Belangstelling voor de Bijbel in Amsterdam
AMSTERDAM – De blauwe evangelisatiebus in winkelcentrum De Amsterdamse Poort zie je niet over het hoofd. Jan-Dirk Liefting van de Stichting Evangelisatie Sjofar (SES): „Er is het laatste jaar meer aandacht voor de Bijbel gekomen. We hebben dikwijls bijzondere gesprekken.”
SES is een reformatorische stichting die in 2006 is opgericht en in diverse plaatsen evangelisatieacties heeft opgezet, onder meer in Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem en Wageningen. SES ziet graag dat na verloop van tijd plaatselijke kerken het initiatief oppakken. Zo zijn de acties in Wageningen overgedragen aan de plaatselijke hersteld hervormde gemeente en die in Apeldoorn aan een interkerkelijke groep christenen.
In winkelcentrum De Amsterdamse Poort staat de bus van SES op een mooie plek aan een plein, waar op een zomerse dag veel mensen langskomen. De bus is getooid met twee vlaggen met daarop de tekst ”Nederland redt het niet. Laat u door Jezus redden”. Onder de luifel zijn Bijbels, boeken en folders uitgestald. Medewerkers Jan-Dirk Liefting en Kees Imminkhuizen delen folders uit, die soms met een handgebaar worden geweigerd, maar verrassend vaak worden aangenomen.
„Ik sta hier graag”, zegt Liefting. „Het is hier een bijzonder publiek, waarmee je gemakkelijk een praatje over de Bijbel en het geloof kunt krijgen. Vanmorgen hebben we zes Bijbels weggegeven, waarvan twee aan mensen die de Bijbel niet kenden.” Imminkhuizen: „Een van die twee was een blank meisje van een jaar of zeventien. Ze wilde graag een Bijbel hebben, maar liep toen snel door. Ik weet niet hoe het verder gaat. Dat moeten we aan God overlaten.”
Tijdens de maaltijd –patat met kroket– komt, een beetje aarzelend en met een bedrukt gezicht, een vrouw naar de kraam. Ze vertelt dat ze christen is en van Turkse afkomst en dat ze het moeilijk heeft. Haar man en zus hebben haar in de steek gelaten. „Het lijkt of mijn hele leven een leugen is geweest. Ik bid elke dag en roep: „Heer, waar bent U?” maar er gebeurt niets. Ik heb hoop nodig.”
Liefting: „Christen-zijn is geen garantie voor een gelukkig leven. Als u God kent, mag u erop vertrouwen dat Hij u vasthoudt. U mag naar God gaan. Zal ik met u bidden?” De twee gaan de bus in, waarna de deur gesloten wordt. Liefting vertelt later dat hij Psalm 73 gelezen heeft, die de vrouw bemoedigde. „Ik kom hier dikwijls in aanraking met wanhopige mensen en ook met mensen die teleurgesteld zijn in de kerk en aan het zwerven geslagen zijn. Nogal wat mensen verlangen naar meer kennis van de Bijbel. Ik denk dat er in de Bijlmer plaats is voor een Schriftgetrouwe calvinistische gemeente.”
Het is hem opgevallen dat er het laatste jaar veel meer belangstelling is voor de Bijbel, zowel bij autochtone Nederlanders als onder allochtonen. Hij noemt als kantelpunt de tsunami in Japan, voorjaar 2011, toen veel Nederlanders blijkbaar geschrokken zijn en zijn gaan nadenken over de zin van het leven. Ook Pasen was zo’n moment. „Zonder direct een oordeel te willen geven over de EO-uitzending op Goede Vrijdag vanuit Rotterdam, kan ik wel constateren dat er de weken daarna meer vraag naar Bijbels bestond.”
Er volgen gesprekken met een zoekende hindoe, met enkele keurig geklede mormonen die reclame maken voor God als moeder, en een groepje oudere Surinamers dat gehinderd wordt door de blauwe bus. Het slot van het gesprek: „Jullie irriteren ons mateloos. Willen jullie hier weggaan?” Liefting: „U moet met die vraag bij de gemeente zijn, die ons de vergunning verleend heeft.”
Aan het eind van de dag volgt er een bemoediging. Er komt een man bij de stand die een niet-gelovige iemand een Bijbel beloofd had. In de boekhandel bleek echter dat hij niet voldoende geld had. Vervolgens liep hij naar huis en bad: „Heer, u weet toch dat mijn vriend een Bijbel moet hebben?” Even later liep hij langs de stand van SES, waar men hem kon helpen.