Binnenland

Lector Politie­academie: Geweld politie moet redelijk zijn

ROTTERDAM – Als de politie geweld gebruikt, moet dat „redelijk en gematigd zijn”, zegt prof. dr. Otto Adang, lector openbare orde en gevaar­beheersing aan de Politie­academie.

J. Visscher
20 June 2012 11:35Gewijzigd op 14 November 2020 21:42
Op een filmpje op internet is te zien hoe een politieagente van het korps Rotterdam-Rijnmond een op straat liggende man meerdere keren schopt. Foto ANP, Jovanny Dambruck
Op een filmpje op internet is te zien hoe een politieagente van het korps Rotterdam-Rijnmond een op straat liggende man meerdere keren schopt. Foto ANP, Jovanny Dambruck

Een agente die intrapt op een liggende, kennelijk dronken man in Rotterdam. Beelden van het incident op YouTube hebben tot veel commotie geleid. Adang, die geen oordeel wil geven over het politieoptreden in deze situatie, denkt dat de politie in Nederland „voldoende geweldsmiddelen” tot haar beschikking heeft.

Hij schreef in 2005 een evaluatie over pepperspray. De politie kan dat bijtende spul bij lastige verdachten in het gezicht spuiten. Het middel wordt jaarlijks honderden keren toegepast. „Het is een geaccepteerd geweldsmiddel. Het kan nodig zijn om pepperspray in te zetten, zodat de politie geen vuurwapen hoeft te gebruiken. Maar het is geen wondermiddel. Soms wordt er niet goed raak gespoten. In sommige gevallen worden mensen er juist agressiever van.”

Voor het gebruik van diverse geweldsmiddelen gelden tal van criteria, schetst Adang, onder meer betrokken bij de training van politiecommandanten. „De politie mag bijvoorbeeld pepperspray niet gebruiken tegen zichtbaar zwangere vrouwen, kinderen jonger dan twaalf, mensen met ademhalingsproblemen en personen ouder dan 65 jaar.”

Een stroomstootwapen (taser) voor straatagenten ziet Adang niet zitten. „Dat geeft weer extra materiaal aan je gordel. Je hebt dan nog eens een extra keuzemogelijkheid. Voor een arrestatieteam is de taser onder strikte voorwaarden wel een goed middel.”

Groot voorstander is Adang van het trainen van politiemensen in situaties waar agenten vaak mee te maken krijgen. „Er is nu bij de politie aandacht voor weerbaarheidstrainingen, maar het kan beter. Na de schietpartij in Alphen aan den Rijn werd een training opgezet voor situaties waarin mensen om zich heen schieten. Ik ben daar kritisch over. Het gaat immers om heel extreme incidenten die nauwelijks voorkomen. De politie kan haar beperkte trainingstijd beter gebruiken voor het zich oefenen in situaties waarmee ze wekelijks te maken heeft. Denk aan horecagebieden. Meer dan 80 procent van incidenten in die gebieden bestaan uit vechtpartijen, onrust rond het weigeren van mensen bij de deur van een horecagelegenheid, een bekeuring voor bijvoorbeeld wildplassen en aanhoudingen in een kroeg.

In die gevallen is het bijvoorbeeld raadzaam dat er bij de politie iemand is die het overzicht houdt. Dus niet alle agenten moeten op een incident afstormen. Verder is het bijvoorbeeld van belang om bij ruzies niet mee te gaan vechten, maar de partijen te scheiden.”

Bestaat het gevaar dat de politie misbruik maakt van haar macht?

„De politie oefent het geweldsmonopolie uit. Van de politie wordt verwacht dat ze doortastend optreedt. Daar hoort soms geweldsuitoefening bij. Zoiets ziet er nooit leuk uit. Op dat politiegeweld moet wel controle zijn.”

Aan de andere kant: de politie opereert in de branding van de samenleving.

„De werkelijkheid op straat is rommelig. De politie staat op allerlei manieren in de frontlijn. Ze heeft te maken met bijvoorbeeld dronken mensen en personen met een psychiatrische stoornis. Ik pleit voor een goede balans tussen repressie en preventie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer