Politiek

Boer Koekoek was geen ponypester, maar populair politicus

De meeste mensen denken bij boer Koekoek aan de leider van de Boerenpartij met wie je lachen kon en die zijn pony’s verwaarloosde. Dat hij een principieel politicus was die werkte vanuit een christelijk en rechts beginselprogramma en ook succesvol was, is minder bekend.

Kees de Groot
19 May 2012 14:04Gewijzigd op 14 November 2020 21:10
Hendrik Koekoek in de Tweede Kamer. Foto ANP
Hendrik Koekoek in de Tweede Kamer. Foto ANP

Koekoek „is ontegenzeglijk een fenomeen in de Nederlandse parlementaire geschiedenis geweest”, zegt het Biografisch Woordenboek van Nederland over de Boerenpartijleider. „Zelden tevoren wist een politicus met zulk een bescheiden partijprogramma een zo omvangrijke electorale aanhang te krijgen. Telkens weer slaagde hij erin als martelaar van de ‘kleine man’, op wie de overige politici het zouden hebben gemunt, voor het voetlicht te treden en daarmee de Boerenpartij aan een ongekende populariteit te helpen.”

Dat Koekoek inderdaad niet zomaar een politieke clown was, beschrijft ook dr. Ida Terluin –verbonden aan het Landbouw-Economisch Instituut– in haar boek ”100 jaar boer Koekoek”, dat vandaag op een symposium in Hollandscheveld wordt gepresenteerd. Ze schreef het ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Koekoek, dinsdag.

„Hij was niet een politicus die alleen maar handelde in grappen en grollen”, zegt Terluin desgevraagd naar aanleiding van haar boek. „Koekoek was een principieel politicus die werkte vanuit een christelijk en rechts beginselprogramma.”

Koekoek was belijdend lid van de Nederlands Hervormde Kerk en propageerde zijn Boeren­partij als een christelijk democratische partij voor heel het volk. Terluin: „Qua stemgedrag in de Kamer zat de Boerenpartij vaak dicht tegen de SGP aan.”

De partij was volgens haar „zonder meer een succesvolle protestpartij.” Hoewel geteisterd door interne conflicten en afscheidingen hield de Boerenpartij het achttien jaar vol in de Kamer.

Ook buiten de politiek deed Koekoek zijn invloed gelden. „Wat niet bij een breed publiek bekend is”, stelt Terluin, „is dat de protestbeweging van vrije boeren onder leiding van Koekoek heeft bijgedragen aan de emancipatie van de kleine boer en een stimulans heeft gegeven aan verbreding van landbouwactiviteiten, zoals kamperen bij de boer en boerderijwinkels.”

Welbespraakt

Dat Koekoek zich maatschappelijk en politiek flink roerde, is volgens Terluin terug te voeren op zijn karakter. In haar boek beschrijft ze dat hij rechtlijnig, principieel, hardwerkend, rustig en zakelijk was. Dat combineerde hij met humor en welbespraaktheid.

Gedurende zijn politieke loopbaan behoorde Koekoek tot de populairste politici. Die populariteit had hij te danken aan de manier waarop hij zijn afkeer van het beleid van de grote partijen vertolkte: op een onverstoorbare en rustige manier legde hij in heldere en eenvoudige woorden uit wat er volgens hem aan het beleid schortte, waarbij hij het gebruik van boerenwijsheden, humor en kwinkslagen niet schuwde.

Koekoek, stelt Terluin, „slaagde erin om de politiek voor velen terug te brengen tot de begrijpelijke proporties van de strijd tussen goeden en kwaden.”

„Soms wist je dat zijn verhalen niet klopten”, vertelde iemand aan Terluin, „maar was er toch geen speld tussen te krijgen.” Zoals, het voorbeeld komt uit het Biografisch Woordenboek, toen Koekoek uitlegde dat het helemaal niet nodig is dat er 150 mensen in de Tweede Kamer zitten. „Nu zit je met drie man in de bank. Als er minder zijn, heb je meer ruimte. Het scheelt aan geld, dan kan er weer belastingverlaging komen. Ze zijn er toch nooit allemaal, die Kamerleden.”

Koekoek –hij was ook partij­voorzitter– was overigens lang niet bij alle debatten in de Kamer aanwezig. En als hij aan het woord was, toonden veel collega’s openlijk hun afkeer van hem. Interrumperen deden ze hem eerst nog wel, later niet meer. Dat werkte alleen maar averechts, omdat Koekoek hen recht voor zijn raap pareerde, wat goed viel bij de kiezers.

In een Kamerdebat over de intensieve veehouderij sprak Koekoek eens over het menu van zijn loslopende kippen in het bos: kevertjes, wormpjes, pieren en paardenmest. Hij merkte op: „Ik weet nu toevallig waarover ik spreek. Het is ook wel eens anders, maar dan zorg ik er wel voor dat het niet opvalt.”

Werd Koekoek in de Kamer genegeerd, buiten de Kamer werd hij gepest. Zo kwam hij in opspraak omdat hij niet goed voor zijn pony’s zou zorgen. Een verslaggever van het Nieuwsblad van het Noorden dook in de zaak en kwam erachter dat omwonenden „de bakken met water die Koekoek regelmatig naar de pony’s brengt, alsook het eten weghalen en elders in het bos gooien.”

In de pers had Koekoek weinig vertrouwen, zodat hij zich tegen valse beschuldigingen verweerde in partijblad De Vrije Boer.

Vergeten

Bij zijn dood in 1987 is Koekoek –zeer ongebruikelijk– niet in de Kamer herdacht. „Ik heb niet kunnen achterhalen waarom dat zo is gegaan”, zegt Terluin. „Zelf kan ik geen zwaarwegende redenen bedenken waarom hij destijds niet had moeten worden herdacht.”

Hoewel Koekoek door velen is vergeten, heeft hij volgens haar nog wel degelijk betekenis voor de hedendaagse politiek. Van Koekoek kan de huidige generatie politici leren „dat de kloof tussen gekozene en kiezer niet te groot moet worden: ga als politicus veel het land in, zodat je weet wat er speelt.”

Een belangrijke les die nieuwe partijen kunnen leren van Koekoek en diens Boerenpartij is „dat je het als nieuwkomer in het parlement in de regel niet lang volhoudt zonder ideologische grondslag en zonder sociale basis. En in de partijorganisatie moet je democratisch te werk gaan.”

Anders dus dan de PVV van Wilders het aanpakt, met wie Koekoek en Fortuyn samen volgens Terluin „het trio charismatische leiders van rechtse protest­partijen van na de Tweede Wereldoorlog” vormen.

Zou Koekoek op Wilders hebben gestemd, als hij nu nog zou leven? Terluin heeft het diverse mensen uit de omgeving van Koekoek gevraagd. „Wel kans op”, antwoordden die haar eenparig. „En anders zou hij SGP stemmen.”


Honderd jaar Hendrik Koekoek

  • Geboren op 22 mei 1912 te Hollandscheveld.

  • Meewerkende zoon op ouderlijk pluimveebedrijf te Hollandscheveld, van 1924 tot 1943.

  • Landarbeider op verschillende boerenbedrijven in Noord-Holland (jaren 30).

  • Veehouder te Benne­kom, van 1947 tot 1963.

  • Voorzitter Landelijke Vereniging voor Bedrijfsvrijheid in de Landbouw, van 1951 tot 1970.

  • Secretaris CHU-kiesvereniging Bennekom, van 1952 tot 1956.

  • Lijsttrekker Nederlandse Oppositie Unie bij Tweede Kamer­verkiezingen 1956.

  • Partijvoorzitter Boeren­partij van 1958 tot 1981.

  • Lijstaanvoerder Boerenpartij Tweede Kamerverkiezingen 1959.

  • Lid Provinciale Staten Gelderland, van 3 juli 1962 tot 5 juni 1963.

  • Lid gemeenteraad Ede, van 4 september 1962 tot 1 september 1970.

  • Fractievoorzitter Boerenpartij Tweede Kamer, van mei 1963 tot 9 juni 1981.

  • Lijsttrekker Rechtse Volkspartij bij Kamerverkiezingen 1981 en 1982.

  • Overleden op 8 februari 1987 te Benne­kom.

Koekoek is in 1942 gehuwd met Theodora Geertruida van Zetten. Hun huwelijk bleef kinderloos.


Boerenpartij

De Boerenpartij was geen belangenpartij voor boeren, maar een beginselpartij die openstond voor alle Nederlanders. Koekoeks partij kan, schrijft Terluin, „worden gekarakteriseerd als een rechtse, christelijke, democratische protestpartij. Rechts omdat ze het staatsingrijpen in het economisch en maatschappelijk leven tot een minimum wil beperken. Christelijk omdat ze uitgaat van de soevereiniteit van God. Democratisch omdat de partijleden het hoofdbestuur van de partij en de kandidaten voor de verkiezingen kiezen. Een protestpartij voor boeren en burgers omdat de Boerenpartij haar stem verheft tegen het beleid van de gevestigde grote partijen.”

In haar beginselprogram riep de Boerenpartij de overheid op „al datgene te doen wat de versterking van de christelijke grondslagen van ons volksleven kan bevorderen.”

In haar verkiezingsprogram van 1974 bepleitte de partij „beëindiging van media- en persactiviteiten die Godslasterlijk, gezagsondermijnend of in strijd met de eerbaarheid en goede zeden zijn.” Ze verzette zich ook tegen wetsverruiming voor abortus provocatus.

Leden van de Boerenpartij waren uit allerlei hoeken afkomstig, beschrijft Terluin: hervormden, gereformeerden, rooms-katholieken en on­kerkelijken. De partijbijeenkomsten werden niet begonnen met een gebed. Op jaarvergaderingen werden vaak het eerste en het zesde couplet van het Wilhelmus gezongen.

De partij werd opgericht in 1958 en in 1981 hernoemd tot Rechtse Volkspartij. Tussen 1963 en 1981 had ze doorlopend enkele zetels in de Kamer (tussen 1967 en 1971 zelfs zeven). De Boerenpartij was ook vertegenwoordigd in de Senaat, Provinciale Staten en gemeenteraden. De partij kreeg regelmatig te maken met interne conflicten en afsplitsingen.

De Gelderse plaats Heerde is de enige gemeente waar de Boerenpartij nog in de raad zit, onder de naam Gemeentebelang Boerenpartij Heerde.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer