Robert Doornenbal: Vorm visie op missionaire taak
Hoe moeten kerken verbindingen leggen met de postmoderne samenleving? Een praktische instructie ziet Robert Doornenbal in Handelingen 10. „Petrus werd door God geroepen om relaties aan te gaan met de heidenen. Hij moest een grens overgaan.”
Het over je eigen grens heen stappen is ook vandaag nog de opdracht voor een christen, aldus de Edese theoloog. Toch roept die conclusie meer vragen op dan er antwoorden gegeven worden. Want: hoe pak je dat aan? En hoe voorkom je dat grenzen verlegd worden?
Doornenbal onderzocht in het kader van zijn promotie, morgen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, hoe ”emerging churches”, eigentijdse, missionaire gemeenten, omgaan met dit vraagstuk. De interesse daarvoor ontstond bij Doornenbal, die docent is aan de Academie voor Theologie van de Christelijke Hogeschool Ede, zeven jaar geleden. „In die periode ontstonden er veel missionaire gemeenten in Nederland. Bij een nadere beschouwing bleken er in het buitenland nog veel meer van dit soort kerken te zijn. Alleen al in het Verenigd Koninkrijk zijn er zo’n 2000. Samen bereiken die zo’n 150.000 mensen.”
Doornenbal kreeg van zijn werkgever de mogelijkheid om één dag per week in kaart te brengen wat de achtergronden zijn van deze nieuwe ontwikkelingen. „Ik wilde weten: hoe zitten die gemeenschappen in elkaar, hoe worden ze geleid en waaruit bestaat de opleiding van de leiders van die kerken?”
Belangstelling
Hoewel de Edese onderzoeker zich voordien niet specifiek met missionaire gemeenten bezighield, had de thematiek al vroeg zijn aandacht. Als student kwam hij in aanraking met leeftijdsgenoten met zeer diverse achtergronden en levensovertuigingen. „Ik heb altijd de drang gehad om in gesprek te gaan, vond dat ook wel spannend. Toen al had ik de overtuiging: het christelijke geloof is niet alleen voor mijzelf van groot belang, het is ook voor anderen waardevol.”
Eenmaal gravend in de brij aan informatie over hedendaagse missionaire kerken ontdekte Doornenbal diverse overeenkomsten met de vragen die hij tegenkwam zijn studententijd. „Als christen in een onchristelijke wereld sta je op een kruispunt zodra je je in die wereld begeeft. Dat geldt niet alleen personen, maar ook kerken. Vandaar de titel voor mijn disseratie: ”Crossroads”. Het geeft aan dat duidelijk is waar je vandaan komt, maar dat keuzes nodig zijn om te bepalen waar je naartoe gaat. Ook al besluit je rechtdoor te gaan en dezelfde weg te vervolgen: dan nog is een weloverwogen keuze noodzakelijk.”
Op een rij
Om inzicht te krijgen in de wijze waarop missionaire gemeenten keuzes maken op dat kruispunt, bezocht en onderzocht Doornenbal veel van deze kerken. Ook probeerde hij geloofsgemeenschappen in te delen op basis van theologische karakteristieken. Het leidde tot een onderverdeling in drie groepen: relevanten, reconstructionisten en revisionisten.
Aan de basis van de indeling ligt een analyse van de theologische koers van deze kerken, zegt Doornenbal. „De relevanten zijn dogmatisch behoudend, maar staan open voor de hedendaagse cultuur, zolang die niet botst met de boodschap van de Bijbel. Reconstructionisten zijn vaker beïnvloed door de postmoderne cultuur. Ze pleiten voor een reconstructie van het kerkelijk leiderschap en de structuur van gemeenten. Revisionisten hechten waarde aan ervaringen en zijn maatschappelijk betrokken, maar handelen vaak identiek aan de postmoderne mens.”
Doornenbal voelt zich persoonlijk het meest aangetrokken tot de eerste twee groepen. „Wat ik belangrijk vind, is dat helder is hoe de kerk haar positie ten opzichte van het Evangelie ziet. Dat moet de basis zijn waarvanuit christenen leven.”
Bestaande kerken
Behalve als een instrument om missionaire kerken in te delen, ziet Doornenbal de drieslag ook als hulpmiddel voor bestaande kerken. „De postmoderne cultuur heeft ook daar veel invloed. De vanzelfsprekendheid van kerkelijke structuren is voorbij. Hoe sterker de confrontatie met de hedendaagse cultuur, hoe meer spanning er op dat punt ontstaat.”
Doornenbal denkt dat kerken kunnen leren van reconstructionisten en relevanten. „Deze groepen stellen bewust de vraag: „Wat is de kern van het kerk-zijn? Wie is God en hoe werkt Hij in de geschiedenis?” Dat is een basis voor geestelijk leven, als het zoeken naar antwoorden op die vraag tenminste gebeurt op basis van wat de Bijbel hierover zegt. Daarbij kunnen kerkelijke structuren weliswaar wijzigen, maar het is de vraag of dat altijd erg is. Ik neem graag Handelingen 10 als voorbeeld, waar Petrus door God werd geroepen om relaties aan te gaan met de heidenen. Hij moest een grens overgaan.”
Leiderschap
Het begeleiden van kerken bij een dergelijk bezinningstraject vereist vaardigheden, aldus Doornenbal. „Dan gaat het vooral om geestelijk leiderschap.” Doornenbal ging na of en hoe deze vaardigheid aandacht kreeg bij de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), de Theologische Universiteit Kampen (TUK) en de Evangelische Theologische Universiteit (ETF) in het Belgische Leuven. „Wat bleek: er was weinig aandacht voor leiderschapsvaardigheden. Tegelijk zie je dat er missionaire gemeenten zijn ontstaan waar veel ervaringskennis is over wat wel en niet mogelijk is bij het leggen van relaties met de samenleving. Ik zou willen dat er van twee kanten kennis en ervaring wordt gebundeld en ten dienste wordt gesteld van de kerk.”
Is het nodig dat een predikant in een traditionele gemeente deze bagage heeft?
„In de wereld van nu kun je niet om het begrip ”missionaire gemeente” heen. Bovendien is het een Bijbelse opdracht om het Woord te verkondigen. Dat kan niet zonder ontmoeting en relaties. Kerkelijke leiders moeten weten hoe ze het grondvlak daarbij kunnen ondersteunen. Als je daarover nadenkt, is het ook van belang te weten wat leiderschap betekent. Dat is niet makkelijk, maar het is van belang om ook op dat punt toegerust te zijn. Soms moet een kerk veranderen om de samenleving te kunnen bereiken. Dat vraagt leiders die woorden geven aan de gevoelens die daarbij naar boven komen.”
Is het verschil tussen traditionele gemeenten en nieuwe missionaire initiatieven niet te groot? Begrijpen beide elkaar?
„Dat verschilt sterk. Er zijn goede voorbeelden van samenwerking, maar eigenlijk is het beste antwoord dat het niet anders kan dan dat erkend wordt dat er grote verschillen zijn. De pluriformiteit vraagt ook verschillende typen leiders. Je hebt in missionaire gemeenten vaak veranderaars, pioniers. Traditionele kerken hebben andere typen leiders. Beide hebben ook met andere vragen te maken. Je ziet ook bij bedrijven en instellingen dat er in een bepaalde ontwikkelingsfase gezocht wordt naar de leider die daarbij past. Toch geldt mijns inziens dat elke kerk is geroepen tot het ontwikkelen van een Bijbels onderbouwde visie die richting geeft aan het functioneren op het gebied van spirituele vorming, de afhankelijkheid van God, het delen van het Evangelie met andersdenkenden en de wijze waarop je met elkaar omgaat.”
Dat vraagt veel van leiders.
„Als het goed is, kennen leiders hun eigen fouten en gebreken, in de eerste plaats tegenover God. Daarom begin ik ook niet met te stellen dat organisaties veranderen moeten. Het begint met de verhouding van iedere christen tot God. Zeker voor leiders past dan nederigheid.”
Weten theologieopleidingen na het lezen van uw dissertatie hoe dat moet, leiders opleiden?
„Ik heb een aantal concrete zaken beschreven waar men mee aan de slag kan. Meer in het algemeen is mijn boodschap: geef diepgaand aandacht aan vragen rondom de identiteit en roeping van de kerk, de huidige cultuur, het evangelie, en de relatie tussen die drie thema’s. Ik durf wel te zeggen dat ik het als mijn roeping zie om dat onder de aandacht te brengen.”
Crossroads, an exploration of the emerging-missional conversation with a special focus on missional leadership and its challenges for theological education; Robert Doornenbal; uitg. Eburon, Delft, 2012; ISBN 978 90 5972 623 9; 434 blz.; € 33,-.
Robert Doornenbal
R. J. A. (Robert) Doornenbal (1966) is senior opleidingsdocent theologie en cultuur en supervisor aan de Academie voor Theologie van de Christelijke Hogeschool Ede. Hij promoveert morgen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op zijn proefschrift ”Crossroads”, waarin hij nieuwe vormen van kerk-zijn en missionair leiderschap analyseert. Doornenbal publiceerde eerder over onder meer bevrijdingspastoraat en Geestesgaven. Hij is lid van de Nederlands gereformeerde kerk in Ede.