Kinderen in Kabul
Of het nu in Kabul is, in Johannesburg of in Amersfoort, kinderen zijn overal hetzelfde. Onbevangen, onbesuisd.
Eindelijk verhuisd naar de nieuwbouwwijk. Het huis is op orde, de straat moet nog worden aangelegd. Draait moeder zich een ogenblik om, dan zitten de kinderen al buiten, beklimmen ze de hoge zandbulten en laten zich eraf rollen. Wat is er mooier voor een kind? Dat ze later met schoenen en broeken vol zand de woonkamer omtoveren tot woestijn mag niet deren.
Een zandstorm in Kabul dwingt de mensen binnenshuis te blijven. Maar daagt kinderen juist uit om een hoge open plek te zoeken, het gezicht in de wind te keren, de ogen toe te knijpen en het gevoel te beleven de wind te trotseren. Tot het zand toch je ogen schuurt. Dan is de pret eraf.
Kinderen zijn overal hetzelfde. Onbevangen, onbesuisd. Maar vooral ook flexibel. In de moeilijkste omstandigheden verwerken ze met ogenschijnlijk gemak de werkelijkheid in hun spel. Oorlog, droogte, overstroming; het kan zo erg niet zijn of kinderen pakken snel de draad van het leven op. Zorg maakt hen niet snel apathisch. Wie zou op bepaalde momenten niet wat meer kind in zich willen hebben?