Pinkstergaven
Ezechiël 36:25a
„Dan zal ik rein water op u sprengen en gij zult rein worden.”
Water heeft, vooral als het van de hemel neerkomt in de vorm van dauw en regen, een vruchtbaar makende uitwerking op het land. „Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge.” Wat is het gevolg? „Zij zullen uitspruiten tussen in het gras, als de wilgen aan de waterbeken.”
Toen de gezegende Geest dan ook een bevoorrecht volk wilde beschrijven, dat zal komen en op de hoogte van Sion juichen, en toevloeien tot des Heeren goed, zei Hij: „Hun ziel zal zijn als een gewaterde hof.” (Jeremia 31:12)
Een gewaterde hof in het oosten werd bevloeid door een beek of stroom, die de aarde vruchtbaar maakte. In het warme klimaat was er aan niets anders behoefte dan aan een ruime en onafgebroken toevoer van water, om een hof vol te doen zijn van bloemen en fruit.
Op soortgelijke wijze wordt de man die op de Heere betrouwt en wiens hoop de Heere is, vergeleken bij „een boom, die aan het water geplant is, en zijn wortelen uitschiet aan een rivier.”
J. C. Philpot, predikant te Stamford (”Leerredenen”, 1866)