Duitsers maakten rommel in Het Loo
De klanken van ”Unsere Infanterie” daverden door het paleis. De Wehrmachtsoldaten die in Paleis Het Loo verbleven, vierden op 20 april 1941 de verjaardag van Adolf Hitler met een diner en een concert. Een maand later vertrokken ze naar het Oostfront. Velen uit ”Unsere Infanterie” overleefden dat niet.
In het Apeldoornse paleis maakten de militairen er soms een puinhoop van, zo is te zien op een grote foto in de oostvleugel van Het Loo. Daar is de tentoonstelling ”Het Loo in oorlogstijd” te bezichtigen, onderdeel van de manifestatie ”Gelegerd in Gelderland”.
Koningin Wilhelmina had bijtijds voorzorgsmaatregelen genomen: ze liet conciërge P. C. Wiessner al vanaf november 1939 kostbaarheden en persoonlijke eigendommen in veiligheid brengen. In haar zitkamer liet ze een groot portret van prinses Juliana uit de lijst halen.
Wiessner en paleisintendant jhr. Van Suchtelen van de Haare hielden een logboek van de ontwikkelingen bij om koningin Wilhelmina na de Bevrijding een indruk te geven van wat zich tijdens haar afwezigheid had afgespeeld.
Na de oorlog verbaasde Churchill zich erover hoe snel alles hersteld was. Hij vroeg Wilhelmina of ze haar conciërge wel bedankt had. Ze zei dat hij gewoon zijn werk had gedaan. Daar was Churchill het niet mee eens. Wilhelmina liet de conciërge toen direct bij zich komen om hem te bedanken.
Roofgoed
Op de dag van de Duitse inval, 10 mei 1940, nam de conciërge foto’s van de inrichting van de kamers, omdat hij ervan overtuigd was dat een Duitse bezetting haar sporen zou achterlaten. Dat viel aanvankelijk mee, maar het veranderde toen de zijvleugels van 9 april tot 22 mei 1941 in gebruik waren als onderkomen voor de soldaten.
Enkele stoelen die de Duitsers gebruikten, hangen tijdens de expositie aan de muur, zodat bezoekers de onderkant kunnen zien: elk exemplaar kreeg daar een brandmerk met een hakenkruis.
Nadat de Duitse troepen waren vertrokken, greep het paleispersoneel de kans om meer kostbaarheden in veiligheid te brengen. Koperen en bronzen voorwerpen met een gezamenlijk gewicht van zo’n 600 kilo werden onder de vloer van de eetzaal verstopt.
De Duitsers brachten een grote hoeveelheid meubelen, vloerkleden, ledikanten, schilderijen, spiegels en pendules uit Het Loo per goederenwagon over naar Berlijn om er overheidsgebouwen mee in te richten. Wandtapijten werden verkocht en gordijnen en betimmeringen vernield.
Roest moest blijven
In 1942 werd het paleis oorlogshospitaal: ”Krieglazarett Schloss Het Loo”. Dat werd met grote witte kruisen op het paleisdak aangegeven, in de hoop dat de geallieerden het gebouw niet zouden beschieten.
De kamers van koningin Wilhelmina werden door SS-officieren gebruikt. De grote zaal was hun eetzaal. Juist daar liet koningin Wilhelmina na de oorlog de Verzetstafel neerzetten: een tafel vol gedenkborden, fotoalbums en poëziebundels die herinnerden aan de illegaliteit in bezet Nederland.
Vanwege de tentoonstelling staat momenteel een deur in het paleis open die anders dicht is: bezoekers mogen Wilhelmina’s badkamer zien. In de marmeren vloer zijn nog altijd roestplekken te zien die gevallen scheermesjes van de SS’ers achterlieten. Wilhelmina gaf opdracht de vlekken te laten zitten, als bewijs van de vernielzucht van de Duitsers.
Bijbel in het bos
Na de Slag om Arnhem in september 1944 werden 120 gewonde Engelse soldaten die krijgsgevangen waren gemaakt, in Het Loo verpleegd. Het diende ook als jachtpaleis voor SS’er Rauter en de NSB-leiders Mussert, Geelkerken en Rost van Tonningen. Ook rijkscommissaris Seyss-Inquart, die aan de Loolaan een hoofdkwartier had, kwam er regelmatig. In 1944 vierde hij hier het kerstfeest.
Aan de Watersnoodbijbel in een van de vitrines is een bijzondere historie verbonden: terugtrekkende Duitsers namen de Bijbel in april 1945 mee, maar lieten hem bij Nieuw-Milligen in het bos achter. Rondtrekkende zigeuners vonden het Boek en brachten het netjes terug naar het paleis.
”Het Loo in oorlogstijd” is tot 16 september te bezichtigen. De expositie is toegankelijk vanaf 13.00 uur op de dagen waarop het paleis is geopend. Voor 50 cent is een vouwblad te koop dat bezoekers langs plaatsen in het paleis voert die aan die periode herinneren.