Botten werpen nieuw licht op migratie naar Amerika
De breed geaccepteerde theorie dat de eerste mensen ongeveer 12.000 jaar geleden vanuit de Beringstraat in het noorden van Azië het Amerikaanse continent binnentrokken, is door de vondst van 33 skeletten in Mexico ter discussie komen te staan. De botten lijken op die van de huidige inheemse bevolking van Australië en het gebied van de Stille Oceaan en niet op die van Noord–Aziaten. Bovendien lijken de botten veel jonger te zijn dan 12.000 jaar.
Dat stellen onderzoekers van universiteiten in Spanje en Mexico donderdag in een artikel in het gezaghebbende natuurwetenschappelijke tijdschrift Nature. Het team onderzoekers onder leiding van José Rolando–Gonzales van de universiteit van Barcelona heeft 33 skeletten onderzocht die op het Mexicaanse schiereiland Baja California waren gevonden. De botten zijn volgens de onderzoekers afkomstig van mensen die tussen 2500 en 3000 jaar geleden op het schiereiland leefden.
De wetenschappers stellen in Nature dat de skeletten relatief lang en smal zijn en lijken op die van de huidige inheemse bevolking van Australië en het gebied van de zuidelijke Stille Oceaan. Volgens de onderzoekers is het niet waarschijnlijk dat deze inwoners van Baja California dezelfde voorouders hadden als de huidige inheemse bevolking van Noord– en Zuid–Amerika. De skeletten van de Noord– en Zuid–Amerikanen zijn kort en stevig en lijken op die van de Noord–Aziaten.
In een reactie op het artikel in Nature laat antropoloog Tom Dillehay van de Universiteit van Kentuck weten dat de tot nu toe geldende opvattingen over de eerste migratie naar Amerika wellicht te eenvoudig waren. Hij laat weten dat uit recente archeologische vondsten blijkt dat er meerdere volksverhuizingen waren en dat de migranten uit uiteenlopende plaatsen kwamen.
Dilllehay vermoedt dat de inwoners van Baja California lange tijd geïsoleerd van andere bevolkingsgroepen hebben geleefd, waardoor hun lichaamsbouw anders was dan die van andere inheemse Noord–Amerikanen.