Vrienden Kohlbrugge denken na over de tijd
VIANEN – „De kerk verkeert in een crisis en de christenen beseffen dat zij in cruciale tijden leven waar de geschiedenis vast lijkt te lopen.” Dit betoogde dr. H. Klink zaterdag tijdens de conferentie van de kring van ”Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge”.
In zijn lezing, met als titel ”Herijking van de theologie?”, vergeleek de predikant uit Hoornaar de Nederlandse theoloog dr. W. Aalders met dr. Martin Hengel, de nieuwtestamenticus van de universiteit van Tübingen.
„Dr. Aalders en dr. Hengel hebben –zonder van elkaars bestaan te weten– na een diepe worsteling bijna gelijkluidende antwoorden gegeven op de crisis der tijden en de crisis van de kerk”, stelde dr. Klink voor een gehoor van bijna honderd belangstellenden. „Zij worstelden onafhankelijk van elkaar met de vraag naar de geschiedenis en de zin daarvan. De verwoestende oorlog en de naoorlogse secularisatie van de westerse beschaving riepen bij hen vragen op die een dieper graven in de Bijbel tot gevolg hadden.”
Omdat hun antwoorden blijvend actueel zijn, luidde de ondertitel van dr. Klinks referaat ”Wat hebben deze theologen ons met het oog op deze tijd te zeggen?” Dr. Klink vond het opmerkelijk dat zowel Hengel als Aalders zijn antwoorden zocht door bestudering van de inter-testamentaire periode. „Zij zagen parallellen en vergeleken hun tijd met de crisis van het Jodendom rond 165 voor Christus. Beiden zagen de levensloop en de geschriften van Flavius Josephus als een leerzame bron om de crisis van die tijd te begrijpen”, stelde dr. Klink.
„Van Josephus valt te leren dat de gewelddadige en revolutionaire acties van de Makkabeeën geen oplossing boden, maar tot het tegendeel leidden, namelijk de Romeinse overheersing”, vervolgde hij. „Voor het volk van God scheen de geschiedenis vast te lopen. Eenieder worstelde op zijn manier om de antwoorden te vinden. Aalders en Hengel wezen erop dat Flavius Josephus ontdekte dat noch de afgescheiden Qumramgemeenschap, noch de wettische farizeeën of de vrijzinnige sadduceeën, noch de radicale zeloten in staat waren de crisis te overwinnen.”
Van alle Joodse groeperingen bleken de hellenistische Joden, die de Septuagint (de Griekse vertaling van de Bijbel) gebruikten, het best in staat de crisis weerstand te bieden. „Zowel Aalders als Hengel ziet de ommekeer bij de zeloot Flavius Josephus als hij het Romeinse gezag aanvaardt, als een scharnierpunt. Door een inzicht in het boek Daniël had Josephus gezien dat het Koninkrijk van God na de wereldheerschappij van de Romeinen zou komen. Dankzij deze ontdekking is Josephus niet in de catastrofe ondergegaan, maar kon hij de overgang naar een nieuwe tijd maken.”
De theologen begrepen volgens dr. Klink hoezeer de komst van Jezus en Zijn prediking van de nabijheid van het Koninkrijk der hemelen pas een „echte oplossing” vormde. Dr. Klink toonde aan hoezeer deze komst van de „apocalyptische Christus” in de werken van dr. Aalders en dr. Hengel wordt beschreven als de oplossing uit de patstelling tussen radicaal messianisme en wettisch Jodendom.
In navolging van Aalders en Hengel trok dr. Klink lijnen naar het heden. De kerk, die als zichtbare gestalte meer en meer verdwijnt in een tijd van schokkende gebeurtenissen op mondiaal niveau, lijkt op Israël in de diaspora. „Volgens dr. Aalders zullen christenen extreem eenzaam zijn, maar ook grote wonderen en de bijzondere nabijheid van Jezus ervaren. Net als de vervolgde vroegchristelijke gemeente rest dan dicht bij Christus te leven, Die de Pantokrator, de Albeheerser, is.”
Dr. W. Balke, emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis, sprak na dr. Klink over ”Theodorus Beza en zijn grote betekenis voor de kerk”. De Reformatie was volgens dr. Balke bijvoorbeeld in Frankrijk allang voorbereid door de renaissance en Bijbels humanisme. Het hof van koning Frans I stond geheel in het teken van renaissance en Bijbels humanisme. Hierbij konden de ideeën van Luther zo aansluiten.
„Margaretha, de zuster van de koning, had een netwerk van hervormingsgezinde geleerden, waartoe ook Calvijn en Beza behoorden. Na de dood van Frans I, toen het tij keerde, heeft zowel Calvijn als Beza vanuit Genève het protestantisme in Frankrijk bevorderd.”
Vervolgens belichtte dr. Balke Theodorus Beza als dichter, als theoloog en als diplomaat, die met zijn geschriften en daadwerkelijke bemoeienissen zijn stempel op het Franse protestantisme heeft gedrukt.
Van de hand van dr. Balke en dr. W. van ’t Spijker zal deze zomer een boek over Theodorus Beza verschijnen.