat Draghi daar zelfs overheen. Als enige lidstaat binnen de ECB stemden de Duitsers daarom tegen de donderdag gepresenteerde ”nood breekt wet”-maatregel.
Waar beleggers juist kansen ruiken (beurskoersen vlogen omhoog en de Spaanse rente dook naar beneden), zien de Duitsers vooral de bedreigingen.
Zo is de grote vraag of er überhaupt nog wel een weg terug is, wanneer Draghi’s ECB straks tot de nek in de Spaanse en Italiaanse staatsschuld zit en die landen hun wellicht fraaie beloftes tóch niet waarmaken. Trekt de ECB zich dan, zoals Draghi stelt, inderdaad weer terug, terwijl hij daarmee de in zijn ogen „onomkeerbare” euro juist weer in gevaar zou brengen? En durft de ECB zich afzijdig te houden als Spanje en Italië weigeren over hun trots te stappen die hen tot nog toe ervan weerhield hulp te vragen?
Een analist stelde daarom donderdag niet onterecht dat de stoere taal van de ECB over strenge voorwaarden ietwat voelt als de ‘dreiging’ die uitgaat van iemand die roept te zullen schieten maar het pistool juist houdt tegen de eigen slaap.
Ook als Spanje en Italië wél leveren, zijn de problemen niet weg. Als het de eurozone niet lukt de kwakkelende of krimpende economieën op te peppen, wat lastig is met snoeiharde bezuinigingen, worden de schuldproblemen niet kleiner maar groter. In dat geval groeit ook de hoeveelheid Zuid-Europees staatspapier op de ECB-balans mee. Met alle potentiële gevolgen van dien voor de belastingbetaler in Noord-Europa.
In dat opzicht illustreerde de brandmelding van donderdag treffend de alarmerende situatie waarin de ECB is beland. De bank rukt uit met groot materieel, maar het sein brand meester kan voorlopig niet worden gegeven. In dat opzicht is er in de eurozone voor de zoveelste keer vooral tijd gekocht die de afzonderlijke lidstaten gebruiken moeten om de crisis écht te keren. Nu de ECB feitelijk een weg inslaat met eenrichtingsverkeer –een terugweg is er niet–, is dit wellicht de laatste kans.