Groen & duurzaamheid

Rapport Club van Rome voorspelt einde aan economische groei

Over veertig jaar is het klimaat ontregeld en veel natuurlijke hulpbronnen zijn uitgeput. De Noorse klimaatdeskundige Jørgen Randers schetst bepaald geen rooskleurig beeld in zijn nieuwe studie ”2052”, een rapport voor de Club van Rome.

13 June 2012 19:01Gewijzigd op 14 November 2020 21:35

Interessant, glashelder en toegankelijk, zo karakteriseert Jan Boersema, emeritus hoogleraar milieukunde aan de VU, het rapport dat vandaag voor het eerst in de boekwinkel ligt. „De meeste rapporten lijken meer op kerstboodschappen. Dit heb ik met veel interesse gelezen. Het is een sterk verhaal. Randers vertelt geen dingen die we nog niet weten: hij trekt lijnen vanuit het verleden door naar de toekomst, maar voorziet ook trendbreuken. Zijn argumentatie staat mij wel aan.”

Niet geheel toevallig komt dit rapport voor de Club van Rome dit jaar uit: veertig jaar na het eerste opzienbarende rapport ”Grenzen aan de groei” uit 1972.

Het valt de hoogleraar direct op dat dit rapport niet louter kommer en kwel voorziet. „We gaan echt niet terug naar een zelfvoorzienende economie. Al blijft een aantal zaken zorgelijk”, voegt hij er direct aan toe.

Zoals?

„Randers verwacht bijvoorbeeld dat de temperatuur op aarde meer dan 2 graden Celsius zal stijgen.”

Waarom is die opwarming zorgelijk?

„Klimaatwetenschappers beschouwen die 2 graden Celsius als een veilige grens, omdat we boven die grens een forse ontregeling van het systeem aarde kunnen verwachten. De opwarming kan in een versnelling terechtkomen wanneer bijvoorbeeld uit smeltende permafrost extra methaan, een sterk broeikasgas, vrijkomt. Ook kan de warme golfstroom door een smeltende Noordpoolkap omkeren; daardoor zou de opwarming juist worden afgeremd. We weten gewoon niet welke kant het dan op zal gaan.”

Een goed argument om op de oude voet verder te gaan?

„Nee, zeker niet. Wat mij betreft blijven we ons best doen om de uitstoot van CO2 binnen de perken te houden. Ik hamer dan ook voortdurend op vergroening van onze energieopwekking. Nu is onze CO2-uitstoot nog nauw gekoppeld aan ons energieverbruik: elke ton fossiele brandstof die we opstoken, levert zoveel ton CO2 op. Daar moeten we van af. We moeten veel meer gebruik gaan maken van wind- en zonne-energie. In zijn scenario’s noemt Randers Duitsland; daar lukt het fantastisch: al meer dan 20 procent van de energie wordt duurzaam opgewekt.”

Waarom lukt ons dat niet?

Met enige stemverheffing: „Ons land had die plannen ook, maar we hebben het grondig verstierd. Ik kan me daar zó boos over maken. Begin jaren 90 waren we even ver als Duitsland. Premier Lubbers had een prachtig Nationaal Milieubeleidsplan opgesteld. Maar onder Kok en Balkenende is er helemaal niets van terechtgekomen. Die hebben het grote geld de doorslaggevende rol laten spelen. Nu hebben de buren het voor elkaar en wij zitten maar te prutsen.”

Randers voorziet verder een toenemende schaarste aan grondstoffen. Hoe ernstig zijn de gevolgen daarvan?

„Het beslag dat de mensheid op de aarde legt, wordt steeds groter. Het kost steeds meer energie om ertsen te winnen. Zoals collega Lucas Reijnders van de Universiteit van Amsterdam jaren geleden al opmerkte: we moeten onze economie baseren op stoffen die ruimschoots voorhanden zijn: water, ijzer en zand. Volgens Randers zal de schaarste aan bepaalde metalen ons dwingen om ze terug te winnen uit bestaande producten; hij noemt dat ”urban mining”.”

En als we op de oude voet verdergaan?

„Randers noemt de huidige economische groei oneconomisch: als je de kosten voor milieu- en klimaatschade eraftrekt, blijft er verlies over. Nu merken we daar nog niet zo veel van, maar in de komende decennia kan schaarste ook leiden tot een toename van sociale conflicten.

En we zien een verdergaande afname van de biodiversiteit. Met enige vertraging zal de verarmde natuur effect hebben op de economische groei en de voedselproductie; die zullen rond 2040 gaan dalen, verwacht Randers. Met de soortenrijkdom moeten we dus beslist niet gokken; wat je kwijt bent, krijg je nooit meer terug.”

Waaraan ontbreekt het de wereld om die trend om te buigen?

„Aan heel veel, bijvoorbeeld aan eerlijke prijzen en een ”carbon tax”, een belasting die de uitstoot van CO2 een prijs geeft; maar vooral aan een spirituele dimensie. Die blijft vandaag de dag te veel buiten beschouwing. Randers voorziet dat het spirituele belangrijker zal worden; de geestelijke en de materiële wereld zijn immers niet los van elkaar verkrijgbaar. Hoewel zijn rapport nauwelijks visionair is te noemen, proef ik bij hem zeker gevoeligheid voor religie en spiritualiteit.

Tegenwoordig is echter de platte, materialistische levensbeschouwing wel heel dominant: eerst ”das Fressen” en dan pas de moraal. In zo’n wereld is het toekennen van waarde aan natuur en biodiversiteit erg lastig. Uit ons eigen onderzoek blijkt echter dat de moraal moet bepalen wat mensen ‘eten’.

Doe je het niet, dan keert de wal het schip. Je ziet dat bij de huidige crisis. Waar zaken zich losmaken van de reële economie, gaat het fout. Kijk naar de banken. Die wilden een hoeveelheid geld autonoom laten groeien; het is compleet uit de hand gelopen: accumulatie van rijkdom is niet automatisch economische groei. Kijk naar de beursgang van Facebook. Dat bedrijf levert geen reële content, maar geloof in gebakken lucht. Je ziet daar hetzelfde gebeuren als bij World Online in 2000. En elke keer trappen mensen er weer in.”

Wordt het in 2052 beter?

„Voor de armen wel: wie nu nog van 1 dollar per dag moet leven, heeft dan beduidend meer tot zijn beschikking, verwacht Randers. Ook onze welvaart zal tot 2030 nog wel wat groeien, maar vervolgens stagneren en dalen.

De meeste vrouwen wonen dan in de stad en zullen slechts een of twee kinderen willen krijgen. De wereldbevolking zal daardoor volgens Randers in 2040 pieken bij 8,1 miljard en niet bij 9 à 10 miljard in 2050 zoals de VN verwacht.

Als de economische groei afneemt, moeten we in de toekomst een krimpende koek verdelen, en dat is veel lastiger dan een groeiende. Als we daar niet op een goede manier in slagen, zal de kwaliteit van leven afnemen. Geen ineenstorting, maar verschraling. Het is mijn stellige overtuiging dat we niet naar de afgrond glijden; we zijn echter evenmin in staat onze welvaart vast te houden.”

Mede n.a.v. ”2052. A global forecast for the next forty years”, door Jørgen Randers; uitg. Chelsea Green Publishing, Vermont 2012; ISBN 9781603584210; 304 blz.; € 22,99.


Spraakmakende club

In Rome steekt in 1968 een groepje van 36 Europese wetenschappers de koppen bij elkaar. Ze maken zich ernstige zorgen over de doorgaande bevolkingsgroei, de eindige voedselproductie, toenemende industrialisatie, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de wereldwijde vervuiling.

Om daar wat aan te doen, richten ze een stichting op die ze simpelweg de Club van Rome noemen. Sindsdien komt het gezelschap, dat inmiddels 78 leden telt, elk jaar in een ander land bijeen om over het milieu te praten.

De club verwerft in 1972 wereldwijd faam met het spraakmakende rapport ”Limits to growth” –Grenzen aan de groei–, waaraan onder anderen de Noor Jørgen Randers meewerkte.

Het rapport waarschuwt ervoor dat de natuurlijke hulpbronnen in het begin van de 21e eeuw uitgeput zullen raken, waardoor de industriële groei zal afremmen. De wereldbevolking zal nog even blijven groeien, net als de vervuiling. Maar door minder voedsel en slechtere gezondheidszorg zal de wereldbevolking pieken en vervolgens afnemen.

Critici als de Deense econoom Bjørn Lomborg stellen echter dat het rapport onvoldoende rekening houdt met de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Daarmee kan het geschetste doemscenario mogelijk worden afgewend. Bovendien zijn de gebruikte computermodellen te simpel, zo luidt het verwijt. Toch leidt het rapport er mede toe dat het milieu wereldwijd op de politieke agenda komt te staan.

De Club van Rome heeft al die jaren ook niet stilgezeten: in 2004 komt de laatste geactualiseerde versie van het rapport beschikbaar. Daaruit blijkt dat bij ongewijzigd beleid de gemiddelde temperatuur op aarde in 2100 naar verwachting met zo’n 4 graden Celsius stijgt en dat de biodiversiteit in 2050 met zo’n 40 procent is afgenomen.

De Belgische denktank Oikos heeft in 2011 de feiten gelegd naast de grafieken van het geactualiseerde rapport; en constateert dat de wereld zich precies beweegt binnen het rampscenario van de Club van Rome, alle nieuwe technologieën ten spijt.

Ook andere studies bevestigen dat ”Limits to growth” niet ver naast de werkelijkheid van nu zit. Een daarvan is het rapport ”Groei binnen grenzen” van het Nederlandse Planbureau voor de leefomgeving (PBL) in 2009.


Randers aan het woord

„In een rationele wereld met een langetermijnvisie zullen mensen direct kiezen voor zonne-energie.”

„We moeten ons erop voortbereiden dat China de suprematie in de wereld overneemt van de Verenigde Staten.”

„Europa zal afglijden in de internationale hiërarchie. Veel van zijn uitvindingen zullen in China en de Verenigde Staten terechtkomen.”

„Moet je nu het toekomstperspectief uit mijn boek vermijden, of jezelf er juist op voorbereiden? Mijn antwoord is: beide. Probeer de toekomst te veranderen en probeer nu de maatregelen te treffen om de welvaart voor de toekomst zeker te stellen.”


Prof. dr. Jan J. Boersema

Jan Boersema (1947) nam op 1 juni afscheid van de VU als hoogleraar culturele en levensbeschouwelijke dimensies van de relatie mens en natuur, een leerstoel die hij sinds 2002 bekleedde. Ook was hij sinds 1994 docent bij het Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden. Verder is Boersema sinds 2003 hoofdredacteur van het wetenschappelijk tijdschrift Environmental Sciences (ES).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer