Bounchan zat 13 jaar gevangen om het geloof: Periode zonder Bijbel was het zwaarst
VIENTIANE – Hij werkte voor de communisten maar kwam tot geloof in Christus en kon dat niet voor zich houden. Dertien jaar en acht maanden zat Bounchan uit Laos in de gevangenis vanwege zijn geloof. Lange tijd had hij geen Bijbel. Dat waren dieptepunten in zijn gevangen bestaan. Toch verloor hij God niet uit het oog, „omdat ik Zijn glorie en grootheid zag in de aarde, de sterren en de maan.”
Tijdens zijn politiekgerelateerde studie kwam Bounchan voor het eerst in aanraking met christenen, maar hij gaf er geen aandacht aan, zo tekent SDOK zijn levensverhaal. Later bezocht hij voor zijn werk dorpen waar christenen woonden. Bounchan werd geraakt door de manier waarop christenen hun God aanbaden. Tegelijk waren de christenen in die dorpen bang voor hem vanwege zijn overheidspositie.
In een van de dorpen die Bounchan bezocht, hoorde hij een christelijk programma op de radio. Hij stelde vragen maar die werden niet beantwoord. Bounchan besloot naar Thailand te reizen om de man te bezoeken die hij hoorde spreken op de radio. In een besloten ruimte legde de man hem het Evangelie uit. Die nacht werd Bounchan gedoopt en vanaf toen deelde hij het Evangelie overal waar hij kwam.
Vijftien jaar cel
De autoriteiten waarschuwden Bounchan keer op keer om te stoppen met preken. Het kwam hem op ontslag te staan. Maar Bounchan bleef evangeliseren. Uiteindelijk werd hij gearresteerd en veroordeeld tot vijftien jaar cel. Afgelopen februari kwam hij vervroegd vrij, na dertien jaar in de gevangenis.
„Na de arrestatie werd ik vijf dagen lang verhoord. Ze zeiden: „Je vertelt de waarheid niet, we weten dat je slechte dingen voor het land doet.”” Bounchan werd vastgezet in grote houten blokken. Ook kreeg hij handboeien om. Zo werd hij nog zeven dagen vastgehouden in een donkere ruimte, zonder voedsel. Toch was er een lichtpuntje. Een van de bewakers bezocht Bounchan in het geheim om hem een beetje eten te geven. Zo overleefde Bounchan.
In de gevangenis maakte Bounchan een zware tijd door. Zo kreeg hij lepra – waarvan hij genas door het eten van chilipepers en kreeg hij problemen met zijn ogen. Hij kreeg geen toestemming om naar het ziekenhuis te gaan.
Radio’s smokkelen
Later kreeg Bounchan meer vrijheid in de gevangenis. Daardoor kreeg hij de kans om Bijbels de gevangenis in te smokkelen. Toen de bewaking erachter kwam, werd Bounchan meegenomen. Op een bijzondere manier kreeg hij de kans om het Evangelie uit te leggen aan de bewakers en de gevangenisleiding. Het lukte Bounchan om radio’s de gevangenis in te smokkelen. Soms werden ze gevonden, soms gingen ze kapot. Bounchan werd erg bemoedigd door het luisteren naar christelijke programma’s. Ook was de vreugde groot toen Bounchan zijn eigen naam hoorde over de radio.
Voor Bounchan was de tijd dat hij geen Bijbel had het zwaarste. „Ik was nog maar net christen, maar ik had vrede in mijn hart. Ik bleef trouw aan God omdat ik Zijn glorie en grootheid zag in de aarde, de sterren en de maan. Dat gaf me troost en hoop. Mijn geloof mocht daarop steunen.”
36 huiskerken
Het Evangelie is doorgegaan in de regio waar Bounchan woont. Zijn vrouw en zijn dochter kwamen tot geloof. Ondanks de haat in de omgeving ontstonden 36 huiskerken. Dochter Sangdara: „De mensen keken op ons neer, ze haatten ons. Op school werd ik vijandig behandeld en had ik had geen vrienden. Niemand sprak met me. In die periode ervoer ik hoe God ons veranderde. Hoewel ik geen vrienden had, was ik niet eenzaam. Ik had vrede en troost in mijn hart.”