Onderwijs & opvoeding

In gesprek met klasgenoten: Daan Huisman

Dertig jaar geleden leverde de Driestar Hogeschool in Gouda 110 onderwijzers en onderwijzeressen af. De situatie op de arbeidsmarkt was slecht, net als nu. Zes oud-klasgenoten van redacteur Gerard Vroegindeweij vertellen hun levensverhaal. Vandaag het zesde en laatste deel: Daan Huisman, afdelingsmanager Rijn-IJssel Vakschool Wageningen.

Gerard Vroegindeweij

21 August 2012 20:45Gewijzigd op 14 November 2020 22:46
Daan Huisman. Foto RD
Daan Huisman. Foto RD

„Kijken doe je met je ogen en zien met je hart. Ik stond meer dan tien jaar voor de klas voordat deze wijsheid tot me doordrong. Ik hoop dat nieuwe onderwijsgevenden daar niet zo’n lange tijd voor nodig hebben.

Ik ben gestart als een soort politieagent voor de klas. Dat was nodig om te kunnen overleven. Ik heb dat jaren volgehouden. Eerst als leraar Nederlands aan de Van Lodensteinscholengemeenschap. Wat was ik overigens blij dat ik daar in 1983 een baan voor enkele dagen per week kon krijgen. Toen ik met mijn diploma op zak en na het vervullen van mijn dienstplicht een baan zocht, waren er weinig vacatures.

De harde aanpak voor de klas hield ik vol toen ik een jaar later aan de slag kon als leraar Engels op de Udemans, een vbo-school die onder hetzelfde bestuur viel als de Van Lodenstein. Er was geen leraar Engels beschikbaar die qua overtuiging bij de school paste. Het betekende wel hard studeren, want op mijn havo-eindlijst had ik een vier voor Engels. We hadden in de eerste jaren van ons huwelijk geen kinderen, dus ik had wel tijd om te studeren.

Vbo-leerlingen en Engels, dat is geen gelukkige combinatie. Mijn strenge optreden hielp me erdoor. Als leerlingen hun huiswerk niet hadden gemaakt of als ze hun boek niet bij zich hadden, kregen ze direct een stevig portie strafwerk, werden de klas uitgestuurd of moesten uren nablijven.

Deze werkwijze maakte het voor mezelf in zekere zin gemakkelijk. Ik kon overleven. Ondertussen veranderde ik regelmatig van school. Na een jaar of zes, zeven begon het altijd weer te kriebelen en dan verkaste ik weer.

Maar toen ik een jaar of 35 was en na enkele omzwervingen lesgaf op de school waar ik zelf had gezeten, de Driestar, kwam er een denkproces op gang. Ik had de wind er goed onder in de klas en had aardig doorgestudeerd. Zou ik dit nu tot mijn 65e op deze manier moeten doen? Ondertussen merkte ik dat leerlingen regelmatig na afloop van de lessen bij mij aan het bureau kwamen om hun verhaal te doen. Wat zat daar achter?

Weet je wat ik toen heb gedaan? Ik heb de boeken over didactiek en pedagogiek die ik op de pedagogische academie had gebruikt, voor de dag gehaald en er nog enkele bijgekocht over pubers en ik ben weer eens gaan lezen en studeren.

Toen ben ik heel anders gaan aankijken tegen leerlingen. Ik ging het kind achter de leerling zien. Ik keek met andere ogen en zag een klas met jonge mensen die vorming nodig hebben, die zich willen spiegelen aan goede voorbeelden op weg naar hun volwassenheid en die persoonlijke aandacht wensen.

Ik ging de waaromvraag stellen. Waarom is dit kind boos of verdrietig? Waarom haalt deze leerling slechte cijfers? Waarom vertoont deze jongen of dat meisje zulk afwijkend gedrag? Als je daar de antwoorden op zoekt, ga je anders met de leerlingen om.

Deze kentering in mijn denken had ook gevolgen voor de manier waarop ik lesgaf. Ik was instructeur en werd coach. Natuurlijk, de verhouding leerkracht-leerling bleef, evenals regels om de groep in het gareel te houden, maar mijn attitude was veranderd. Ik was een volwassen leerkracht geworden.”

Laatbloeier

„Het feit dat ik een laatbloeier ben, heeft ook met mijn persoonlijke ontwikkeling te maken. Ik ben lang een groot kind gebleven. Vooral tijdens de eerste leerjaren van de pedagogische academie heb ik me erg studentikoos gedragen. Ik ging naar gelegenheden waar ik me nu voor schaam. Als klasgenoten gingen we avondjes uit met dames. Erg spannend allemaal.

Mijn gedrag leidde ertoe dat de mentor van onze klas, Bezemer, een gesprek met mij wilde. Hij zei dat er „een knop om moest”, anders zou ik de opleiding niet af mogen maken. Ik heb me toen wat gematigd, maar echt volwassen werd ik pas rond mijn 35e. Toen viel het kwartje.

Nadat ik was gegroeid van instructeur tot coach, merkte ik bij mezelf dat ik organisatorische klussen leuk vond. Veel dingen in het onderwijs zijn slecht geregeld. Binnen de Driestar heb ik toen verschillende keren gesolliciteerd als decaan en als afdelingsleider, maar iedere keer werd ik net gepasseerd, vaak door mensen van andere kerkverbanden.

Ik heb toen mijn knopen geteld en besloten om te gaan solliciteren. Al snel kreeg ik een baan als leraar economie aan het roc Asa te Utrecht. Nadat ik daar een jaar had gewerkt, werd ik al benaderd om afdelingsleider te worden.

Nu ben ik alweer vanaf 2007 afdelingscoördinator Rijn-IJssel Vakschool Wageningen, een onderwijsinstelling waar zo’n 1750 studenten op mbo-niveau worden klaargestoomd voor de arbeidsmarkt op het gebied van horeca, bakkerij, toerisme en dienstverlening.”

Meesterlijk vertellen

„Ik kan niet zeggen ik qua kerkelijke richting de afgelopen jaren ben opgeschoven. Ik kom uit een boerengezin uit Driebruggen en we kerkten wisselend in Waarder en Hekendorp. Kerkelijk behoorden we bij Waarder, maar Hekendorp, dat onderdeel is van hervormd Oudewater, was veel dichterbij. Bij die laatste gemeente hoor ik nog steeds.

Ik was de oudste zoon thuis, maar heb nooit overwogen om veehouder te worden. Dat was echt niets voor mij. En eigenlijk voor mijn vader, die enkele maanden geleden overleed, ook niet. Hij moest van zijn ouders de boerderij overnemen, maar hij had diep in zijn hart ook liever administratief werk gedaan. Daarom heeft hij er ook nooit op aangedrongen dat ik zijn bedrijf zou overnemen. „Ga jij maar leren”, was zijn advies.

Op de lagere school was het meester Molenaar die mijn voorbeeld was. Hij kon geweldig vertellen. Dat wilde ik gaan doen. Tijdens mijn opleiding tot onderwijzer kwam ik Sierevogel in Kamerik tegen, die kon ook meesterlijk vertellen. Een voorbeeld voor mij. Dat gold ook voor geschiedenisleraar Hofman en godsdienstleraar Cammeraat, beiden van de pedagogische academie.

Als ik een dag minister van Onderwijs zou zijn, zou ik een besluit nemen waarvan het gehele onderwijs plezier zou hebben, namelijk vijf jaar lang geen nieuw onderwijsbeleid ontwikkelen. Veel scholen worden horendol van de veranderingen die het ministerie elk jaar doorvoert. Gun het onderwijs rust.”


Naam: Daan Huisman

Geboren: 15 maart 1962

Burgerlijke staat: gehuwd, twee adoptiekinderen

Opleiding: havo, pedagogische academie, tweedegraads Engels, tweedegraads bedrijfseconomie, eerstegraads algemene economie, master algemene economie, diverse managementsopleidingen

Werkervaring: leraar Nederlands Van Lodensteinscholengemeenschap, leraar Engels en Nederlands Udemansscholengemeenschap, leraar Engels en Nederlands Planciuscollege, leraar Nederlands, Engels en economie Driestarcollege, leraar economie en afdelingscoördinator roc Asa te Utrecht, afdelingscoördinator Rijn-IJssel Vakschool Wageningen

Kerkelijke gezindte: lid van de hervormde gemeente van Oudewater binnen de PKN (Gereformeerde Bond)

Nevenfuncties: op dit moment niets, tijd ontbreekt

Hobby’s: lezen, wandelen, fietsen

Laatstgelezen boek: ”Duizend schitterende zonnen” door Khaled Hosseini

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer