Kerk & religie

Syrische christenen schetsen dramatisch beeld

DAMASCUS – De Syrische hoofdstad Damascus is de tot op heden relatief veilige thuishaven van de Grieks-melkitische patriarch Gregorius III. De paus veroordeelde onlangs in scherpe bewoordingen het zwijgen van de westerse pers over het beangstigend escalerende geweld tegen christenen in Syrië.

Martin Janssen
21 May 2012 11:33Gewijzigd op 14 November 2020 21:11
DAMASCUS – Syrisch-orthodoxe christenen branden kaarsen in de Maryamiyehkerk in Damascus. Foto EPA
DAMASCUS – Syrisch-orthodoxe christenen branden kaarsen in de Maryamiyehkerk in Damascus. Foto EPA

Samen met andere christelijke leiders heeft de patriarch het afgelopen jaar verklaringen uitgegeven waarin de strijdende partijen in Syrië werden opgeroepen tot een politieke dialoog om de crisis in het land te beëindigen. Enkele dagen geleden echter gaf patriarch Gregorius III een interview aan enkele Franse journalisten waarvan de toonzetting totaal anders was.

De patriarch stelde „dat buitenlandse elementen het land zijn binnengedrongen die begonnen zijn christenen te vervolgen.” Tevens veroordeelde hij de kritiek in met name Frankrijk dat christelijke leiders in Syrië het regime steunen. De patriarch zei dat zijn analyse van de situatie gebaseerd was op de harde realiteit „en niet op stereotiepe beelden in de media die niets willen weten van het geweld van gewapende bendes”, die door de patriarch omschreven werden als „bandieten.”

Wat zich echt afspeelt in het uitgestrekte Syrië is buitengewoon moeilijk te achterhalen. De afgelopen weken schetsten christenen in Damascus die Homs waren ontvlucht een dramatisch beeld van de totaal onhoudbaar geworden situatie in de christelijke wijken van Homs.

Vanuit Qara, een plaatsje tussen Homs en Hama waar zich het beroemde klooster Mar Yacub bevindt, lieten enkele pastors weten dat christenen in een moeilijke situatie verkeren in de driehoek Homs-Hama-Qara. Een van hen heeft het over „Iraakse toestanden.” Een pastor uit Qara vroeg dringend hierover te schrijven met de woorden „redt Syrië, redt de christenen in Syrië.”

De pastor uit Homs stuurde een gedetailleerde beschrijving van de situatie in de christelijke wijken. Het grootste gedeelte van Homs is op dit moment in handen van het leger. De daar wonende christenen kunnen min of meer normaal leven, hoewel ook hun leven getekend wordt door de oorlogssituatie.

Probleem is echter dat het merendeel van de christenen, zo’n 80.000, in de twee christelijke wijken Bustan Diwan en Hamadiyya leeft. Deze wijken staan volledig onder controle van het Vrije Syrische Leger en andere gewapende rebellen. Ze zijn een staat binnen de staat geworden. De gewapende rebellen probeerden op 5 september 2011 de christelijke wijken te bezetten, maar werden toen na een hevige strijd van drie dagen verdreven door het leger. Begin februari kwamen deze gewapende groeperingen echter weer terug.

Ditmaal waren ze veel beter bewapend en versloegen ze het Syrische leger, waarna hun bezetting van de christelijke wijken begon. De pastor uit Homs schrijft dat „de soldaten van het Vrije Syrische Leger nu ook hun vrouwen en kinderen laten overkomen en de huizen van de christenen innemen. We kennen onze wijken niet meer terug en deze nieuwkomers kijken ons aan alsof ze willen zeggen: Wat doen jullie nog in onze wijken?”

Deze situatie heeft geleid tot een christelijke exodus uit Homs van oudtestamentische proporties. Van de eens 80.000 christenen zijn er waarschijnlijk nog slechts 1500 over. Op de vlucht geslagen voor het geweld, met achterlating van al hun bezittingen, die vaak als oorlogsbuit worden geconfisqueerd door leden van gewapende groeperingen. Door deze gang van zaken zijn christenen en kerken steeds nadrukkelijker het Syrische leger gaan steunen, omdat steeds duidelijker is geworden „dat het alternatief fanatieke moslimstromingen zijn.”

In de dorpen in de wijde omtrek van Homs is steeds hetzelfde beeld te zien. Waar christenen en alevieten samenwonen, gaat het leven zijn normale gang, maar „christelijke dorpen, omringd door soennieten en salafisten, liggen onder vuur.” Dit heeft als gevolg dat ook christenen begonnen zijn zichzelf te bewapenen.

Richting Qara en Hama blijkt de situatie sterke gelijkenissen te vertonen met het bovenstaande beeld uit Homs. Het dorp Burj al-Qastal ligt 48 kilometer verwijderd van Hama. Hier werden afgelopen week door gewapende opstandelingen alle christenen tot de laatste man met geweld verjaagd, waarna leden van deze gewapende militie zich hun woningen toe-eigenden. De plaatselijke kerk werd ontheiligd en door de militanten veranderd in een militaire commandopost waar wapens worden opgeslagen.

Kerkelijke bronnen bevestigen dat de militie, die wordt omschreven als „takfiris”, deel uitmaakt van het Vrije Syrische Leger.

Totale terreur

De situatie in het nabijgelegen Qara is uiterst hachelijk geworden. Een bron binnen het in Qara gelegen Mar Yacubklooster, stuurde een vier pagina’s lange situatieschets.

In Qara wonen ongeveer 500 christenen te midden van 25.000 soennitische moslims. De afgelopen maanden is de plaats echter overspoeld met vluchtelingen uit Homs, die het dagelijks leven volkomen veranderd hebben. De abt van het klooster schat dat minstens een derde van de vluchtelingen gewapende leden zijn van het Vrije Syrische Leger.

Qara wordt thans geteisterd door een golf van criminaliteit, waarbij vooral ontvoeringen voor losgeld aan de orde van de dag zijn. De bron bevestigde dat deze situatie niet alleen geldt voor Qara maar voor alle dorpen in de wijde regio.

De gewapende militanten hebben het vooral op christenen gemunt. Voor ontvoerde moslims wordt een losprijs gevraagd tussen de 1000 en 5000 dollar, maar de families van ontvoerde christenen moeten bedragen tussen de 20.000 en 40.000 dollar betalen, omdat zij geacht worden rijke familieleden in het Westen te hebben.

Door de komst van deze gewapende milities zijn plaatselijke oppositieleiders harder en autoritairder geworden in hun optreden. De gewapende opstandelingen hebben recentelijk gloednieuwe uniformen van het Syrische leger ontvangen, alhoewel ze geen deserteurs uit het leger zijn. De plaatselijke bevolking wordt door hen gedwongen te staken of deel te nemen aan antiregimedemonstraties. Wie weigert wordt als collaborateur doodgeschoten.

Op deze wijze is er in Qara en wijde omgeving „een compleet veiligheidsvacuüm ontstaan dat wordt opgevuld door bandieten en terroristen”, aldus de bron. Vooral de christelijke minderheid heeft het zwaar te verduren. Het klooster van Mar Yacub is reeds verschillende keren overvallen en leden van deze gewapende oppositie hebben in de kloostertuin alle bomen omvergehakt. Toen de kloosterlingen vroegen naar de reden hiervoor, kregen ze als antwoord dat dingen niet meer zijn als voorheen. „Anders gezegd: de politie kan jullie niet meer helpen en wij kunnen ongestraft doen wat we willen.”

Op 10 mei werd George Louis, de pastor van de kerk in Qara, overvallen en zwaar mishandeld. De overvallers sloegen hem met flessen op zijn hoofd en lieten hem zwaargewond en hevig bloedend achter in de badkamer van zijn woning. Ze stalen de sleutels van de kerk en roofden de kerk leeg. George Louis onderhield contacten met de belegerde christenen in Homs en voorzag hen van hulpgoederen.

De pastor uit Qara omschrijft de huidige situatie als „totale chaos”, waarin vooral de christenen volledig zijn overgeleverd aan de willekeur van gewapende bendes. Het Syrische leger is in gevechten verwikkeld op andere plaatsen en is in Qara en omgeving helemaal afwezig. „Zo ontstond een situatie van totale terreur.”

De brief eindigt met de volgende oproep van de eerder geciteerde patriarch Gregorius III: „Ik schreeuw degenen die zich betrokken voelen toe: redt de christelijke presentie in Syrië. De dramatische ontwikkelingen hebben een christelijke exodus in gang gezet, omdat ze vluchten voor de chaos en criminaliteit.”

Ontvoerd

Een christelijke familie die uit Homs vluchtte, is duidelijk verbitterd over haar christelijke geloofsbroeders in Europa. De vader van het gezin –Joseph– vertelt hoe afgelopen februari zijn tienjarig dochtertje werd ontvoerd. Na twee dagen rinkelde de telefoon. Ze moesten binnen 48 uur 15.000 dollar betalen. Joseph vroeg uitstel en de familie verkocht alles wat ze bezat tot de trouwringen toe. Dit voorkwam niet dat zijn dochtertje een week na het betalen van het losgeld dood werd teruggevonden, in een vuilniszak op ongeveer 500 meter afstand van hun woning in Homs. Na haar begrafenis vluchtte de familie naar verwanten in Damascus.

Het is slechts een van de ontelbare persoonlijke drama’s die zich momenteel vrijwel dagelijks in Syrië voltrekken. Joseph is ervan overtuigd dat Europese christenen hun christelijk geloof „hebben ingeruild voor het geloof in democratie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer