Verplaatsing chemische wapens Syrië zorgelijk
Het bericht was even onheilspellend als voorspelbaar. Amerikaanse inlichtingendiensten meldden eind vorige week dat het Syrische regime bezig is een deel van zijn voorraad chemische wapens te verplaatsen.
Voorspelbaar, omdat inlichtingendiensten zich al langer zorgen maakten over het lot van de enorme voorraden sarin, cyanide en zenuwgas waarover Syrië beschikt. Men hield er rekening mee dat dit gevreesde oorlogstuig vroeg of laat een rol in de crisis in het Arabische land zou gaan spelen.
Onheilspellend, omdat het maar de vraag is wat president Bashar al-Assad en de zijnen met de verplaatsing van deze massavernietigingswapens op het oog hebben.
Er zijn diverse opties. De meest nobele is dat Assad bang is dat zijn arsenaal aan niet-conventionele wapens in verkeerde handen –lees: de oppositie– terechtkomt, en hij het spul daarom naar een veiliger plaats over laat brengen.
De manoeuvre kan er echter ook op duiden dat de president iets totaal anders van plan is. Mogelijk voelt hij zich inmiddels dermate in het nauw gedreven dat hij zijn chemische wapens als laatste redmiddel van stal haalt om zijn positie met een dramatische actie alsnog veilig te stellen.
Het zou overigens niet voor het eerst zijn dat een Syrische leider massavernietigingswapens tegen de eigen bevolking inzet. Assads vader, Hafez, deinsde er in 1982 niet voor terug om cyanidegas tegen de bevolking van Hama te gebruiken, om zo een opstand de kop in te drukken. Duizenden Syrische burgers kwamen daarbij om het leven.
Of Bashar al-Assad tot dezelfde wreedheden in staat is, zal de tijd leren. Nu al doen de meest vreselijke verhalen de ronde over het brute optreden van het regeringsleger, maar de inzet van chemische wapens is vanzelfsprekend van een totaal andere orde. Die zou Assad het allerlaatste restje legitimiteit als staatshoofd ontnemen.
Er is nog een andere mogelijkheid, namelijk dat Assad zijn voorraad massavernietigingswapens verbergt in anticipatie op een buitenlandse militaire interventie. Mocht het Westen besluiten tot gewapend ingrijpen in Syrië, dan zou het veiligstellen van de Syrische chemische en biologische wapens een van de eerste prioriteiten zijn.
Hoe het ook zij, het feit dat de Syrische massavernietigingswapens nu een concreet aspect in de crisis vormen, voegt een uiterst gevaarlijk element aan het conflict toe.
De internationale gemeenschap heeft tot nu toe met de handen in het haar gezeten, niet wetend wat ze precies met de situatie in Syrië aan moet. Militair ingrijpen lijkt vooralsnog politiek niet haalbaar, omdat China en Rusland hun Arabische bondgenoot niet willen afvallen en een voorstel voor gewapende interventie dus niet door de VN-Veiligheidsraad zal komen.
Als het Syrische regime echter daadwerkelijk massavernietigingswapens tegen de eigen bevolking zou inzetten, dient de internationale gemeenschap –inclusief Rusland en China– haar verantwoordelijkheid te nemen en alles in het werk te stellen om een einde aan het geweld in Syrië te maken.
Dat laatste geldt overigens evengoed als Syrische chemische wapens in handen van de oppositie vallen. Want ook die heeft bepaald geen onbesproken staat van dienst als het gaat om het plegen van gruweldaden als marteling en verkrachting. Massavernietigingswapens in de handen van hopeloos verdeelde islamistische splintergroeperingen vormen evengoed een recept voor dood en verderf.
Bovendien bestaat dan de kans dat deze wapens in handen van bijvoorbeeld de Libanese Hezbollahbeweging vallen, met alle gevolgen voor Israël van dien.
Israël volgt dit alles natuurlijk met argusogen. En het is zeker te verwachten dat de Joodse staat zijn verantwoordelijkheid eerder zal nemen dan de internationale gemeenschap als de Syrische chemische wapens worden ingezet of in verkeerde handen terechtkomen.
Reageren? buza@refdag.nl