Kerkorganist Bute speelde na de dienst de ”Internationale”
Met organisten kun je veel meemaken. Dat bleek wel in de Tweede Wereldoorlog toen de organist van de Grote Kerk te Enschede die lid was van de NSB allerlei uitspraken van zijn predikanten opschreef en aan de Duitsers doorbriefde waardoor ds. Nanne Zwiep de dood vond in Dachau. Dat is echter een uitzondering. Evenwel is er genoeg met hen te beleven.
Ooit speelde een organist in een van de gemeenten die ds. P. Honkoop diende bij het uitgaan van de kerk ”Scheepje onder Jezus’ hoede”. Een ouderling gaf als commentaar dat dit een ongepast lied was. Ds. Honkoop reageerde: „Goed te begrijpen dat je het met dat versje niet eens bent. We willen van nature allemaal onder een andere vlag varen.”
Op 17 november 1863 werd in de hervormde kerk te Oud-Beijerland herdacht dat Nederland vijftig jaar eerder onafhankelijk van Frankrijk was geworden. Na afloop van de dienst en het uitspreken van de zegenbede ontstond er tumult in de kerk. W. van der Sijde, die weliswaar organist was maar geen orangist, speelde niet het Wilhelmus maar met het volle werk ”Wien Neêrlands bloed”. Velen die anders nooit in de kerk kwamen zongen het lied luid mee.
In de kerkenraadsnotulen valt te lezen dat hierdoor grote verwarring en ontstichting ontstond. Zij die de kerk wilden verlaten werden gehinderd door anderen die wilden blijven zitten om het lied af te luisteren. De organist, die met boze opzet had gehandeld, kreeg een stevige vermaning van de kerkvoogdij, maar mocht wel in functie blijven.
Nog bonter ging het toe in de Grote of Sint-Walburgiskerk te Zutphen. Daar werd met zekere regelmaat het socialistische lied ”Het morgenrood” na de preek gespeeld of de ”Internationale” bij het uitgaan van de kerk. Dat gebeurde in de tijd van de blinde organist Cornelis J. Bute, die van 1908 tot 1968 de vaste bespeler van het prachtige Baderorgel was en onder meer de bekende ”Suite in ouden stijl” componeerde. Het zal niet zozeer Butes keus zijn geweest als wel die van ds. H. van den Bergh van Eysinga, die van 1896 tot 1920 een van de stadspredikanten was. Hij behoorde niet tot de meest werkzame predikanten in de gemeente en was meer een studeerkamergeleerde. Hij schreef ook een wijsgerige dissertatie. In Zutphen noemden ze hem wel eens het luxe paard, waar de andere predikanten als werkpaarden golden. Ds. H. van den Bergh van Eysinga droeg een theologie uit die verre van gereformeerd was. Hij werd op den duur socialist en ten slotte overtuigd communist. De dichter Willem Kloos, die zelf niets met godsdienst ophad (hij dichtte de gevleugelde woorden ”Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten”) vond dat de Zutphense predikant de gemeente voor de gek hield. Kloos was van mening dat iemand die het historisch bestaan van Jezus Christus uit het christendom wegnam en aan het Evangelie een vage filosofische zin toekende een wijsgerige fantast was, maar geen christen genoemd mocht worden.
Natuurlijk ben ik een vijand van de ”Internationale”, of de term moet betrekking hebben op het algemeen ongetwijfeld christelijk geloof. Toch had ik die ”Internationale” van Bute wel eens willen horen. Volgens mij was hij solider dan de preek van zijn dominee.