Dankdienst in Berlijn voor 70e verjaardag oud-EKD-voorzitter Huber
BERLIJN – In Berlijn heeft volgende week vrijdag een speciale kerkdienst plaats ter gelegenheid van het feit dat Wolfgang Huber, oud-raadsvoorzitter van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD), zondag 70 wordt.
De dienst wordt gehouden in de Französische Friedrichstadtkirche in Berlijn, zo maakte de EKD vrijdag bekend. Sprekers zullen zijn bisschop Markus Dröge, voormalig bondskanselier Gerhard Schröder, de huidige EKD-preses Nikolaus Schneider en de rooms-katholieke bisschop van Mainz, kardinaal Lehman.
Wolfgang Huber, geboren op 12 augustus 1942, was van 2003 tot 2009 voorzitter van de EKD-raad, en daarmee het gezicht van de Evangelische Kirche, de grootste protestantse (lands)kerk in Duitsland. Ook was hij bisschop van Berlijn-Brandenburg-schlesische Oberlausitz.
In een gelukwens noemde preses Schneider het vrijdag „een geluk” voor de EKD dat Huber in 1994 niet de politiek in is gegaan, maar zich voor de kerk ging inzetten. Schneider herinnert onder andere aan het belang dat Huber hechtte aan de dialoog met andere religies en andere stromingen binnen het christendom, met name de Rooms-Katholieke Kerk. Ook wijst hij op het zogeheten impulsdocument uit 2006, waarmee (met name) Huber een discussie over de toekomst van de protestantse kerk in Duitsland in gang zette. Overigens riep dit hervormingsdocument behalve instemming ook felle kritiek op.
Huber, aldus Schneider verder, behoorde jarenlang tot de „toonaangevende en richtingwijzende intellectuelen in de Bondsrepubliek Duitsland.”
Ethiekraad
Overigens schuwt Wolfgang Huber het publieke debat nog steeds niet. Nog deze week mengde hij zich, als lid van de Ethiekraad, in de strijd die in Duitsland is uitgebroken over een wetsvoorstel waarin alleen beroepsmatige betrokkenen bij euthanasie –artsen, verplegend personeel– strafbaar worden gesteld, maar familie of vrienden niet. „Het moet helder zijn dat artsen en verpleegkundigen zich niet met actieve stervenshulp bezighouden”, zo zei Huber in Bild. „Hier mogen geen achterdeuren worden geopend, al helemaal niet met zulke vage begrippen als ”nahestehend” (nabijstaand, oftewel familie of vrienden; red.).”
Biografie
Recent verscheen een biografie over de oud-raadsvoorzitter van de Evangelische Kirche in Deutschland, van de hand van Philipp Gessler, journalist bij de Berlijnse krant taz-die tageszeitung. De titel luidt ”Wolfgang Huber – Ein Leben für Protestantismus und Politik” (een leven voor protestantisme en politiek; uitg. Kreuz). Een biografie die „bijna 24 uur lang” „zo goed als zeker een bestseller scheen te worden over de nieuwe bondspresident, wiens leven tot dusver niet uitvoeriger geschilderd was”, schrijft Gessler, zelf rooms-katholiek, in zijn voorwoord. „Wolfgang Huber, voormalig bisschop van Berlijn-Brandenburg en raadsvoorzitter van de Evangelische Kirche in Deutschland (EKD), was half februari 2012 een van de uiteindelijk nog slechts drie kandidaten die door de fracties in de bondsdag –uitgezonderd de Linkspartei– werden beschouwd als mogelijke presidenten na het vertrek van Christian Wulff.” Maar de „69-jarige theoloog en kerkleider Wolfgang Huber is het niet geworden” – wat Gessler „zeer betreurt.”
Vader
In 279 bladzijden beschrijft de auteur Hubers levensgang. Regelmatig keert daarin terug dat diens vader, de briljante jurist Ernst Rudolf Huber (gepromoveerd bij Carl Schmitt), een prominent nazi was. Gessler: „Ernst Rudolf Huber, men moet het zo zeggen, valt het nieuwe regime om de hals – en probeert het onmogelijke: hij schrijft een ”Verfassung” (grondwet) voor de barbaarse staat van willekeur (1937), die hij in een tweede, geactualiseerde uitgave in 1939 ”Verfassungsrecht des Grossdeutschen Reiches” noemt. Daarmee legitimeert hij juridisch onrecht en dictatuur in de staat van Adolf Hitler. Huber schrijft: „Het volks-Führerrijk rust op de erkenning dat de ware wil van het volk niet door parlementsverkiezingen, maar slechts door de Führer zuiver en onvervalst onderstreept wordt.” Een antisemiet was Ernst Rudolf Huber, anders dan Carl Schmitt, „waarschijnlijk” echter niet, aldus Gessler.
Ondanks alles hield zoon Wolfgang „innig veel” van zijn vader en ging hij „op ontroerende wijze” met hem om.