Kleuter vol onrust heeft structuur nodig
Onze zoon van vier jaar is een enthousiast en gevoelig kind, dat het liefst altijd met andere mensen of kinderen bezig is en alles zeer intensief beleeft. Hij is redelijk aanhankelijk, maar kan ook prima zelfstandig spelen. Een lastig punt is dat hij in bepaalde situaties waarbij meer mensen aanwezig zijn, plotseling erg onrustig kan worden: veel en hard praten; bewegen; speelgoed van andere kinderen afpakken; plotseling andere kinderen of volwassenen aanraken waarbij hij hen ook pijn kan doen.
Een vierjarige is volop in ontwikkeling. Het is goed om hier eerst bij stil te staan. Een baby komt volstrekt hulpeloos en afhankelijk op de wereld. Hij weet nog niets van de wereld om hem heen. Wat hij wél heeft, zijn zijn eigen behoeften. Worden die eerste levensbehoeften niet vervuld, dan zet hij een keel op.
Een jong kind is nog helemaal egocentrisch in zijn denken, wat wil zeggen dat hij zelf het centrum van zijn wereld is. Hij denkt en handelt uitsluitend vanuit zijn eigen perspectief. Dat kan niet anders, want hij kan zich nog niet in een ander verplaatsen.
Gemiddeld genomen duurt dit egocentrische denken tot een jaar of vier (overigens, bij gemiddelden is het altijd zo dat een kind voor of juist achter kan lopen). Een egocentrisch denkend kind doet waar hij zelf zin in heeft. Vandaar ook dat het leren delen en het samen spelen echt een opgave is. Als een ander met iets leuks bezig is en hij ziet dat, kan hij dat ineens ook willen. Afpakken van speelgoed is iets wat veel bij kleine kinderen voorkomt. Een kind moet leren dat dit niet mag; dat bedenkt hij zelf niet.
Afweging
Rond de kleuterjaren verbreedt het denken zich. Het kind begint rekening te houden met de gevolgen van wat hij doet. Hij gaat meewegen of iets voor- of nadeel voor hem oplevert. Zo zal hij geremd worden om iets te doen waarvan mama boos wordt, want daar heeft hij uiteindelijk zelf last van. Hij bedenkt nog niet dat zijn gedrag vervelend is voor een ander, maar hij denkt alleen aan de consequentie voor hemzelf.
Vanaf gemiddeld een jaar of 7 gaat een kind zich realiseren dat een ander een eigen binnenwereld heeft met eigen gedachten, eigen gevoelens en eigen overwegingen. Hij kan dan ook bedenken dat de ander iets van hem vervelend kan vinden.
De ontwikkeling naar het zichzelf in een ander kunnen verplaatsen en rekening houden met elkaar, duurt een tijd. Vanaf een jaar of tien moeten kinderen dit in principe kunnen. Wat overigens niet wil zeggen dat ze het altijd doen. Wat trouwens ook voor volwassenen geldt…
Rust inbouwen
Nu terug naar de vraag. Deze kleuter –ik noem hem Mark– is in veel opzichten een makkelijk kind. Hij is zowel aanhankelijk als zelfstandig. Hij heeft het goed naar zijn zin op school en het gaat meestal goed in de klas.
Een lastig punt is echter dat hij onrustig kan zijn. Zijn ouders weten al dat ze hem goed moeten voorbereiden op bepaalde drukkere situaties. Ook houden ze in de gaten dat hij niet overprikkeld wordt. Dat doen ze door voldoende rust in te bouwen. Dit werpt vruchten af, want zelfs op dagen met onvoorziene momenten kan Mark toch vaker rustig blijven. Dat is overigens een hele presta- tie te noemen met een kind als Mark!
Corrigeren
Maar wat te doen op de momenten dat het toch misgaat? In de eerste plaats is het goed om rekening te houden met zijn ontwikkeling. Het is nog maar een kleine jongen, die op spannende momenten egocentrisch denkt. Dat is heel normaal voor zijn leeftijd, zoals hierboven al aangegeven.
Het is goed dit mee te laten wegen bij het corrigeren. Want een rustige en duidelijke correctie is op haar plaats, zelfs al is zijn denken nog beperkt. En ook al blijft het nog niet echt hangen, dan toch is het goed om te zeggen dat het niet mag en dat een ander het niet leuk vindt.
Motieven
Mark kan met zijn gedrag anderen pijn doen. Ook hierbij is het goed om jezelf te realiseren dat het hem niet gaat om het pijn doen van de ander. Dit bedenkt hij niet, want hij verplaatst zich nog niet in een ander. Hij doet dus niet met opzet een ander pijn.
Waarschijnlijker is dat hij met zijn gedrag probeert het voor zichzelf leuker te maken. Wellicht zoekt hij aandacht? Mogelijk wil hij zelf controle hebben? Misschien uit hij zijn ongenoegen omdat het lastig is om langer stil te moeten zijn? Of vindt hij het allemaal erg saai en wil hij wat leven in de brouwerij? Of is het juist te druk en gaat hij flippen omdat hij het overzicht kwijt is?
Het is belangrijk om te begrijpen waardoor zijn ongewenste gedrag ingegeven wordt. Misschien kun je iets aan de omstandigheden veranderen. In ieder geval stemt het begrijpen van het gedrag je als opvoeder wat milder en raak je minder geïrriteerd van onrustig gedrag. En dat helpt weer om zelf rustig te blijven.
Grenzen en structuur
Het ene kind verschilt van het andere kind. Mark beleeft dingen intens. En het kan zijn dat hij van nature ook impulsiever is dan een ander kind. Het is belangrijk dit te onderkennen om hem vervolgens te leiden.
Want naast het begrijpen is het in de tweede plaats belangrijk om ongewenst gedrag te stoppen. Geef duidelijke grenzen en bied een heldere structuur aan. Mark is een jongen die veel prikkels opvangt en intens leeft. Juist dan is voorspelbaarheid en duidelijke regie belangrijk. Dit geeft hem veiligheid en overzichtelijkheid.
Tot slot heeft een jochie als Mark bevestiging nodig. Dat heeft iedereen, maar zeker een gevoelig kind. Als hij onrustig is, kan hij veel negatieve aandacht krijgen. Terwijl hij juist zo op zoek is naar positieve aandacht. Laat daarom op momenten dat het goed gaat, blijken dat je het fijn vindt dat hij lief speelt. Maar geef ook bevestiging wanneer hij niet speciaal iets goeds doet. Gewoon omdat hij Mark is en omdat je van hem houdt.
Geef hem bijvoorbeeld even een knuffel of maak gezellig even tijd voor hem en lees bijvoorbeeld voor. Of zeg hem dat je het zo fijn vindt dat hij er is en dat je het prettig vindt met hem. Reken maar dat hij door dit soort dingen merkt dat hij geliefd wordt.
Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan psychologe drs. Sarina Brons. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@rd.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.
Tips
Houd rekening met de mentale ontwikkeling en bedenk dat een kleuter zich nog niet kan verplaatsen in een ander.
Bedenk dat hij niet expres anderen dwarszit, maar dat hij vooral reageert vanuit eigen behoeften.
Wees duidelijk en stel grenzen aan ongewenst gedrag.
Beperk het aantal prikkels en bouw rust in.
Bied een overzichtelijke structuur, zodat hij weet waar hij aan toe is.
Geef positieve aandacht op momenten dat het goed gaat.
Bevestig hem door onvoorwaardelijke liefde te laten blijken.