Basisschool moet elke euro omkeren
Niet alleen bedrijven, ook basisscholen moeten bezuinigen. Besturen en directies keren elke euro om voordat hij wordt uitgegeven. „We slaan voor handvaardigheid geen grote hoeveelheden verf meer in.”
Gilbert Meeuwsen, adjunctdirecteur van de Julianaschool in Krabbendijke, windt er geen doekjes om: „Het was een hele toer om de begroting voor dit cursusjaar sluitend te krijgen. Het is gelukt, maar als morgen de cv-ketel op school kapotgaat, valt de aanschaf van een nieuwe buiten de begroting en eindigen we met een negatief resultaat.”
Meeuwsen (24) noemt twee hoofdoorzaken waardoor veel basisscholen het financieel moeilijk hebben. „De pensioen- en de vervangingskosten lopen op. Dit jaar zijn we 500 euro extra per formatieplaats kwijt aan pensioendekking. Dat is op onze school met zeventien formatieplaatsen 8500 euro. Terwijl de vergoeding van de overheid niet voldoende meestijgt. Je moet dus als werkgever gewoon meer betalen. Daarnaast hebben veel scholen met een dalend leerlingenaantal te maken. Ook onze school zal volgens de prognoses zakken van 310 naar 300 leerlingen. Dat lijkt weinig, maar elke leerling brengt 4000 euro per jaar in het laatje. Het gaat in ons geval dus om 40.000 euro, een substantieel bedrag.”
De begroting van de Julianaschool (310 leerlingen, 30 personeelsleden) is dit cursusjaar 1,2 miljoen euro. „Daarvan gaat 85 procent op aan personeelskosten”, zegt Meeuwsen. Als eerste bezuinigen op deze slurper lijkt voor de hand te liggen. Toch is de Zeeuwse adjunctdirecteur daar terughoudend mee. „We proberen het personeel zo veel mogelijk te ontzien. Goed onderwijs zit niet in lesmethodes, maar in de professionaliteit van de man of vrouw voor de klas. Daarom blijven we daar zo lang mogelijk in investeren.”
Geen vervangers
Toch ontkomt de Julianaschool niet aan bezuinigen op personeel. Meeuwsen: „Enkele onderwijsassistenten hebben afgelopen cursusjaar aangegeven dat ze minder wilden gaan werken. Toen hebben we gezegd: Oké, maar er worden geen vervangers benoemd. Extra handen in de klas zijn nodig. Voor een aantal taken doen we nu een beroep op ouders, waar eerder de onderwijsassistenten het werk deden. Voor klein onderhoud en het bijhouden van de schooltuin hebben we vaste vrijwilligers.”
Mede dankzij planning op langere termijn kan de Julianaschool het hoofd boven water houden. Meeuwsen: „Door slim te begroten, bewuste keuzes te maken en zuinig te zijn op het gebied van onderwijsinvestering, personeelsbeleid en schoolonderhoud krijgen we de zaak financieel sluitend. Nog wel. Sommige scholen hebben afgelopen cursusjaar met een tekort afgesloten. Dan moet je dus je eigen vermogen aanspreken. Dat kan voor een keer, maar geen jaren achter elkaar.”
Meeuwsen maakt zijn team bewust deelgenoot van de bezuinigingen. „Niemand vindt het leuk, maar iedereen heeft er begrip voor. Mijn collega’s lezen ook de krant en weten dat we in een financiële crisis verkeren. En we zijn er nog niet. Na de verkiezingen op 12 september zullen er waarschijnlijk nieuwe bezuinigingen volgen, ook in het basisonderwijs.”
Het bevalt de Zeeuwse adjunctdirecteur goed om zijn collega’s medeverantwoordelijk te maken voor de vraag hoe het beschikbare geld wordt uitgegeven. „We kennen tegenwoordig in het basisonderwijs, net als in het voortgezet onderwijs, de lumpsumfinanciering. Dat houdt in dat je als school van de overheid een zak geld krijgt en zelf moet bepalen hoe je het verdeelt. Wanneer je je collega’s laat meedenken, gaan ze bewuster met elke euro om. Zo slaan we voor handvaardigheid geen grote hoeveelheden verf meer in.”
Meeuwsen pleit voor zakelijkheid én menselijkheid. „Je moet niet té zakelijk worden. Dan krijg je een negatieve sfeer op school.” Nuchterheid helpt ook, weet de Zeeuw. „We kunnen niet de wind veranderen, wel de zeilen. Op de inkomsten hebben we vrijwel geen invloed, op de uitgaven wel.”
Goed tieren
Ook directeur Hugo ten Hoor (48) van de Eben-Haëzerschool in Oldebroek krijgt grijze haren van de stijgende pensioenkosten. „De werkgeversbijdrage gaat omhoog en wordt door de overheid niet gecompenseerd. Daar komt bij dat leraren in het basisonderwijs al twee jaar geen normale salarisverhoging hebben gekregen, terwijl de prijzen voor van alles en nog wat stijgen. Het is mijn belang als directeur dat mijn collega’s op school goed tieren, maar ook thuis. Als het daar schrapen wordt, voel ik me als werkgever medeverantwoordelijk.”
De Oldebroekse school kan financieel aardig rondkomen, dankzij het stijgende leerlingenaantal. Ten Hoor: „We zijn in één jaar gegroeid van 243 naar 282 leerlingen. Dat is een prettige ontwikkeling, waardoor we de bezuinigingen vanuit Den Haag het hoofd kunnen bieden.”
Tegelijk nuanceert Ten Hoor de extra inkomsten. „Veertig leerlingen extra brengen 160.000 euro in het laatje. Daar moet ik twee leraren van betalen; dat is 120.000 euro. De kinderen kosten ook geld aan leermiddelen, verwarming et cetera. Per saldo houd ik maximaal 15.000 euro van dat grote bedrag over. Dat geld is goed voor de magere jaren.”
Bezuinigen op leermiddelen? Ten Hoor resoluut: „Daar zie ik weinig in. Schriften kosten 11 cent, wat valt daar op te besparen? En dan toch maar die mindere lesmethode nemen omdat die goedkoper is? Dat wil je toch niet als school? Dan leg ik liever zelf geld bij.”
Slim omgaan met de inzet van personeel, daar ziet de Oldebroekse directeur wel wat in. „Ik kan een groep van 36 leerlingen splitsten in twee van 18. Onderwijskundig gezien is dat ideaal. Zet er twee jonge leerkrachten voor van 50.000 euro per persoon en ik ben 100.000 euro kwijt. Ik kan ook een ervaren leerkracht van 60.000 euro voor de totale groep zetten, met hulp van een paar onderwijsassistenten. Dan ben ik goedkoper uit. Bovendien kan ik de onderwijsassistenten gedoseerd inzetten. Een Bijbelverhaal vertellen voor 18 of voor 36 kinderen maakt niet uit. Dus laat ik de onderwijsassistenten pas na halftien komen, voor vakken zoals rekenen, taal en lezen.”
Vaderlijk
Een van de leraren, een senior, op de Eben-Haëzerschool is medeverantwoordelijk voor de aanschaf van leermiddelen en lesmaterialen. Ten Hoor: „Hij bestelt alsof hij het uit eigen portemonnee moet betalen. En als jonge leerkrachten de neiging hebben te snel naar een nieuwe bus verf te grijpen, dan maakt hij daar een vaderlijke opmerking over.”
Soms is Ten Hoor een tikkeltje eigenzinnig. „Vijf jaar geleden bestelde de hele onderwijswereld digitale schoolborden. Dat moest zo nodig, want dan was je eigentijds als school. Die borden kosten 5000 euro per stuk. Wij hebben twaalf groepen, dus dat zou voor ons een investering van 60.000 euro geweest zijn. Terwijl ik geen hoge pet op heb van de digitale vaardigheden van sommige leerkrachten. Ik heb tegen mijn collega’s gezegd: Alleen als je het echt wilt, krijg je er een. Op dit moment heeft alleen de ict-leerkracht een digitaal schoolbord om ermee te experimenteren. De twee leerkrachten in de bovenbouw krijgen er binnenkort een.”
Kostte het Ten Hoor veel moeite om de begroting van zijn school (1,1 miljoen euro) dit keer sluitend te krijgen? „Ach, vergelijk het met een gezin dat op vakantie gaat. Je kunt onderweg iedere keer een hotelletje pakken, maar je kunt ook in een tent slapen. Als je als school verstandig met je geld omgaat, lukt het wel. Maar ik onderschrijf de stelling dat het steeds moeilijker wordt. Zeker nu we als basisschool passend onderwijs gaan geven en nog meer te maken krijgen met leerlingen die extra zorg nodig hebben. Dat doen we graag, het is ons vak. Maar tegen politiek Den Haag zou ik willen zeggen: Geef ons dan wel voldoende gereedschap en middelen.”