Dat constateert europarlementariër Van den Bos (D66) in een door hem vervaardigd rapport, dat dinsdag aan de orde kwam in het Europees Parlement in Straatsburg. Vooral het christendom, in het bijzonder in de voormalige sovjetrepublieken, en de islam vertonen groei, zo luidt zijn waarneming. Becijferingen duiden erop dat 90 procent van alle mensen zich op enigerlei wijze verwant voelt met een geloof.

De volksvertegenwoordiging van de EU zal in een resolutie, waarover zij donderdag stemt, bij de ministers van de lidstaten aandringen op een krachtige stellingname tegenover regeringen van landen waar de vrijheid van godsdienst onder druk staat. Meer dan de helft van de mondiale bevolking woont in gebieden waar dit grondrecht beperkingen kent.

Tegelijk uit het Parlement zijn verontrusting over het her en der oprukkende religieuze fanatisme. Van den Bos schrijft dat deze ontwikkeling behalve binnen de islam zich eveneens aftekent bij onder andere ultraorthodoxe Joodse gemeenschappen in Israël en bij christelijke fundamentalisten in de VS. Hij signaleert dat terwijl het geloof vandaag de dag in het algemeen intenser wordt beleefd en beleden dan voorheen, het tevens op steeds grotere schaal wordt misbruikt voor doeleinden als het verwerven en consolideren van politieke en economische macht.

„Extremisme is thans de belangrijkste vijand van de godsdienstvrijheid en vormt een permanente dreiging voor de wereldvrede”, meent de D66-afgevaardigde. Van de dertig conflicten die in 2002 veel slachtoffers eisten, hadden er twaalf een religieuze achtergrond, waaronder die in het Midden-Oosten en op de Molukken.

Drs. B. Belder (europarlementariër voor de fractie ChristenUnie-SGP) vindt dat de rapporteur verzuimt het volgens hem terecht aan de orde gestelde fundamentalisme te onderscheiden van godsdienst zelf. „Wie dat onderscheid wél maakt, behoeft niet krampachtig godsdienst buiten het politieke debat te houden.”

Voorts laat Belder aantekenen dat het niet aanhangen van een religie ook berust op een geloofskeuze. „Democratische politiek is derhalve nooit neutraal.”