McGrath: Verdiep je in wat je gelooft
UTRECHT – In de Jacobikerk in Utrecht werd donderdag het boek ”Durf te denken!” gepresenteerd. De Britse theoloog prof. dr. Alister McGrath, een van de sprekers, toont zich er enthousiast over.
„Ik vind het een heel goed en bovenal noodzakelijk project”, zegt hij. „Christelijke studenten moeten zich verdiepen in datgene wat ze geloven. Maar dat niet alleen, ze moeten ook de verbinding maken tussen het christelijk geloof en hun wetenschappelijke discipline.’’
Is dit ForumC-project uniek?
„In zekere zin wel. In Amerika is wel geprobeerd om iets soortgelijks te doen. Maar het is goed dat het nu hier gebeurt, want de Amerikaanse context is heel anders dan de Nederlandse.”
Moet je ook als christenwetenschapper niet gewoon de regels van je vakgebied eerbiedigen?
„Zeker, wetenschap is iets universeels. Wetenschappers zijn met behulp van bepaalde methodes bezig om de werkelijkheid te verklaren en te begrijpen. Het maakt niet uit tot welke levensbeschouwing, nationaliteit of ras je behoort. Maar een christenwetenschapper heeft iets extra’s. Hij heeft een groter overzicht over de realiteit. Bovendien heeft hij een extra motivatie om wetenschapper te zijn, vanuit de gedachte dat God de wereld geschapen heeft. Het christelijk geloof zorgt daarbij ook voor een kritische houding ten opzichte van het vakgebied, waar soms erg naïef wordt gedacht.”
In hoeverre vindt u het creationisme een verantwoorde manier van wetenschap bedrijven?
„Naar mijn mening is dat het niet. Ik vind dat hier sprake is van pseudowetenschap. Het is ook mogelijk om als wetenschapper voluit mee te doen, en toch te geloven dat God de wereld heeft geschapen.”
Binnenkort verschijnt een Nederlandse vertaling van uw recente boek over apologetiek. Is dat vooral bedoeld voor gelovigen of voor ongelovigen?
„Voor allebei. Voor de gelovige is het een handreiking om te laten zien hoe het geloof verbonden kan worden met de cultuur. Ik zoek in de verhouding tussen geloof aan de ene kant en cultuur en wetenschap aan de andere kant naar gebieden waar overlap plaatsvindt. Je moet dan denken aan de kunst, emoties en de orde in de wereld. Je moet apologetiek vooral zien als een grondvlak waardoor een heel aantal belemmeringen voor de verkondiging van het Evangelie weggenomen wordt.”
Dat klinkt als een meer postmoderne benadering, omdat u apologetiek niet definieert als een rationele verantwoording van het geloof die voor iedereen inzichtelijk zou moeten zijn. Heeft uw denken hierin een ontwikkeling ondergaan?
„Ik denk dat dat inderdaad het geval is. De cultuur is veranderd en wij veranderen mee. We komen uit een moderne cultuur waar rationele argumenten heel belangrijk zijn. Inmiddels zijn rationele argumenten voor veel mensen verdacht. Het christelijk geloof is echter vanwege zijn vele verhalen en beelden heel geschikt voor de postmoderne cultuur. We kunnen mensen laten delen in de manier hoe wij naar de werkelijkheid kijken en uitdagen om er meer van te ontdekken.”